Saturday, 10 Jun 2023

20 jaar na toetreding tot WTO komt China zijn beloften in het geheel niet na: Verslag

Had China in 2001 toegelaten moeten worden tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO)?

Nu we het gedrag kennen dat China de voorbije 20 jaar als lid van de WTO heeft vertoond, met een echt ernstig verzuim om zijn verbintenissen na te komen, zou het antwoord “neen” zijn,” vertelde Stephen Ezell, vicevoorzitter van het Global Innovation Policy bij de in Washington gevestigde Information Technology & Innovation Foundation, aan The Epoch Times.

In een nieuw rapport (pdf) beschrijft Ezell hoe het Chinese regime “jammerlijk tekortschiet” in het nakomen van de verbintenissen die het is aangegaan als voorwaarde voor zijn toetreding tot de WTO in december 2001, onder meer op het gebied van “industriële subsidiëring, bescherming van buitenlandse intellectuele eigendom, het afdwingen van joint ventures en technologieoverdracht, en het verlenen van markttoegang aan de dienstensector”.

Volgens de WTO profiteren economieën die tot de organisatie toetreden van “structurele en handelsliberaliserende hervormingen” die “de integratie in de wereldeconomie helpen verzekeren”. In 1999 zei toenmalig president Bill Clinton tijdens een persconferentie met de Chinese premier Zhu Rongji dat de toetreding van China tot de WTO “op eerlijke handelsvoorwaarden” “veel zou bijdragen tot gelijke voorwaarden voor [Amerikaanse] bedrijven en [Amerikaanse] werknemers op de Chinese markten” en “China zou verplichten zich te houden aan de regels van het internationale handelsstelsel”.

In plaats daarvan heeft Beijing “decennia lang het wereldwijde handelssysteem gemanipuleerd”, waardoor het “enorme handelsoverschotten en deviezenreserves heeft opgebouwd, die het gebruikt om binnenlandse en buitenlandse beleidsdoelstellingen na te streven”, schreef Ezell. Het binnenlands beleid van het Chinese regime omvat de opsluiting van meer dan 1 miljoen Oeigoeren in interneringskampen en de onderdrukking van de resterende burgerlijke vrijheden in Hong Kong. Op het gebied van buitenlands beleid heeft het regime gedreigd het democratische Taiwan binnen te vallen en te onderwerpen, breidt het zijn grondgebied in de betwiste Zuid-Chinese Zee uit, en probeert het wereldwijde politieke en economische invloed op te bouwen door middel van het Belt and Road Initiative, een enorm investeringsproject in infrastructuur.

Belangenbehartiging

In de jaren voorafgaand aan China’s toetreding tot de WTO pleitte Doug Guthrie, destijds universitair hoofddocent sociologie aan de New York University, voor China’s toetreding tot de WTO. Hij was een van de tientallen academici die een open brief ondertekenden ter ondersteuning van het WTO-lidmaatschap van China, die werd gepresenteerd als onderdeel van een hoorzitting van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden over het onderwerp in mei 2000.

Guthrie, nu hoogleraar global leadership en directeur van China Initiatives aan de Thunderbird School of Global Management van de Arizona State University, vertelde The Epoch Times dat hij “deel uitmaakte van een groep wetenschappers die geloofden dat [toelating van China tot de WTO] het juiste was om te doen.”

“We waren beschikbaar om te praten met mensen op Capitol Hill, en dat deden we,” zei hij.

Twee decennia later heeft Guthrie, die ook medeoprichter was van On Global Leadership, een adviesbureau gericht op China, geen spijt.

“Ik zou er absoluut voor pleiten dat China weer tot de WTO zou toetreden,” zei hij. “Het leek me gewoon niet juist dat de Verenigde Staten de controle zou moeten hebben over het al dan niet toetreden van ‘s werelds meest bevolkte natie … tot het wereldhandelssysteem .

Voordat China toetrad tot de WTO, her-evalueerden de Verenigde Staten jaarlijks de handelsstatus van ‘meest begunstigde natie’ die China toen had, waarbij de aandacht vooral uitging naar kwesties als de systematische schendingen van de mensenrechten door het regime. Het Congres nam in 2000 wetgeving aan om deze status permanent te maken, bekend als permanente normale handelsbetrekkingen, zodra China lid werd van de WTO. Hierdoor kwam een einde aan de jaarlijkse toetsing van de ‘meest begunstigde natie’ handelsstatus die China genoot door het Congres en werd de politieke onzekerheid weggenomen voor multinationale ondernemingen die overwogen hun activiteiten naar China uit te breiden.

Indertijd was de gangbare opvatting dat de toetreding van Peking tot de WTO zou leiden tot een grotere economische liberalisering, die op haar beurt zou leiden tot meer politieke vrijheden in het door communisten geregeerde land. Deze verwachting is niet uitgekomen.

De wetgeving rond permanente normale handelsbetrekkingen die in 2000 werd aangenomen, stelde expliciet dat “het Congres schendingen van de mensenrechten, religieuze vrijheden en rechten van werknemers door de regering van de Volksrepubliek China betreurt”, en vermelde daarbij expliciet de “buitengerechtelijke executies en martelingen, gedwongen abortus en sterilisatie, beperking van de toegang tot Tibet en Xinjiang, [en] het voortduren van ‘heropvoeding door arbeid’” door de Chinese Communistische Partij (CCP).

Voor Guthrie was dit een onderwerp dat buiten zijn scope lag.

“Ik probeer weg te blijven van onderwerpen als mensenrechten,” zei hij.

Amerikaanse arbeiders worden aan hun lot overgelaten

De toetreding van China tot de WTO had een “substantieel” effect op de Amerikaanse economie en Amerikaanse werknemers, aldus Guthrie.

Het betekende het “begin van een kapitaalstroom van plaatsen als de Verenigde Staten en Europa naar Azië en, in het bijzonder, China,” zei hij. “En dus, als je iemand bent die diep nadenkt over arbeid en economische ontwikkeling, was de toetreding van China tot de WTO misschien geen goede zaak voor de Amerikaanse economie.”

Volgens de Council on Foreign Relations (CFR) zijn tussen 1999 en 2011 bijna 6 miljoen banen in de Amerikaanse industrie verloren gegaan, waarbij een studie van de Universiteit van Chicago bijna 1 miljoen van deze verloren banen en 2,4 miljoen banen in totaal toeschrijft aan de concurrentie met China. Ondertussen hebben multinationals als Apple volgens hetzelfde CFR-rapport geprofiteerd van de toegenomen toegang tot de Chinese markt. De consumenten in de regio van China waren in 2020 goed voor ongeveer 15 procent van de inkomsten van Apple.

Guthrie, die van 2014 tot 2019 een in China gevestigde senior director bij Apple was, was het ermee eens dat grote multinationals hebben geprofiteerd van China’s lidmaatschap van de WTO, terwijl Amerikaanse werknemers dat niet hebben gedaan.

“Als je kijkt naar de Chinese markt, bedrijven als Tesla en Apple, is de Chinese markt de op één na grootste na de Verenigde Staten. En dus profiteren ze allemaal,” zei hij. “De mensen die er niet van profiteren zijn mensen uit de arbeidersklasse die in Amerika arbeidersbanen hadden.”

China wil absoluut voordeel

Roger Garside, een voormalig Brits diplomaat en auteur van “China Coup: The Great Leap to Freedom”, vertelde The Epoch Times dat hij denkt dat het Chinese regime de regels van de WTO “slechts selectief, en over het algemeen niet te goeder trouw” heeft gevolgd.

De Verenigde Staten en andere liberale democratieën hebben in hun benadering van China gekozen voor economische voordelen op korte termijn boven fundamentele principes zoals vrijheid, zegt hij.

“De Amerikaanse leiders waren eerder optimistisch dan naïef door te geloven of te hopen dat [China’s] toetreding tot de WTO politieke voordelen zou hebben,” zei Garside in een verklaring. “De VS zijn veel te lang blind geweest voor de keerzijde en hebben verzuimd de verdediging van de vrijheid af te wegen tegen de bevordering van hun economische voordelen op korte termijn. In dit opzicht zijn de leiders van Italië, Duitsland, Frankrijk en het VK even slecht geweest als de Amerikanen of zelfs nog slechter, en zij zijn nu nog steeds terughoudend om de politieke dreiging te erkennen.”

Ezell zei dat Peking van zijn WTO-lidmaatschap gebruik heeft gemaakt om meer en niet-wederzijdse toegang tot de markten van andere landen te krijgen. Om dit misbruik aan te pakken, deed hij in zijn rapport beleidsaanbevelingen, waaronder het intrekken van China’s status ivm ‘permanente normale handelsbetrekkingen’ en het heronderhandelen van tariefschema’s voor Chinese goederen en diensten binnen de WTO.

Volgens Ezell heeft het WTO-lidmaatschap de CCP geholpen bij het bevorderen van één van haar overkoepelende doelstellingen: het bereiken van superioriteit ten opzichte van de Verenigde Staten op het gebied van geavanceerde technologie.

“China wil een absoluut voordeel in alle sectoren van de geavanceerde technologie, en wil dat bereiken door de toegang van andere bedrijven tot hun markt te beperken, maar door hun eigen bedrijven de mogelijkheid te geven om op een oneerlijke basis de internationale markten te betreden, en daar zijn ze zeer succesvol in geweest,” zei hij.

Garside zei dat de CCP haar groeiende economische macht zal blijven gebruiken om de wereld in een totalitaire richting te duwen.

“Ik verwacht dat [de CCP] haar macht zal gebruiken om een totalitair regime op te leggen aan een zo groot mogelijk deel van de wereld, waarbij vrijheid, democratie en mensenrechten worden geëlimineerd, zoals zij nu doet in Hong Kong. Dat is wat totalitaire regimes doen. Hoeveel van de wereld het in die mate zou kunnen overheersen is vrij onmogelijk te voorspellen, omdat het zou afhangen van de manier waarop het tot die overheersing komt,” zei hij.

Maar het hoeft niet op deze manier door te gaan, zei Garside. In zijn boek, “China Coup”, schetst Garside hoe de Verenigde Staten en andere liberale democratieën hun economische instrumenten kunnen gebruiken om de CCP onder druk te zetten en diegenen binnen China die politieke verandering willen, in staat te stellen die te bereiken.

“De politieke gevolgen [van de toetreding van China tot de WTO] zijn niet allemaal negatief, omdat de openstelling van China een steeds groeiende klasse van eigenaren van onroerend goed heeft voortgebracht die zich in de politiek zal doen gelden,” zei hij. “Veel commentatoren spreken en schrijven alsof het verhaal is afgelopen. Dat is niet zo. Ver daarvan.”

Adam Michael Molon is een Amerikaanse schrijver en journalist. Hij heeft een master in journalistiek van Columbia University en een bachelor in financiën en Chinese taal van Indiana University-Bloomington.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (07 augustus 2021): 2 Decades After Joining WTO, China ‘Remains Woefully Short’ of Meeting Pledges: Report