Saturday, 01 Apr 2023

Lessen van Livy over de opkomst en ondergang van grote beschavingen

Tweeduizend jaar geleden bedacht een vooraanstaand Romeins historicus het populaire aforisme: “Beter laat dan nooit.” Zijn naam was Titus Livius, in het Engels eenvoudig Livy genoemd. Trouw aan het aforisme, schreef hij veel dat tegenwoordig terecht aandacht verdient.

Livy’s leven (ruwweg 59 v. Chr. tot ongeveer 17 n. Chr.) besloeg de belangrijkste periode in de duizendjarige geschiedenis van het oude Rome.

Hij was getuige van de laatste decennia van de afbrokkelende oude Republiek en de opkomst van de keizerlijke autocratie die wij kennen als het Romeinse Rijk. Hij was begin 20 toen de laatste grote verdediger van het republikeinse erfgoed, Cicero, werd vermoord door een handlanger van de tiran Marcus Antonius. Livy observeerde de eerste keizer, Augustus, gedurende zijn hele regeerperiode. Hij is het meest bekend om zijn geschiedenis van Rome, “Ab Urbe Condita”, zowel in zijn tijd als in de onze beschreven met termen als “monumentaal” en “magistraal.”

Het weinige dat we van de man zelf weten, wijst erop dat hij financieel welgesteld, onafhankelijk en teruggetrokken was. Hij was geschoold in retorica, filosofie en geschiedenis. Hij bekleedde nooit een openbare functie, hoewel hij Augustus blijkbaar persoonlijk kende. Het schrijven van deze omvangrijke geschiedenis van Rome nam zijn hele volwassen leven in beslag.

Hoewel de Romeinen in de tijd dat hij schreef zijn werk hoog aansloegen, weten we dat sommige delen van Livy’s historische verslagen ongetwijfeld gebaseerd waren op minimale gegevens, oude en dubieuze mondelinge verhalen en zelfs legende. Tenslotte schreef hij 2.000 jaar geleden over mensen en gebeurtenissen van maar liefst acht eeuwen voor zijn tijd.

“Ik hoop dat mijn passie voor het verleden van Rome mijn oordeel niet heeft aangetast”, zei hij in zijn inleiding tot “Ab Urbe Condita”, “want ik geloof oprecht dat geen land ooit groter of zuiverder is geweest dan het onze of rijker aan goede burgers en nobele daden.”

“De oude Romeinen”, schreef Livy over zijn landgenoten vóór het begin van de Republiek, “wensten allen een koning boven zich te hebben, omdat zij de zoetheid van vrijheid nog niet hadden geproefd.” Maar in 508 v. Chr. ontketenden de Romeinen een waarlijk historische revolutie, zowel op het gebied van ideeën als van leiderschap. Zij wierpen de monarchie omver en stelden een nieuwe orde in die uiteindelijk een Senaat van edelen, volksvertegenwoordigingen, de spreiding van gecentraliseerde macht, tijdslimieten, een grondwet, een eerlijk proces, habeas corpus en de breedste praktijk van individuele vrijheid die de wereld ooit had gezien, omvatte. Voordat zij dit alles minder dan vijf eeuwen later verloren, beleefden zij een opmerkelijke opkomst en ondergang. Lezers kunnen veel artikelen over Rome vinden op FEE.org/rome.

Van Livy leren we over de cruciale oorlogen van Rome tegen de Carthagers, de Samnieten en andere volkeren van het Italiaanse schiereiland. Hij informeert ons ook over de rivaliteit tussen Sulla en Marius, de stormachtige laatste dagen van de Republiek toen sterke mannen elkaar bevochten om de macht, de moord op Julius Caesar en de zelfzuchtige intriges van Augustus. Livy roemde de moed van zijn voorouders; in feite is hij de bedenker van de uitdrukking “Het geluk is met de dapperen”, die vandaag de dag nog steeds wordt gebruikt als een stelregel en een motto.

Livy geloofde dat de waarde van geschiedenis groter is dan de kennis van namen, plaatsen en data, zoals deze passage van hem aangeeft:

“De bestudering van de geschiedenis heeft het buitengewoon heilzame en vruchtbare voordeel dat je, in het heldere licht van de historische waarheid, voorbeelden ziet van alle mogelijke soorten. Daaruit kun je voor jezelf en je land kiezen wat je moet navolgen en wat je moet vermijden omdat het schadelijk is bij de aanvang en rampzalig in zijn gevolgen.”

Zijn interpretatie van historische gebeurtenissen suggereert dat hij een bewonderenswaardig inzicht had in de menselijke natuur. Bekijk deze opmerkingen eens:

“Er is niets dat de mens niet wil proberen als grote ondernemingen grote beloningen in het vooruitzicht stellen.”

“Hij die het veracht, zal de ware glorie hebben.”

“Mensen zijn maar al te slim in het afschuiven van de schuld van hun eigen schouders naar die van anderen.”

“Mensen zijn langzamer in het herkennen van zegeningen dan van tegenslagen.”

“De staat lijdt aan twee tegengestelde gebreken, gierigheid en luxe; twee plagen die in het verleden elk groot rijk te gronde hebben gericht.”

“Er is niets dat zich vaker in een aantrekkelijk kleed hult dan een valse overtuiging.”

“Het gaat het beste met de mensen die er het beste van maken.”

De neiging van mensen om jaloers te zijn op mensen met rijkdom, of die nu onrechtmatig is verkregen of welverdiend, is niets nieuws in de geschiedenis. Eeuwen vóór Livy waarschuwde het 10e gebod van Mozes: “Gij zult niet begeren.” Livy merkte op hoe destructief het motief jaloezie kan zijn:

“Ware gematigdheid in de verdediging van politieke vrijheden is inderdaad een moeilijke zaak: doen alsof we een eerlijk aandeel voor iedereen willen, verheft ieder zichzelf door zijn naaste te onderdrukken; onze bezorgdheid om onderdrukking te vermijden leidt ertoe dat we het zelf beoefenen; het onrecht dat we afwijzen, brengen we op onze beurt over op anderen, alsof er geen andere keuze was dan het uit te voeren of het te ondergaan.”

Misschien gedeeltelijk omdat hij de bijtende invloed van jaloezie waarnam, uitte Livy scepsis over het grote publiek:

“Dat is de aard van de menigten: ze zijn ofwel nederig en onderdanig, ofwel arrogant en overheersend. Ze zijn niet in staat om gematigd gebruik te maken van vrijheid, wat de middenweg is, of om die te behouden.”

In mijn eigen geschriften als historicus en ook als econoom, heb ik vaak gewezen op het sterke verband tussen persoonlijk karakter en het lot van naties. Livy geeft enige bevestiging in deze passage:

“De onderwerpen waaraan ik elk van mijn lezers zou willen vragen om zijn ernstige aandacht te besteden zijn deze: Het leven en de moraal van de gemeenschap; en de mannen en de kwaliteiten waardoor, door middel van binnenlands beleid en buitenlandse oorlog, de heerschappij werd gewonnen en uitgebreid. Laat hem dan, naarmate de standaard van de moraal geleidelijk aan lager wordt, het verval van het nationale karakter volgen, observerend hoe het eerst langzaam daalt, dan steeds sneller naar beneden glijdt, en ten slotte begint neer te storten in een halsbrekende ondergang, totdat hij deze dagen bereikt, waarin we noch onze ziekten noch hun remedies kunnen verdragen.”

Wanneer wij over onze eigen toekomst nadenken, is het essentieel iets over het verleden te weten. De ervaringen van hen die ons zijn voorgegaan, vooral wanneer zij worden begrepen in de context van hun tijd, zijn beladen met lessen die wij op ons eigen risico negeren. Als het leren van die lessen ons op een beter pad brengt, laten we ze dan nu leren. Zoals Livy zou zeggen: “Beter laat dan nooit!”

Lawrence W. Reed is FEE’s president emeritus, Humphreys Family senior fellow, en Ron Manners wereldwijde ambassadeur voor vrijheid, na bijna 11 jaar als FEE’s president te hebben gediend (2008-2019). Hij is de auteur van het boek uit 2020, “Was Jezus een socialist?” en ook van ” Echte helden: ongelofelijke waargebeurde verhalen over moed, karakter en overtuiging” en “Neem me niet kwalijk, professor: Uitdagen van de mythes van het progressivisme“. Volg hem op LinkedIn en Twitter en like zijn pagina met publieke figuren op Facebook. Zijn website is LawrenceWReed.com. Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op FEE.org.

Origineel gepubliceerd door de Epoch Times (6 juli 2021): Lessons From Livy on How Great Civilizations Rise and Fall

Waarom Edith Hamilton meer schrik had voor de neergang van het individualisme dan voor atoombommen

“Mensen hebben er een hekel aan om aan het denken gezet te worden”, zei de pedagoge en classicus Edith Hamilton (1867-1963) ooit. Luiheid van geest is inderdaad gemakkelijk te vinden, vandaag nog meer dan in haar tijd. Het uit zich in vage berichten in sociale media, geflipte politieke retoriek, oppervlakkige berichtgeving in de media, voorspelbare maar schijnheilige meningen, en de wijdverspreide afwezigheid van kritisch denkvermogen. Het is overal.

Mensen die niet nadenken zijn kwetsbaar voor degenen die dat wel doen, vooral voor degenen die voortdurend nadenken over hoe ze anderen voor snode doeleinden kunnen gebruiken. Dictators en demagogen hebben een sterke voorkeur voor volgzame, sycofantische onderdanen boven bedachtzame, onafhankelijke, vrijgevochten types.

Luiheid van geest kwam zelden of nooit voor in het lange leven en opmerkelijke werk van Hamilton. Ze vierde de geest. Ze vond het beschamend om het zelfstandig denken verloren te laten gaan. Naar haar mening vormen “geest en ziel samen datgene wat ons scheidt van de rest van de dierenwereld, datgene wat een mens in staat stelt de waarheid te kennen, en datgene wat hem in staat stelt voor de waarheid te sterven”.

De laatste 30 jaar van haar leven heeft ze gewijd aan het opwekken van publieke belangstelling voor de grote denkers uit het oude verleden – en in die nobele inspanning is dit wonderkind van het thuisonderwijs ontegensprekelijk geslaagd.

Geboren in Dresden, Duitsland, uit Amerikaanse ouders, groeide ze op in Ft. Wayne, Indiana. Haar vader en moeder wilden de beste opleiding voor hun vijf kinderen. Ze realiseerden zich al snel dat die niet te vinden was op de openbare scholen. Edith en haar drie zusters en één broer kregen thuis les, en elk van hen ontwikkelde zich tot een succesvol professional.

Alice, bijvoorbeeld, werd een autoriteit op het gebied van industriële toxicologie en was de eerste vrouw die een aanstelling kreeg aan de Harvard Universiteit. Norah was een pionier op het gebied van kunstonderwijs voor kansarme kinderen in het Hull House in Chicago en in New York City. Margaret was een eminent lesgever en biochemicus. Arthur was auteur, professor Spaans en assistent-decaan voor buitenlandse studenten aan de Universiteit van Illinois in Urbana-Champaign. Edith kreeg eredoctoraten van Yale, de Universiteit van Rochester, en de Universiteit van Pennsylvania. Wie zei dat thuisstudenten niet goed opgeleid of “gesocialiseerd” zijn, heeft de Hamiltons nooit ontmoet (of een van de vele thuisstudenten-families die ik heb gekend).

Geleerde en schrijfster Edith Hamilton. (Publiek domein)

Hamilton bekleedde 26 jaar lang verschillende functies, waaronder die van hoofdadministrateur, aan de Bryn Mawr School, een op het college voorbereidend instituut voor meisjes in Baltimore, Maryland. Nadat ze in 1922, halverwege de 50, met pensioen ging, besloot ze een nieuwe carrière als schrijfster te beginnen, één die haar in staat zou stellen haar levenslange passie voor het oude Griekenland te verkennen.

Haar eerste boek, “The Greek Way“, verscheen in 1930 toen ze 62 was. In de volgende drie decennia zou ze een wereldwijde reputatie verwerven als een autoriteit op het gebied van de oudheid. “The Greek Way” was een groot succes, net als haar latere boeken zoals “The Roman Way” (1932), “The Prophets of Israel” (1936), en “Mythology: Timeless Tales of Gods and Heroes” (1942). In 1957 waren er alleen al van “Mythologie” bijna 5 miljoen exemplaren verkocht.

Zij hield van de oude Grieken omdat die, net als zij, hielden van de geest van het individu.

“De Grieken waren de eerste intellectuelen,” beweerde ze. “In een wereld waar het irrationele de hoofdrol had gespeeld, kwamen zij naar voren als de hoofdrolspelers van het verstand. Hierop voortbordurend wees zij op een opmerkelijk kenmerk van de oude cultuur van Athene:

“Het fundamentele feit van de Griek was dat hij zijn verstand moest gebruiken. De oude priester had gezegd: ‘Tot hier en niet verder. Wij stellen de grenzen van het denken.’ De Grieken zeiden: ‘Alle dingen moeten onderzocht en in twijfel getrokken worden. Er zijn geen grenzen aan het denken’ … Zich verheugen in het leven, de wereld mooi en verrukkelijk vinden om in te leven, was een kenmerk van de Griekse geest dat haar onderscheidde van alles wat eraan voorafging.”

Een standbeeld van Athena staat voor de Academie van Athene in Athene, Griekenland. (Aerial-motion/Shutterstock)

Omdat de oude Grieken van het verstand hielden en het individu respecteerden, creëerden zij een beschaving zoals geen andere in die tijd. De vrijheid die zij genoten viel op in een wereld van tirannen en tirannie. Een paar honderd kilometer naar het zuiden was de “grote” beschaving van Egypte daarentegen een zeer ongelukkige plaats. Zoals Hamilton uitlegde:

“De Grieken waren de eerste mensen ter wereld die speelden, en zij speelden op grote schaal. Overal in Griekenland waren er spelen, allerlei soorten spelen; atletische wedstrijden in alle soorten en maten: paarden-, boot-, voet-, fakkelwedstrijden; muziekwedstrijden, waarbij de een de ander naar de kroon stak; danswedstrijden om vaardigheid met de voeten en het evenwicht van het lichaam te tonen; spelen waarbij mannen in en uit strijdwagens sprongen; spelen zoveel dat je moe wordt van de opsomming ervan …

“Als we geen andere kennis hadden van hoe de Grieken waren, als er niets over was van de Griekse kunst en literatuur, dan zou het feit dat ze van spelen hielden en op grootse wijze speelden, genoeg bewijs zijn voor hoe ze leefden en hoe ze tegen het leven aankeken. Ellendige mensen, zwoegende mensen, spelen niet. Niets van de Griekse spelen is denkbaar in Egypte of Mesopotamië. Het leven van de Egyptenaar ligt tot in het kleinste detail uitgestald in de muurschilderingen. Als plezier en sport een echte rol hadden gespeeld, zouden ze in één of andere vorm daarin te zien zijn. Maar de Egyptenaar speelde niet.”

Op 90-jarige leeftijd werd Hamilton in de hoofdstad van Griekenland geëerd als ereburger van Athene. In haar dankwoord beschreef ze het als “het meest trotse moment van mijn leven.” Ze ontving een daverend applaus in de schaduw van de Akropolis en sprak over de stad waar ze net zoveel van hield als van welke andere stad in Amerika dan ook:

“Athene is waarlijk de moeder van schoonheid en gedachte [en] is ook de moeder van vrijheid. Vrijheid was een Griekse ontdekking. De Grieken waren de eerste vrije natie ter wereld … Griekenland steeg tot grote hoogte niet omdat het groot was, het was heel klein; niet omdat het rijk was, het was heel arm; zelfs niet omdat het wonderbaarlijk begaafd was. Het steeg omdat er in de Grieken de grootste geest was die in de mensheid beweegt, de geest die de mens vrij maakt.”

Voor Hamilton was de geest het meest unieke en kostbare bezit van elk individueel mens. Ze zou geschokt zijn door het idee van “de Borg” in het fictieve universum van “Star Trek” – een “korfgeest” waaraan mensen ondergeschikt en gehoorzaam zouden zijn. Voor haar leidt het feit dat we allemaal een eigen geest hebben tot één onontkoombare conclusie – namelijk dat om volledig mens te zijn, we zowel vrij als verantwoordelijk moeten zijn. Zij was een trouwe vriendin van het individu – zijn geest, zijn rechten en zijn vrijheid.

Toen zij in 1963 op 95-jarige leeftijd overleed, publiceerde The New York Times een overlijdensbericht met daarin één citaat dat in het bijzonder aangaf dat ze bezorgd was dat de vrije samenlevingen van de 20e eeuw de Griekse geest van individualisme aan het verliezen waren.

“Dat beangstigt me veel meer dan sputniks en atoombommen,” zei ze. “De Grieken dachten dat ieder mens anders was, en ik vind het heel geruststellend dat mijn vingerafdrukken anders zijn dan die van iemand anders”.

Ik ben er zeker van dat ze het groepsdenken, de cancelcultuur en de politieke correctheid van vandaag evenzeer zou verafschuwen als de fictieve “Borg”.

Hamilton wilde dat de wereld het beste van het oude Griekenland zou herontdekken – de waardering van de individuele geest en de kritieke noodzaak voor mensen om zo vrij mogelijk te zijn, zodat ze die vrijheid en geest kunnen gebruiken. Ze was de populairste cheerleader van het oude Griekenland in de 20e eeuw toen ze de nadruk legde op de grootsheid van het land; ze was de scherpste criticus toen ze zich concentreerde op de redenen waarom het in verval raakte en ten onder ging.

Sta mij toe af te sluiten met een selectie van aanvullende inzichten van Hamilton. Ze resoneren met essentiële waarheden die we vandaag opnieuw moeten leren:

“Er is geen ergere vijand voor een staat dan hij die het recht in eigen handen houdt.”

“Theorieën die ingaan tegen de feiten van de menselijke natuur zijn gedoemd te verdwijnen.”

“Een man zonder angst kan geen slaaf zijn.”

“Fundamenteel voor alles wat de [oude] Grieken bereikten was hun overtuiging dat het goede voor de mensheid alleen mogelijk was als de mensen vrij waren – lichaam, geest en ziel – en als ieder mens zijn eigen vrijheid beperkte. Een goede staat of kunstwerk of denkwerk was alleen mogelijk door de zelfbeheersing van het vrije individu, zelfbestuur … Vrijheid hangt af van zelfbeheersing.”

“In Griekenland was er geen overheersende kerk of geloofsovertuiging, maar er was wel een overheersend ideaal, dat iedereen zou willen nastreven als hij het in het vizier kreeg. Verschillende mensen zagen het anders. Het was één ding voor de kunstenaar, iets anders voor de krijger. Uitmuntendheid is het dichtstbijzijnde equivalent dat we hebben voor het woord dat ze ervoor gebruikten, maar het betekende meer dan dat. Het was de grootst mogelijke volmaaktheid; het allerbeste en hoogste dat een mens kan bereiken en dat, wanneer het wordt waargenomen, altijd een dwingende kracht heeft. Een mens moet ernaar streven het te bereiken.”

“Wat de mensen wilden was een regering die hen een comfortabel leven zou verschaffen, en met dit als belangrijkste doel werden ideeën over vrijheid, zelfredzaamheid en dienstbaarheid aan de gemeenschap vertroebeld tot ze zelfs verdwenen. Athene werd meer en meer beschouwd als een coöperatieve onderneming, in het bezit van grote rijkdom, waarin alle burgers het recht hadden te delen … Athene had het punt bereikt waarop onafhankelijkheid werd verworpen, en de vrijheid die ze nu wilde was vrijheid van verantwoordelijkheid. Er kon maar één resultaat zijn … Als de mensen erop stonden vrij te zijn van de last van een leven dat zelf-afhankelijk was en tevens verantwoordelijk voor het algemeen welzijn, zouden zij helemaal niet meer vrij zijn. Verantwoordelijkheid was de prijs die ieder mens voor vrijheid moest betalen. Het kon niet op andere voorwaarden.”

“Wanneer de wereld door storm wordt geteisterd en er slechte dingen gebeuren, dan moeten we alle sterke vestingen van de geest kennen die de mensen door de eeuwen heen hebben gebouwd.”

Voor aanvullende informatie, zie:

Edith Hamilton: An Intimate Portrait” door Doris Fielding Reid

Edith Hamilton” in Encyclopedia.com

Lawrence W. Reed is FEE’s president emeritus, Humphreys Family senior fellow, en Ron Manners wereldwijde ambassadeur voor vrijheid, na bijna 11 jaar als FEE’s president te hebben gediend (2008-2019). Hij is de auteur van het boek “Was Jesus a Socialist?” en ook van “Real Heroes: Incredible True Stories of Courage, Character, and Conviction” en “Excuse Me, Professor: Challenging the Myths of Progressivism.” Zijn website is LawrenceWReed.com. Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op FEE.org

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (25 mei 2021): Why Edith Hamilton Feared the Decline of Individualism More Than Atomic Bombs