Tuesday, 03 Oct 2023

Artsen ontdekken dat de pijnappelklier – ons ‘derde oog’ – meer op onze gewone ogen lijkt dan we dachten

De pijnappelklier in het menselijk brein heeft structuren die opvallend veel lijken op die in onze ogen. Hij heeft ook opvallend vergelijkbare vermogens. Deze klier heeft cellen die fungeren als lichtreceptoren, zoals ons netvlies, en een structuur die vergelijkbaar is met het glasvocht, de gelachtige substantie tussen het netvlies en de lenzen van onze ogen. Er bestaat ook zoiets als een lens in de pijnappelklier.

Wetenschappers leren nog steeds veel over de pijnappelklier. Het staat in zowel oosterse als westerse geloofssystemen bekend als de zetel van het menselijk bewustzijn. Oosters spiritualisme stelt dat er overal in het lichaam ogen bestaan in de vorm van openingen – acupunctuurpunten. De westerse wetenschap begint ook te begrijpen dat de pijnappelklier een soort “derde oog” is.

Jarenlang zagen wetenschappers overeenkomsten tussen de pijnappelklier en onze ogen. In 1919 schreven Frederick Tilney en Luther Fiske Warren dat deze overeenkomsten bewijzen dat de pijnappelklier is gevormd om lichtgevoelig te zijn en mogelijk andere visuele vermogens heeft.

Meer recentelijk, in 1995, schreef dr. Cheryl Craft, voorzitter van de afdeling Cel- en Neurobiologie van de Universiteit van Zuid-Californië, over wat zij het “oog van de geest” noemde.

“Onder de huid in de schedel van een hagedis ligt een lichtgevoelig ‘derde oog’ dat het … equivalent is van de door het bot omgeven, hormoonproducerende pijnappelklier in de menselijke hersenen. Het menselijk pijnappelkliertje heeft geen directe toegang tot licht, maar net als het ‘derde oog’ van de hagedis laat het ‘s nachts een verhoogde afgifte zien van zijn hormoon, melatonine,” schreef ze. “De pijnappelklier is het ‘oog van de geest’.”

Een bundel zenuwvezels verbindt deze klier met de achterste commissuur (een ander onbegrepen deel van de hersenen).

In de jaren vijftig ontdekten onderzoekers het vermogen van de pijnappelklier om licht waar te nemen en melatonine te produceren in overeenstemming met de lichtniveaus die het detecteert. Het regelt dus belangrijke ritmes in het lichaam en beïnvloedt ook het voortplantings- en immuunsysteem. Eerder werd gedacht dat de pijnappelklier rudimentair was, wat wil zeggen slapend. Deze vondst onthulde dat het in feite belangrijke functies vervult.

In mei 2013 werd een andere ontdekking gedaan die ook het begrip van de pijnappelklier zou kunnen veranderen.

De pijnappelklier van een rat produceert N,N-Dimethyltryptamine (DMT), zo bleek, iets wat organismes produceren, maar wat (opnieuw) niet goed begrepen wordt. Dit is interessant omdat bekend is dat de inname van DMT psychedelische ervaringen kan opwekken die als spiritueel intens worden gekenmerkt.

Dr. Rick Strassman deed, met toestemming van de Amerikaanse regering, onderzoek aan de Universiteit van New Mexico in de jaren negentig, waarbij hij DMT injecteerde bij menselijke vrijwilligers. Het was Strassman die DMT de “geestmolecule” noemde.

De aanwezigheid van DMT in de pijnappelklieren van ratten werd bevestigd aan de Universiteit van Michigan door dr. Jimo Borjigin en aan de Louisiana State University door dr. Steven Barker. Hun onderzoek werd gedeeltelijk gefinancierd door de Cottonwood Research Foundation, geleid door dr. Strassman, die wetenschappelijk onderzoek naar de aard van het bewustzijn ondersteunt. Hun studie werd gepubliceerd in het tijdschrift Biomedical Chromatography.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (26 november 2022): Doctors Discover Our Pineal Gland—Our ‘Third Eye’—Is More Like Our Regular Eyes Than We Thought

Ruimdenkende wetenschapper onderzoekt vermogen van mensen om anderen met enkel hun geest op afstand te beïnvloeden

Dr. Imants Barušs bestudeert concepten die vaak als ongrijpbaar of onwetenschappelijk worden beschouwd. Men hoort praten over menselijke “energievelden”, het menselijk bewustzijn dat andere mensen beïnvloedt, en andere dergelijke fenomenen, maar bij het onderzoeken daarvan kan men zich afvragen: hoeveel daarvan is ingebeeld, en hoeveel bestaat echt?

Dr. Barušs, hoogleraar psychologie aan het King’s University College, verbonden aan de Universiteit van Western Ontario, geeft geen volledig of definitief antwoord op dergelijke vragen, maar zijn recente onderzoek brengt de zaak wel in beeld. Hij leidde het schrijven van een artikel getiteld “Alterations of Consciousness at a Self-Development Seminar: A Matrix Energetics Seminar Survey,” gepubliceerd in 2014 in het Journal of Consciousness Exploration Research.

Hij rapporteerde een paar experimenten met betrekking tot de kracht van bewustzijn.

Beïnvloeding op afstand

In twee experimenten richtte Barušs zijn gedachten op mensen van ver weg om te zien of die mensen iets konden voelen. Deze experimenten zijn beschreven in hoofdstuk drie van zijn boek “The Impossible Happens” en worden genoemd in het huidige artikel. Hij richtte zich op het effect van deze gedachten op het energieniveau van de proefpersonen—of ze zich energieker of vermoeider voelden dan normaal.

Hij testte 37 deelnemers en sprak met hen via e-mail tijdstippen af waarop hij deze sessies zou houden. De deelnemers zouden ervoor zorgen dat ze op die tijdstippen niet achter het stuur zaten, en ze zouden ook bijhouden hoe ze zich op dat moment voelden. Barušs gooide aan het begin van elke sessie een muntje op om willekeurig te bepalen of hij beïnvloeding op afstand zou uitvoeren of niets zou doen.

Hij controleerde ook zijn eigen concentratieniveau en “de diepte van zijn veranderde bewustzijnstoestand”. Als de diepte van zijn veranderde toestand groter was, hadden de deelnemers meer kans om zich vermoeid te voelen. Hij vond het waarschijnlijk dat de beïnvloeding op afstand een effect had op de deelnemers—zijn resultaat was p < .05, wat betekent dat het minder dan 5 procent waarschijnlijk is dat hun verandering in energieniveau te wijten was aan toeval en niet aan zijn invloed; met andere woorden, het is meer dan 95 procent waarschijnlijk dat hij invloed had op hun energietoestand.

De resultaten moeten worden gezien als een interessant uitgangspunt, hoewel Barušs waarschuwde dat de resultaten kunnen veranderen als er meer vergelijkingspunten worden gemaakt.

Matrix Energetics

Matrix Energetics is een praktijk waarbij een persoon een ander met intentie beïnvloedt. Barušs vatte enkele van de effecten samen zoals beschreven door een andere onderzoeker, Jos Marlowe van het Instituut voor Transpersoonlijke Psychologie: “Deelnemers ervaren soms verschillende somatische sensaties, waaronder vallen, en dat de werkelijkheid plastischer is geworden, zodat onwaarschijnlijke gebeurtenissen zich eerder voordoen, zoals de spontane remissie van ziekte.

“Al deze gebeurtenissen moeten nauwkeuriger worden onderzocht, en in deze studie proberen we daar een begin mee te maken.”

Zijn experimenten werden uitgevoerd op een Matrix Energetics conferentie in Philadelphia in 2012. Deze werden de belangrijkste focus van zijn document. Er waren verschillende deelnemers bij betrokken, van gezondheidswerkers tot ingenieurs en pompbedienden. Voor de meesten was het de eerste keer dat ze met Matrix Energetics werkten.

Barušs en zijn medeonderzoekers lieten de deelnemers enquêtes invullen vóór het seminar, direct na de ervaring en twee maanden later, om te zien welke korte- en langetermijneffecten werden gerapporteerd met betrekking tot fysieke en mentale gezondheid.

Hij gebruikte een aantal standaard psychologische tests om hun mentale en emotionele toestand te beoordelen. Hij gebruikte ook de RAND 36-Item Health Survey, een standaard maatstaf voor fysieke en emotionele gezondheid in medisch onderzoek.

Volgens de resultaten van het vervolgonderzoek verbeterde de algemene gezondheid van de deelnemers op lange termijn. Nogmaals, Barušs adviseerde voorzichtigheid bij het interpreteren van de resultaten. Hij zei dat sommige mensen wier gezondheid niet verbeterde misschien niet hebben deelgenomen aan het vervolgonderzoek, aangezien niet alle deelnemers aan het onderzoek hebben gereageerd. Het is ook mogelijk dat degenen wier gezondheid verbeterde andere maatregelen hebben genomen om gezonder te worden en dat de verbetering geen direct gevolg is van de Matrix Energetics.

“De bewustzijnsveranderingen die worden ervaren in de context van Matrix Energetics moeten verder worden onderzocht,” schreef hij. Hij merkte ook op: “In het kader van deze studie wordt geen poging gedaan om ME [Matrix Energetics] te onderscheiden van niet-specifieke factoren zoals sociale interacties met gelijkgestemde personen, suggestie, luisteren naar een charismatische spreker, enzovoort. Om die uit te pluizen zouden afzonderlijke studies nodig zijn.”

Kan het net als hypnose zijn?

Wanneer een persoon een ander op een dergelijke manier lijkt te beïnvloeden, rijst de vraag wat er op onbewust niveau gebeurt. Is dit vergelijkbaar met hypnose?

Gedragingen tijdens seminars van Matrix Energetics zijn vergelijkbaar met die tijdens hypnose, aldus Barušs. Hij zei dat het gedrag van mensen die genezing ondergaan in Pinksterdiensten in de vergelijking kan worden betrokken: “Het mechanisme is voor geen van deze bekend.”

De definitie van hypnose die onderzoekers over het algemeen gebruiken is vaag, verklaarde Barušs: “Hypnose-onderzoekers kunnen het niet eens worden over een definitie van hypnose. Ze komen het dichtst bij overeenstemming door te zeggen dat hypnose is wat er gebeurt in situaties die als hypnose zijn bestempeld.”

Mensen die zeer vatbaar zijn voor hypnose vallen in een paar categorieën: “de positief ingestelde, de fantasiegevoelige en de amnesiegevoelige.”

In het geval van Matrix Energetics of beïnvloeding op afstand kan een persoon actief besluiten om beïnvloed te blijven, in welk geval hij of zij tot de categorie “positief ingesteld” zou kunnen behoren.

Barušs zei dat het toeschrijven van deze verschijnselen aan “hypnose geen verklaring is maar een heretikettering,” en dat verder onderzoek moet worden gedaan om een verklaring te vinden.

Dit werd voorafgaand aan de studie door de onderzoekers besproken. Zij vonden in de gehele studie geen bewijs dat hypnose datgene was wat tijdens het seminar gebeurde; de studie was niet opgezet om dit vast te stellen. Het is waar: wat er gebeurt op de seminars van Matrix Energetics kan op hypnose lijken, zei Barušs. Maar er is verder onderzoek nodig om de relatie tussen de twee vast te stellen.

Gepubliceerd door The Epoch Times (12 december 2022): Open-Minded Scientist Explores People’s Power to Remotely Influence Others With Their Mind Alone

Wetenschappers onthullen hoe krachtig het menselijk brein is vergeleken met de snelste supercomputers ter wereld

Het is vernederend om in dit informatietijdperk te beseffen dat ons menselijk brein nog steeds een raadsel is.

Terwijl wij miljoenen uitgeven aan de ontwikkeling van steeds geavanceerdere supercomputers en enorme hoeveelheden energie verbruiken om onze apparaten aan te drijven, overtreft het altijd handige, efficiënte, en betaalbare menselijke brein onze toptechnologie op een groot aantal manieren. Hier zijn er een paar.

1. Een supercomputer had 82.944 processoren en 40 minuten nodig om één seconde menselijke hersenactiviteit te simuleren.

De afgelopen jaren werd de supercomputer K gebruikt door onderzoekers van het Okinawa Institute of Technology Graduate University in Japan en het Forschungszentrum Jülich in Duitsland in een poging om één enkele seconde menselijke hersenactiviteit te simuleren.

De computer kon toen een netwerkmodel van 1,73 miljard zenuwcellen (neuronen) bevatten. Het menselijk brein heeft echter ongeveer 100 miljard neuronen. Om dat in perspectief te plaatsen: het menselijk brein heeft ongeveer evenveel neuronen als er sterren zijn in de Melkweg.

Hoewel de computer erin slaagde één seconde hersenactiviteit te simuleren, duurde het 40 minuten.

De K-supercomputer was de snelste computer ter wereld totdat hij in 2011 werd overschaduwd (hij werd in 2019 buiten gebruik gesteld). Maar in 2014 kon hij 10,51 Petaflops per seconde (Petaflop/s) verwerken, wat je kunt begrijpen als ongeveer 10.510 biljoen berekeningen per seconde. Aangezien de vooruitgang in de technologie snel gaat, zullen we dat in perspectief plaatsen. In slechts drie jaar verdrievoudigde supercomputer Tianhe-2 de rekenkracht van K door 33,86 Petaflop/s (33.860 biljoen berekeningen per seconde) te bereiken.

Op dat moment produceerde de grafische eenheid in een iPhone 5s ongeveer 0,0000768 Petaflop/s. De snelste computer ter wereld was dus zo’n 440.000 keer sneller dan de grafische eenheid in de iPhone 5s, maar nog altijd vele malen langzamer dan het menselijk brein.

In een studie van Martin Hilbert van de Annenberg School of Communication van de universiteit van Zuid-Californië, gepubliceerd in 2011 in het tijdschrift Science, werd het vermogen van de wereld om informatie te berekenen geëvalueerd. Hilbert verwoordde het als volgt: “Om onze bevindingen in perspectief te plaatsen: de 6,4*1018 instructies per seconde die de mensheid kan uitvoeren op haar algemeen doelgerichte computers in 2007 liggen in dezelfde buurt als het maximale aantal zenuwimpulsen dat per seconde door één menselijk brein wordt uitgevoerd.”

2. Je brein is zo goedkoop, het is gratis.

Afgezien van zeldzame geboorteafwijkingen worden we allemaal geboren met hersenen, en die passen precies in ons hoofd! Volgens Forbes kostte de bouw van de Tianhe-2 ongeveer 390 miljoen dollar. Op volle kracht verbruikte hij meer dan 17,6 megawatt en het computercomplex besloeg ongeveer 720 vierkante meter. Sommige andere supercomputers, die als energiezuinig worden beschouwd, verbruikten ongeveer 8 megawatt.

Om dat in perspectief te plaatsen: een megawatt is gelijk aan 1 miljoen watt. Een gloeilamp van 100 watt verbruikt 100 watt zodra hij wordt aangezet, omdat “watt” verwijst naar het vermogen dat onmiddellijk wordt verbruikt. De snelste computer ter wereld verbruikt dus evenveel stroom als 176.000 gloeilampen.

Jeff Layton, Ph.D., een bedrijfstechnoloog van Dell, schreef in een blogpost: “Deze systemen zijn verschrikkelijk groot, duur en energieverslindend.”

Natuurlijk hebben de hersenen ook energie nodig. De energie komt van voedsel, dat in ons moderne landbouwsysteem brandstof verbrandt.

3. Het is ook erg handig.

Terwijl de computers die wij in het dagelijks leven gebruiken heel nuttig kunnen zijn, hebben sommige deskundigen hun twijfels geuit over het nut van supercomputers.

De South China Morning Post berichtte in een artikel over de Tianhe-2, die zich in China bevindt: “In tegenstelling tot thuiscomputers die verschillende taken aankunnen, gaande van tekstverwerking tot gaming en surfen op het web, zijn supercomputers gebouwd voor zeer specifieke doeleinden. Om hun volledige rekencapaciteiten te benutten, moeten onderzoekers maanden, zo niet jaren, besteden aan het schrijven of herschrijven van softwarecodes om de machine te trainen om een taak efficiënt uit te voeren.”

Een senior wetenschapper van het Beijing Computing Centre, die de Post niet bij naam noemt, zei: “De supercomputerzeepbel is erger dan een vastgoedzeepbel. Een gebouw blijft nog tientallen jaren staan nadat het is gebouwd, maar een computer, hoe snel hij vandaag ook is, wordt binnen vijf jaar afval.”

4. Hoe is de bandbreedte van je hersenen te vergelijken met een modem?

Verschillende wetenschappers hebben getracht een maatstaf vast te stellen voor de verwerkingssnelheid van de menselijke geest. De cijfers waarmee ze kwamen varieerden, afhankelijk van de benadering. De bandbreedte van een modem vergelijken met de “bandbreedte” van een brein is geen exacte wetenschap.

Eerst kijken we hoeveel bits per seconde (bps) je hersenen kunnen verwerken, daarna kijken we hoeveel bps een gemiddelde modem kan verwerken. Je kunt dit zien als de tijd die je nodig hebt om een foto te uploaden via internet versus de tijd die je nodig hebt om te verwerken wat je voor je ogen ziet.

Dr. Tor Nørretranders, adjunct-professor Wetenschapsfilosofie aan de Copenhagen Business School, schreef een boek getiteld “The User Illusion: Cutting Consciousness Down to Size”, waarin hij stelt dat het bewustzijn ongeveer 40 bps verwerkt, terwijl het onderbewustzijn 11 miljoen bps verwerkt.

De Oostenrijkse theoretisch natuurkundige Herbert W. Franke stelt dat de menselijke geest bewust 16 bps kan absorberen en in één keer ongeveer 160 bps bewust in de geest kan houden. Interessant genoeg merkt hij op dat de geest de complexiteit van elke situatie dus kan terugbrengen tot 160 bits.

Fermin Moscoso del Prado Martin, een cognitief psycholoog van de Université de Provence in Frankrijk, heeft vastgesteld dat de menselijke hersenen ongeveer 60 bps kunnen verwerken. In een commentaar op een Technology Review-artikel over zijn werk merkte hij op dat hij geen maximumlimiet heeft vastgesteld, wat betekent dat hij niet met zekerheid kan zeggen dat de hersenen niet in staat zijn meer dan 60 bps te verwerken.

Laten we eens kijken hoe snel uw huishoudmodem is.

Eén megabit per seconde (Mbps) is gelijk aan 1 miljoen bps; huishoudelijke modems kunnen werken met 50 Mbps tot enkele honderden Mbps. Dat is miljoenen keren sneller dan je bewustzijn en minstens vijf keer sneller dan je onderbewustzijn. Een punt voor computers; in dit opzicht presteren ze beter dan hersenen. Natuurlijk is er nog zo weinig bekend over het onderbewustzijn dat deze cijfers verre van zeker zijn.

En ook al zijn we relatief langzaam in het opnemen van gegevens, hoe we die verwerken is verbazingwekkend.

5. We leren, we vinden uit.

Kunstmatige intelligentie (AI) boekt vooruitgang bij het ontwikkelen van computers die creatief zijn. Maar de meest geavanceerde AI blijft ver achter bij het menselijk brein zoals het zelfs vele duizenden jaren geleden was.

In een artikel geschreven voor MakeUseOf.com, gaf elektrotechnisch ingenieur en freelance schrijver Ryan Dube commentaar op de volgende uitspraak van auteur Gary Marcus: “Het fundamentele verschil tussen computers en de menselijke geest ligt in de basisorganisatie van het geheugen.”

Dube schreef: “Om gegevens op te halen gebruikt de computer logische opslaglocaties. Een menselijk brein daarentegen onthoudt waar informatie is opgeslagen op basis van aanwijzingen. Die aanwijzingen zijn andere stukjes informatie of herinneringen die verbonden zijn met de informatie die je moet terughalen.

“Dit betekent dat de menselijke geest een bijna onbeperkt aantal concepten op allerlei manieren kan verbinden, en dan soms verbindingen kan verbreken of opnieuw maken op basis van nieuwe informatie. Dit stelt de mens in staat om buiten de grenzen te treden van wat al geleerd is—wat leidt tot nieuwe kunst en nieuwe uitvindingen die het handelsmerk zijn van het menselijk ras.”

6. Er is nog steeds weinig kennis over de hersenen, en we kunnen nog ondoorgrondelijke voordelen ontdekken.

National Geographic illustreerde hoe groots de taak is om het menselijk brein met precisie in kaart te brengen. In zijn editie van februari 2014, getiteld “The New Science of the Brain”, meldde het blad dat wetenschappers een 3D-model hebben gemaakt van een deel van de hersenen van een muis ter grootte van een zoutkorrel. Om dit kleine deel van het muizenbrein nauwkeurig in kaart te brengen, gebruikten zij een elektronenmicroscoop om het in 200 secties af te beelden, elk zo dik als een menselijke haar. “Een menselijk brein zo gedetailleerd in beeld brengen zou een hoeveelheid gegevens vereisen die gelijk is aan al het geschreven materiaal in alle bibliotheken ter wereld,” schreef National Geographic.

In 2005 ontdekten onderzoekers van Caltech en UCLA dat slechts enkele van de 100 miljard neuronen in de hersenen worden gebruikt om informatie op te slaan over een bepaalde persoon, plaats of concept. Zij ontdekten bijvoorbeeld dat wanneer proefpersonen foto’s te zien kregen van actrice Jennifer Aniston, één bepaald neuron in de hersenen reageerde. Een ander neuron was gewijd aan actrice Halle Berry.

Gepubliceerd door The Epoch Times (3 december 2022): Scientists Reveal How Powerful the Human Brain Is Compared to the Fastest Supercomputers in the World

Wordt fossiele brandstof eigenlijk duurzaam geproduceerd in de aarde?

De meeste mensen leren dat aardolie in de loop van miljoenen jaren diep onder de aarde is ontstaan en is afgeleid van de resten van plankton, planten en andere biologische organismen. Deze verklaring wordt op bepaalde websites van de overheid en het onderwijs heel zakelijk gegeven.

Deze theorie over olievorming is echter slechts een theorie. Er is een tegengestelde opvatting die met substantiële bewijzen wordt ondersteund.

In de Verenigde Staten wordt veel geloof gehecht aan de organische oorsprong van olie (biotische oorsprong), terwijl het idee van een anorganische oorsprong (abiotische oorsprong) al lang wordt aanvaard door wetenschappers uit het post-Sovjettijdperk. Sommige Amerikaanse wetenschappers zijn ook op de abiotische trein gesprongen, hoe veracht ook door de meeste van hun collega’s.

Zij wijzen op problemen die ontstaan door het idee dat olie afkomstig is van dode planten.

Waar komt al dat dode spul vandaan?

Wanneer een plant of dier sterft, wordt slechts weinig van zijn materie begraven. De natuur recyclet – sommige van de grootste recyclers in de natuur zijn insecten, micro-organismen, schimmels en bacteriën. Is er werkelijk genoeg organisch materiaal onder de aarde begraven om triljoenen vaten olie te creëren?

Bovendien stelt de biotische theorie dat organisch materiaal binnen het “olievenster” moet passen voordat het olie wordt. Het olievenster verwijst naar een reeks voorwaarden, waaronder het bereiken van een bepaalde diepte (1 tot 2,5 mijl) waar de temperatuur goed is (140 tot 300 graden Fahrenheit) om olie te produceren.

Voorstanders van de alternatieve, abiotische theorie, zeggen dat olie in plaats daarvan een primordiale substantie kan zijn die uit de diepte van de aarde opstijgt via spleten. Olie zou dus onafhankelijk kunnen ontstaan van organische bronnen die chemische processen ondergaan, net zoals methaan wordt gevonden op asteroïden of in andere onvruchtbare omgevingen.

Sceptici zeggen dat methaan een eenvoudiger stof is dan aardolie; het ontstaansproces van de koolwaterstoffen in aardolie is complexer en dezelfde logica gaat misschien niet op.

Opvallende olie gebaseerd op abiotische theorie

Siljan Ring: Thomas Gold van de Cornell University in New York, die in 2004 overleed, was een uitgesproken voorstander van de abiotische theorie. Hij adviseerde een team dat eind jaren tachtig en begin jaren negentig in Midden-Zweden boorde op een plek die bekend staat als de Siljan Ring en die op zijn zachtst gezegd als weinig veelbelovend zou zijn beschouwd door onderzoekers die vanuit een biotisch perspectief werken.

De conventionele olie-exploratie beperkt zich tot sedimentaire bekkens. Aangenomen wordt dat plankton naar de bodem van watermassa’s zinkt wanneer het sterft en begraven wordt in sediment, dat in de loop der tijd naar beneden wordt gedrukt tot het de juiste omstandigheden bereikt: het olievenster.

De Siljan Ring daarentegen is niet rijk aan sedimenten. De sedimenten die er zijn, aldus Gold, zijn niet dieper dan 300 meter, terwijl de boring is uitgevoerd op een diepte van 5 tot 7 kilometer.

Hoewel de boring niet het door Gold voorspelde “gasveld van wereldklasse” opleverde, werden er 80 vaten olie gevonden, genoeg voor Gold om zich gerechtvaardigd te voelen en sommige wetenschappers zijn mening te doen herzien. Natuurlijk zijn conventionele boringen ook niet altijd succesvol wanneer landmeters denken dat een gebied er veelbelovend uitziet.

Toch stelden critici dat daar olie uit sedimentair gesteente naar beneden sijpelde, waarop Gold weerlegde: “Olie die na 360 miljoen jaar uit zo’n kleine hoeveelheid sedimenten wegsijpelt lijkt onwaarschijnlijk”.

Olievelden in Oekraïne: Professor Vladilen A. Krayushkin, voorzitter van de afdeling aardolie-exploratie van de Oekraïense Academie van Wetenschappen, is een groot voorstander van de abiotische theorie en wordt geciteerd in een artikel van Dr. J. F. Kenney uit 1996, getiteld “Special Edition on The Future of Petroleum“.

Krayushkin zei: “De elf grote en één reusachtige olie- en gasvelden die hier worden beschreven, zijn ontdekt in een regio die veertig jaar geleden werd veroordeeld als zijnde zonder potentieel voor aardolieproductie. De exploratie naar deze velden werd volledig uitgevoerd volgens het perspectief van de moderne Russisch-Oekraïense theorie van abyssale, abiotische aardolieoorsprong.

“De boringen die tot deze ontdekkingen hebben geleid, zijn met opzet diep in het kristallijne basementgesteente verricht. … Deze reserves bedragen ten minste 8.200 miljoen ton [meer dan 57 miljard vaten] winbare olie en 100 miljard kubieke meter winbaar gas, en zijn daarmee vergelijkbaar met die van de North Slope van Alaska.”

Eugene Island: Op Eugene Island, Louisiana, werd in 1995 gemeld dat de olievelden zichzelf op verbijsterende wijze weer aanvulden nadat ze waren uitgeput. De bevindingen van dr. Jean K. Whelan, onderdeel van een exploratieprogramma van het Amerikaanse Ministerie van Energie, lijken de abiotische theorie te ondersteunen om dit te verklaren. Zij constateerde dat de olie waarschijnlijk van grote diepte kwam, zoals abiotische voorstanders zeggen.

Een artikel in de New York Times uit die tijd verklaarde: “[Whelan] heeft bewijs gevonden voor verschillen in de samenstelling van de olie in de loop der tijd naarmate deze van grotere naar ondiepere diepte stroomt. Door de chemische veranderingen in de olie te meten die het gevolg zijn van de actie van olie-etende bacteriën, leidt zij af dat de olie in vrij snelle spurts van grote diepten naar reservoirs dichter bij de oppervlakte gaat.”

Whelan steunde ook een theorie van Gold dat microben olie eten, wat de aanwezigheid van biologisch materiaal in olie op grote diepte verklaart.

Sceptici

Whelan kreeg, net als Gold, kritiek. Een van de belangrijkste argumenten tegen de abiotische theorie is dat olie migreert met het ondergrondse water, wat de olie verklaart die gevonden wordt op onverwachte plaatsen zonder sedimentair gesteente. De vreemde uniformiteit van olie gevonden in verschillende soorten rotsformaties van verschillende leeftijden is dus het resultaat van olie die naar andere plaatsen migreert.

Petroleumingenieur en consultant Jean H. Laherrère schreef een gedetailleerde, puntsgewijze weerlegging van Gold’s argumenten. Gold was toen al overleden en was niet in staat om te reageren. Laherrère zei dat Gold zeker op de hoogte was van deze informatie.

Laherrère biedt eerder alternatieve verklaringen dan directe weerleggingen. Hij lijkt soms Gold’s opmerkingen uit hun context te halen of ze te behandelen als op zichzelf staande argumenten voor de abiotische theorie. Het artikel behandelt echter beide kanten van het argument, waarbij veel van Laherrères antwoorden neerkomen op het feit dat oliemigratie de abiotische stelling verklaart.

Ook de aanwezigheid van bepaalde metalen en helium in aardolie wordt van beide kanten verklaard.

Aangezien het miljoenen jaren duurt voordat aardolie zich vormt, en niemand het met eigen ogen heeft gezien, zijn de bewijzen die aan beide kanten worden aangedragen moeilijk te kwalificeren. Maar als de abiotische theorie juist is, zou dat grote gevolgen kunnen hebben voor de energie-industrie. Als de olieproductie dienovereenkomstig wordt aangepast, zou “fossiele brandstof” kunnen worden beschouwd als een hernieuwbare energiebron.

Is Gold een “ketter?”

In een Cornell artikel, geschreven na Golds overlijden, wordt Gold geciteerd: “Ik geniet niet van mijn rol als ketter… Het is vervelend.”

Het artikel gaat verder: “Inderdaad, ondanks de intense tegenstand die ze vaak ondervonden, hadden veel van Gold’s meest verontwaardigde en gepassioneerde ideeën de merkwaardige gewoonte om juist te blijken.”

Sommige van zijn theorieën – zoals over de mechanismen van het menselijk gehoor, de aard van pulsars in de ruimte, en het bestaan van fijn steenpoeder op de maan – werden tientallen jaren bespot voordat ze werden gerechtvaardigd en algemeen aanvaard.

Gold is wel vergeleken met de beroemde astronoom Carl Sagan, die Gold in 1968 naar Cornell haalde, nadat Sagan door Harvard was afgewezen. Het Cornell-artikel citeert de woorden van Keay Davidson uit een biografie van Sagan uit 1999: “Gold belichaamde Cornell’s openheid voor onconventionele genieën.”

Origineel gepubliceerd op The Epoch Times (25 november 2022): Is Fossil Fuel Actually Produced Renewably Inside the Earth? Some Scientists Theorize ‘Abiotic’ Origins of Oil

Lood wordt goud: hoe de eeuwenoude zoektocht naar alchemie gelijktijdig ontstond in Egypte, China en India

Het is opmerkelijk dat in het oude India, China en Egypte duizenden jaren geleden tegelijkertijd dezelfde zoektochten ontstonden. Deze beschavingen probeerden allemaal lood of andere elementen in goud te veranderen en onsterfelijkheid te bereiken door het manipuleren en zuiveren van verschillende soorten materie.

Hoewel er opmerkelijke overeenkomsten zijn tussen hun ambities en werkwijzen, zijn hun specifieke alchemistische methoden onafhankelijk van elkaar ontstaan.

“In de tweede eeuw na Christus waren Egyptische ambachtslieden in Alexandrië de eerste alchemisten die wanhopig probeerden metaal in goud te veranderen. Bijna tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar waren er Taoïstische monniken (dit waren geen pure alchemisten maar eerder religieuze magiërs) die geloofden dat goud een wonderbaarlijk medicijn was en ook zij probeerden het te produceren, niet voor de rijkdom maar met het oog op een eeuwigdurende jeugd en onsterfelijkheid,” schreef acupuncturist Joseph P. Hou, Ph.D., in zijn boek ” Healthy Longevity Techniques”.

Wijlen Dr. Allen G. Debus (1926-2009) schreef ook over de bijna gelijktijdige en onafhankelijke opkomst van de alchemie in verschillende culturen. Debus promoveerde aan Harvard University en werd een vermaard wetenschapshistoricus. Hij schreef in zijn boek “Alchemy and Early Modern Chemistry” dat de alchemie niet alleen in Egypte en China, maar ook in India geheel onafhankelijk ontstond. Hoewel Chinese en Indiase alchemistische praktijken in een latere fase kruisinvloeden vertoonden, geloofde Debus dat de twee onafhankelijk van elkaar zijn ontstaan.

Een alchemie cursus aan de Universiteit van Hawaï beschrijft de oude praktijk: “Alchemie is een kosmische kunst waarmee delen van die kosmos, de minerale en dierlijke delen, kunnen worden bevrijd van hun tijdelijke bestaan en een staat van perfectie kunnen bereiken: in het geval van mineralen wordt dit goud, en voor mensen betekent dit levensduur, onsterfelijkheid en verlossing. Dergelijke transformaties kunnen enerzijds worden bewerkstelligd door het gebruik van een materiële substantie zoals de ‘steen der wijzen’ of een elixer, of anderzijds door revelerende kennis of psychologische verlichting.”

Alchemie kan in verschillende culturen los van elkaar zijn ontstaan door een aantal gemeenschappelijke uitgangspunten, die tot leerstellingen kunnen leiden, schreef Debus. Zo is er bijvoorbeeld de aloude relatie tussen onsterfelijkheid en goud. Debus schetste enkele overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende culturen.

De Egyptische alchemie was niet zo nauw verbonden met religie als de Chinese en Indiase praktijken. In Egypte was het eerder een ‘praktijkgerichte’ dan een ‘mystieke’ studie.

Chinese en Griekse alchemie zijn in bepaalde opzichten vergelijkbaar. De oorsprong van de Griekse alchemie is vaag; volgens één theorie stamt zij uit Egypte. Zowel de Chinese als de Griekse cultuur bevatten een concept van fysieke energie. Griekse alchemisten gebruikten de elementen aarde, water, lucht en vuur. Op soortgelijke wijze omvat de Chinese discipline de vijf elementen vuur, hout, water, aarde en metaal.

De Chinese alchemie zocht naar evenwicht tussen yin en yang (deze worden geassocieerd met het vrouwelijke en het mannelijke, respectievelijk het aardse en het hemelse). Chinese alchemisten combineerden bijvoorbeeld salpeter, geassocieerd met yin, en zwavel, geassocieerd met yang. De resulterende knal betekende de ontdekking van het buskruit.

Ook de Grieken beschouwden tegenstellingen als relevant. Zij werkten met warm en koud, vochtig en droog, aarde en lucht, en water en vuur.

Net als bij de ontdekking van het buskruit (lange tijd gebruikt in vuurwerk voordat het in wapens werd gebruikt) legden de alchemisten met hun observaties van de chemische reacties een deel van de basis voor de moderne scheikunde.

Maar naarmate de wetenschap zich verder ontwikkelde, raakten veel van deze alchemistische praktijken verouderd en vervielen ze in het domein van het esoterische of het mystieke.

Ter vergelijking, de Universiteit van Hawaï presenteerde een raadsel waarin de alchemist schreef: “De grijze wolf verslindt de koning, waarna hij wordt begraven op een brandstapel, waarbij de wolf wordt verteerd en de koning weer tot leven wordt gewekt”, wat zich vertaalt naar een “extractie van goud uit legeringen door het afromen van minderwaardige metaal sulfiden en het roosteren van de goud-antimoonlegering totdat het antimoon verdampt en er puur goud overblijft.” Toch is deze cryptische boodschap voor de leek niet minder mystificerend dan hoe het in onze moderne scheikunde wordt geformuleerd als: “Dehydrohalogenering van vicinale dihalide met amiden om alkynen te verkrijgen.”

Moderne wetenschappers, zoals Sir Isaac Newton, Robert Boyle en John Locke, waren zelf ook alchemisten. Bill Newman, een historicus aan de Universiteit van Indiana, bestudeerde Newtons geheime gecodeerde recepten. Hij vertelde aan het wetenschapsprogramma PBS, NOVA: “Als je kijkt naar de experimentele notitieboekjes die hij ongeveer 30 jaar bijhield, is het werkelijk onmogelijk om de conclusie te ontlopen dat hij probeerde om de ‘steen der wijzen’ te produceren.”

Gepubliceerd door The Epoch Times (29 oktober 2022): Lead Into Gold: How the Ancient Quest of Alchemy Sprang Up in Egypt, China, India in Parallel

Chirurgen zijn getuige van het bestaan van een ziel nadat een patiënt de operatiekamer beschrijft na 20 minuten dood verklaard te zijn

Nederlandse onderzoekers van bijna-doodervaringen hebben meer dan 70 gevallen verzameld van mensen die naar verluidt hun lichaam hebben verlaten en scènes hebben waargenomen die zij met hun fysieke zintuigen onmogelijk hadden kunnen waarnemen op dat moment.

De details van wat zij zagen – bijvoorbeeld bepaalde handelingen van mensen in het ziekenhuis – konden worden geverifieerd, wat misschien wel het sterkste bewijs is voor het vermogen van de geest om buiten de hersenen te bestaan.

Titus Rivas, Anny Dirven en Rudolf Smit publiceerden deze compilatie in een boek getiteld “Wat een stervend brein niet kan”. Zij zijn op zoek naar financiering om het boek vanuit het Nederlands in het Engels te vertalen. Ondertussen heeft Epoch Times enkele van de gevallen vertaald voor presentatie.

In één geval, beschreven door hartchirurg Lloyd W. Rudy (1934-2012), kwam een patiënt die minstens 20 minuten dood was verklaard, op verbluffende wijze weer tot leven. Niet alleen was zijn opwekking ongewoon; wat hij te zeggen had over de tijd dat hij dood was, kon niet verklaard worden volgens de normale gang van zaken.

Dr. Rudy is afgestudeerd aan de Medische Universiteit van Washington; hij was hoofd van het Hart Programma aan de Medische Universiteit van Georgia; en lid van het eerste harttransplantatieteam aan de Universiteit van Stanford. Op een kerstdag voerden Rudy en zijn assistent Roberto Amado-Cattaneo een operatie uit om een geïnfecteerde hartklep te vervangen. De patiënt leed aan een aneurisme veroorzaakt door de infectie en zou, toen de operatie voltooid was, niet hebben overleefd zonder levensreddende apparatuur.

Inzet: Dr. Lloyd W. Rudy (Screenshot/DentalMastermindGroup.com/YouTube); Achtergrond: Een bestandsfoto van een patiënt in een ziekenhuis (Edwin Verin/Hemera/Thinkstock)

Nadat de situatie van de patiënt schijnbaar hopeloos werd, schreven de chirurgen een overlijdensakte uit, brachten de vrouw van de man op de hoogte van zijn dood en schakelden de machines uit.

“Om de een of andere reden hadden ze de machine die lichaamsfuncties, zoals de bloeddruk, meet, vergeten uit te schakelen,” schreven de onderzoekers. “Ook hadden ze, voordat ze de patiënt niet meer te redden hadden verklaard, een lange buis met een microfoon aan het uiteinde in zijn lichaam laten zakken om een precieze indruk te krijgen van bepaalde lichaamsfuncties, zoals zijn hartslag.

“Rudy en zijn assistent waren zich al aan het omkleden. Ze trokken allebei hun jassen, handschoenen en maskers uit en stonden in de deuropening. Ze praatten over wat ze hadden kunnen doen en welke medicijnen ze hadden kunnen toedienen om de patiënt te redden.

“Er waren ongeveer 20 tot 25 minuten verstreken sinds de patiënt dood was verklaard. Plotseling leek er een soort elektrische activiteit te zijn … Rudy en zijn assistent dachten dat het een soort hartstuiptrekkingen waren, maar de activiteit nam toe en resulteerde in een hartslag, eerst langzaam en dan sneller.”

Niemand had iets gedaan om de patiënt te reanimeren sinds hij dood was verklaard; de heropleving was spontaan. Het kostte de patiënt een paar dagen om weer bij bewustzijn te komen, maar hij herstelde volledig zonder enig teken van hersenbeschadiging.

Amado-Cattaneo zei: “Ik heb een paar keer meegemaakt dat mensen herstelden van een diepe en lange shock, maar die mensen leefden nog, terwijl in dit geval de man overleden was.”

Zoals bij velen die tijdens een bijna-dood ervaring het lichaam hebben verlaten, beschreef de patiënt een helder licht aan het eind van een tunnel. Het zijn echter de gebeurtenissen die hij in het ziekenhuis waarnam die onderzoekers van bijna-doodervaringen intrigeren en die dit wetenschappelijk willen verifiëren.

De patiënt zag Rudy en Amado-Cattaneo praten; hij beschreef nauwkeurig hun positie in de kamer en hoe ze stonden met hun armen over hun borst gevouwen; hij zag de anesthesist de kamer binnenkomen; maar het interessantste was dat hij de computermonitor van een verpleegster zag met een rij post-it briefjes boven elkaar. De verpleegster had inderdaad telefoonberichten voor Rudy op post-it briefjes gezet en ze in deze opstelling opgeplakt.

De auteurs schrijven: “Rudy wijst erop dat de patiënt de briefjes vóór de operatie niet had kunnen zien, aangezien er op dat moment geen onbeantwoorde oproepen waren geweest. Het is duidelijk dat de manier waarop de post-it briefjes over elkaar op de monitor waren geplakt niet gebruikelijk was, en de patiënt kon niet willekeurig raden hoe de verpleegster de briefjes in dit geval had opgeplakt.

“Rudy concludeert dat de patiënt werkelijk boven zijn lichaam moet hebben gezweefd, omdat hij de kamer en aanverwante zaken niet anders had kunnen beschrijven. Hij veronderstelt dus dat toeval of normale voorkennis geen realistische verklaringen kunnen zijn.”

Ook Amado-Cattaneo kon het fenomeen niet verklaren. Hij bevestigde dat de patiënt nauwkeurig gebeurtenissen beschreef die hij niet had kunnen zien, omdat zijn ogen waren dichtgeplakt om het hoornvlies tijdens de operatie te beschermen.

De machines die zijn levenssignalen in de gaten hielden waren echter niet defect. Zijn hart was gestopt met kloppen en hij vertoonde geen tekenen meer van ademhaling gedurende ten minste 20 minuten. Amado-Cattaneo kon zich de naam van de patiënt echter niet meer herinneren en Rudy was al overleden toen Rivas en zijn collega-onderzoekers de zaak grondiger gingen onderzoeken.

In een artikel gepubliceerd in het tijdschrift Journal of Near-Death Studies, schreven Rivas en Smit over dit geval: “Natuurlijk zou deze zaak compleet zijn als de identiteit van de patiënt kon worden vastgesteld zodat medische dossiers konden worden onderzocht, maar tenzij Amado-Cattaneo zich de naam van de patiënt herinnert, is een dergelijk nader onderzoek niet haalbaar. Nochtans, vanuit ons oogpunt gezien, heeft deze onvolkomenheid slechts in geringe mate een nadelig effect, maar ontkracht geenszins, de kwestie als serieus bewijs voor AVP*.”

Rivas en Smit concludeerden in het tijdschrift: “Wij geloven dat de opeenstapeling van dergelijk anekdotisch bewijs het steeds moeilijker maakt om dit soort gevallen zonder meer naast ons neer te leggen.”

*AVP staat voor apparently non-physical veridical perception”, of schijnbaar niet-fysieke waarneming, een term die wordt gegeven aan waarnemingen die onmogelijk zouden moeten zijn op basis van de toestand en positie van het fysieke lichaam van de ervaringsdeskundige.

Gepubliceerd door The Epoch Times (23 oktober 2022): Surgeons Find Evidence of a Soul After Patient Describes Operating Room After Declared Dead for 20 Minutes.

Wetenschapper ontdekt dat mensen een mysterieus bio-energieveld hebben waar mystici altijd al van wisten

Duizenden jaren lang hebben mystici gezinspeeld op de aanwezigheid van een biologisch gegenereerd energieveld, of aura, rond het menselijk lichaam. Nu blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat dit meer is dan louter mystiek en folklore. Biochemicus John Norman Hansen, Ph.D., van de Universiteit van Maryland heeft bewijs gevonden dat zo’n energieveld echt zou kunnen bestaan, wat een bevestiging is van beweringen die eeuwenlang door spirituele beoefenaars zijn gedaan.

Dr. Hansen voerde honderden experimenten uit met tientallen proefpersonen, en zijn resultaten liggen consistent in dezelfde lijn. Ook andere wetenschappers hebben gelijkaardige resultaten bekomen, waaronder Willem H. van den Berg van de afdeling biochemie en biofysica van de Universiteit van Pennsylvania, en de natuurkundige William van der Sluys van het Gettysburg College, die hun studie op 15 maart publiceerden in het tijdschrift Journal of Scientific Exploration.

Bij eerder onderzoek naar menselijke bio-energievelden is gebruik gemaakt van fotonsensoren. Dr. Hansen pakte het anders aan. Hij vroeg zich af of een bio-energieveld, als het bestaat, genoeg kracht zou hebben om een torsieslinger, een apparaat dat gevoelig genoeg is om door een subtiele kracht te worden bewogen, voort te duwen. Hij hing de slinger boven het hoofd van de proefpersoon en zag een duidelijke verandering in het momentum van de slinger.

“Hij hing de slinger boven het hoofd van de proefpersoon en zag een duidelijke verandering in het momentum van de slinger.”

“Na het uitvoeren van controle-experimenten om invloeden van luchtstromingen en andere kunstmatige elementen uit te sluiten, is geconcludeerd dat de effecten worden uitgeoefend door een soort krachtveld dat wordt opgewekt door de proefpersoon die onder de slinger zit,” verklaarde hij in zijn studie uit 2013, getiteld “Use of a Torsion Pendulum Balance to Detect and Characterize What May Be a Human Bioenergy Field,” die ook is gepubliceerd in het tijdschrift Journal of Scientific Exploration. “Wij kennen geen enkele kracht, zoals die binnen het elektromagnetische spectrum, die deze resultaten kan verklaren. Het kan zijn dat een conventionele verklaring voor deze verrassende resultaten zal worden ontdekt, maar het is mogelijk dat we een verschijnsel hebben waargenomen dat de ontwikkeling van nieuwe theoretische concepten vereist.”

Een van de opmerkelijke waarnemingen was dat het effect van de menselijke aanwezigheid nog zo’n 30 tot 60 minuten aanhield nadat de menselijke proefpersoon al vertrokken was. Bij andere krachten, zoals luchtstromen, zou de slinger onmiddellijk terugkeren naar zijn klassieke, niet-aangedreven beweging.

“De mentale toestand van een proefpersoon kan het gedrag van de slinger sterk beïnvloeden.”

Elke proefpersoon had ongeveer dezelfde kracht om de slinger te beïnvloeden “wat aangeeft dat de effecten op de slinger geen uniek talent of oefening vereisen,” schreef Hansen in een synopsis van een voordracht die hij eind mei 2015 hield op de 34e jaarlijkse Society for Scientific Exploration conferentie. “Er is echter waargenomen dat sommige proefpersonen, vooral degenen die jarenlang een meditatieve praktijk hebben gevolgd, zeer verschillende effecten uitoefenen tijdens een meditatieve toestand in vergelijking met een niet-meditatieve toestand … waaruit blijkt dat de mentale toestand van een proefpersoon het gedrag van de slinger sterk kan beïnvloeden.”

Is er een begrijpelijke verklaring?

Van den Berg en Van der Sluys gebruikten hetzelfde slingertoestel – Hansen heeft het ontwerp openbaar gemaakt en anderen aangemoedigd zijn resultaten te evenaren – en namen dezelfde verandering in de beweging ervan waar wanneer deze in de buurt van een menselijk hoofd kwam. Zij vroegen zich echter af of deze verandering het gevolg was van een verandering in de luchttemperatuur door de warmte die een menselijk hoofd uitstraalt. De verandering in luchttemperatuur zou convectiestromen kunnen veroorzaken, zeiden ze.

“Zij vroegen zich echter af of deze verandering het gevolg kon zijn van een verandering in de luchttemperatuur door de warmte die een menselijk hoofd uitstraalt.”

Zij plaatsten een plastic schild  tussen het hoofd en de slinger en ontdekten dat het effect op de slinger verdween. Zij suggereerden dat het plastic ofwel de slinger afsneed van het mysterieuze bio-energieveld, ofwel gewoon de warmtebron afsneed.

Hansen publiceerde echter een reactie op deze studie, waarin hij wijst op wat hij ziet als gebreken in de theorie dat lichaamswarmte de slingerbeweging veroorzaakt.

Om te beginnen zei Hansen: “Als je een dik plastic schild tussen de proefpersoon en de slinger zou plaatsen, zou de duwkracht [van het bio-energieveld] aanvankelijk tegen het schild gericht zijn, en de slinger zou alleen reageren op de duwkracht die overblijft na het duwen tegen het schild. Als de duwende kracht door het schild zou overleven en dan tegen de slinger zou duwen, zou dat in strijd zijn met fundamentele natuurkundige principes; d.w.z. je kunt een kracht maar één keer gebruiken, en als hij gebruikt wordt om tegen het schild te duwen, kan hij vervolgens niet tegen de slinger duwen.”

Een andere factor waarmee van den Berg volgens Hansen geen rekening heeft gehouden, is de aanhoudende nawerking. Hansen schreef: “Een fundamenteel principe van slingerfysica is dat als de slinger wordt aangedreven door een kracht van buitenaf en de kracht wordt weggenomen, de slinger onmiddellijk terugkeert naar de gebruikelijke niet-aangedreven beweging”.

Elke toename van verhitte convectiestromen zou snel verdwijnen nadat de proefpersoon was vertrokken. Convectiestromen kunnen deze nawerkingen dus niet verklaren. Hansen beschreef de effecten van het bio-energieveld van de proefpersoon als op een of andere manier “ingeprent” op de slinger.

Hij zei dat de studie van van den Berg ook geen rekening hield met de verschillende frequenties waarmee de slinger trilt in aanwezigheid van een persoon. De slinger slingert met een enkele frequentie wanneer de proefpersoon afwezig is. Hij trilt met vele nieuwe frequenties wanneer de proefpersoon aanwezig is, en gedurende een half uur of meer nadat de proefpersoon is vertrokken – iets wat niet kan worden verklaard door convectiestromen veroorzaakt door luchttemperatuurschommelingen.

Gepubliceerd door The Epoch Times (15 oktober 2022): Scientist Discovers That Humans Have a Mysterious Bioenergy Field That Mystics Have Always Known About

 

17 artefacten die suggereren dat er duizenden of miljoenen jaren geleden geavanceerde beschavingen bestonden

Volgens onze conventionele kijk op de geschiedenis loopt de mens in zijn huidige vorm pas zo’n 200.000 jaar op aarde rond. Veel van het technologische vernuft dat wij in de moderne tijd kennen, begon zich pas een paar honderd jaar geleden te ontwikkelen, tijdens de industriële revolutie. Er zijn echter aanwijzingen dat er al duizenden jaren geleden geavanceerde beschavingen bestonden, of mogelijk zelfs eerder.

“Oopart” – of “out-of-place artifact” – is de term die wordt gegeven aan talrijke prehistorische voorwerpen die tegenwoordig op verschillende plaatsen in de wereld worden aangetroffen en die een niveau van technologische geavanceerdheid vertonen dat niet strookt met ons huidige paradigma.

Veel wetenschappers proberen deze ooparts dan maar ‘weg’ te verklaren als natuurlijke fenomenen. Anderen zeggen dat dergelijke afwijzende verklaringen alleen maar het toenemende bewijs overschaduwen, dat aantoont dat prehistorische beschavingen over geavanceerde kennis beschikten, en dat deze kennis in de loop der eeuwen verloren is gegaan om in de moderne tijd opnieuw te worden herontdekt.

We zullen hier een verscheidenheid aan ooparts bekijken, die enkele honderden tot enkele miljoenen jaren oud zijn, maar die allemaal een vermeende vooruitgang laten zien die hun tijd ver vooruit is.

Of deze feiten of slechts fictie zijn, kunnen we niet zeggen. Wij kunnen slechts een blik werpen op wat is geweten, aangenomen of verondersteld met betrekking tot deze verschijnselen, vanuit een open geest en gericht op de wetenschappelijke vondsten.

17. Batterijen van 2000 jaar oud?

Van kleipotten met asfaltstoppen en ijzeren staven die zo’n 2000 jaar geleden werden gemaakt, is bewezen dat ze meer dan een volt elektriciteit kunnen opwekken. Deze oude “batterijen” werden in 1938 gevonden door de Duitse archeoloog Wilhelm Konig, net buiten Bagdad, Irak.

Rechts: Een illustratie van een batterij uit Bagdad uit foto’s van museumvoorwerpen. (Ironie/Wikimedia Commons) Achtergrond: Kaart van de omgeving van het huidige Bagdad, Irak. (Cmcderm1/iStock/Thinkstock)

“De batterijen zijn een rariteit die altijd belangstelling hebben getrokken,” vertelde Dr. Paul Craddock, een metallurgiedeskundige bij het British Museum, in 2003 aan de BBC. “Ze zijn uniek. Voor zover wij weten heeft niemand anders zoiets gevonden. Het zijn vreemde dingen en ze zijn een van de raadsels van het leven.”

16. Oude Egyptische gloeilamp?

Een reliëf onder de Tempel van Hathor in Dendera, Egypte, toont figuren die rond een groot gloeilampachtig object staan. Erich Von Däniken, die “Chariot of the Gods” schreef, maakte een model van de lamp die werkt als hij op een stroombron wordt aangesloten en een griezelig, paarsachtig licht afgeeft.

Het gloeilamp-achtige object gegraveerd in een crypte onder de Tempel van Hathor in Egypte. (Lasse Jensen/CC BY 2.5)

15. Grote Muur van Texas

In 1852, in wat nu bekend staat als Rockwall County, Texas, ontdekten boeren bij het graven van een put wat een oude rotswand bleek te zijn. Volgens schattingen is de muur zo’n 200.000 tot 400.000 jaar oud en volgens sommigen is het een natuurlijke formatie, terwijl anderen zeggen dat hij duidelijk door de mens is gemaakt.

Een historische foto van de “muur” gevonden in Rockwall, Texas. (Publiek domein)

Dr. John Geissman van de Universiteit van Texas in Dallas heeft de stenen onderzocht als onderdeel van een documentaire van History Channel. Hij ontdekte dat ze allemaal op dezelfde manier gemagnetiseerd waren, wat suggereert dat ze gevormd zijn waar ze zijn en niet van elders naar die plek zijn verplaatst. Maar sommigen zijn niet overtuigd van deze enkele test in een TV-show en dringen aan op verder onderzoek.

Geoloog James Shelton en de in Harvard opgeleide architect John Lindsey hebben bouwkundige elementen opgemerkt, waaronder bogen, portalen met lateien en vierkante openingen die op ramen lijken.

14. Een kernreactor van 1,8 miljard jaar oud?

In 1972 importeerde een Franse fabriek uraniumerts uit Oklo, in het Afrikaanse Gabon. Het uranium was al ontgonnen. Ze ontdekten dat de plaats van oorsprong blijkbaar heeft gefunctioneerd als een grootschalige kernreactor die 1,8 miljard jaar geleden ontstond en zo’n 500.000 jaar in bedrijf was.

Locatie kernreactor, Oklo, Republiek Gabon. (NASA)

Dr. Glenn T. Seaborg, voormalig hoofd van de United States Atomic Energy Commission en Nobelprijswinnaar voor zijn werk in de synthese van zware elementen, geloofde dat het geen natuurlijk fenomeen was, en dus een door de mens gemaakte kernreactor moest zijn.

Om uranium te laten “branden” in een reactie zijn zeer precieze omstandigheden nodig. Het water moet extreem zuiver zijn, veel zuiverder dan in de natuur voorkomt. Het materiaal U-235 is nodig om kernsplitsing te laten plaatsvinden. Het is een van de isotopen die van nature in uranium voorkomen. Verschillende specialisten in reactortechniek hebben gezegd dat zij geloven dat het uranium in Oklo niet rijk genoeg kan zijn geweest aan U-235 om een reactie op natuurlijke wijze te laten plaatsvinden.

13. Makers van zeekaarten voordat Antarctica bedekt was met ijs?

Een kaart die in 1513 werd gemaakt door de Turkse admiraal en cartograaf Piri Reis, maar afkomstig is van verschillende eerdere kaarten, wordt door sommigen beschouwd als een afbeelding van Antarctica zoals het was in een zeer ver verleden, voordat het bedekt was met ijs.

Een deel van de kaart van Piri Reis uit 1513. (Publiek domein)

Een landmassa steekt uit de zuidelijke kustlijn van Zuid-Amerika. Kapitein Lorenzo W. Burroughs, een kapitein van de dienst cartografie van de Amerikaanse luchtmacht, schreef in 1961 een brief aan Dr. Charles Hapgood waarin hij zei dat deze landmassa de kust van Antarctica onder het ijs nauwkeurig lijkt weer te geven.

Dr. Hapgood (1904-1982) was een van de eersten die publiekelijk suggereerde dat de Piri Reis kaart Antarctica afbeeldt in een prehistorische tijd. Hij was een in Harvard opgeleide historicus, wiens theorieën over geologische verschuivingen zelfs de aandacht van Albert Einstein hadden getrokken. Hij veronderstelde dat de landmassa’s verschuiven, wat verklaart waarom Antarctica is weergegeven als verbonden met Zuid-Amerika.

Moderne studies weerleggen Hapgood’s theorie dat zo’n verschuiving binnen duizenden jaren kan hebben plaatsgevonden, maar ze tonen aan dat het binnen miljoenen jaren kan zijn gebeurd.

12. Seismograaf van 2000 jaar oud

In 132 na Christus creëerde Zhang Heng de eerste seismograaf ter wereld. Hoe hij precies functioneerde blijft een mysterie, maar replica’s hebben gewerkt met een precisie die vergelijkbaar is met die van moderne instrumenten.

Een replica van de oude Chinese seismograaf uit de Oostelijke Han Dynastie (25-220 na Christus), en zijn uitvinder, Zhang Heng. (Wikimedia Commons)

In 138 na Christus gaf hij correct aan dat er een aardbeving plaatsvond ongeveer 300 mijl ten westen van de hoofdstad Luoyang. Niemand had de beving in Luoyang gevoeld en de waarschuwing werd genegeerd totdat dagen later een boodschapper arriveerde met een verzoek om hulp.

11. Buizen van 150.000 jaar oud?

Grotten nabij de berg Baigong in China bevatten buizen die naar een nabijgelegen meer leiden. Volgens Brian Dunning van Skeptoid.com zijn ze door het Beijing Institute of Geology gedateerd op ongeveer 150.000 jaar geleden.

De staatsmedia Xinhua rapporteerde dat de buizen werden geanalyseerd in een plaatselijke smelterij en dat 8 procent van het materiaal niet kon worden geïdentificeerd. Zheng Jiandong, een geologisch onderzoeker van de China Earthquake Administration, vertelde in 2007 aan de staatskrant People’s Daily dat sommige buizen erg radioactief bleken te zijn.

Jiandong zei dat ijzerrijke magma diep uit de aarde kan zijn opgestegen en het ijzer in spleten heeft gebracht waar het in buizen kan zijn gestold. Hij noemde de radioactiviteit een voorbeeld van de vreemde kwaliteiten van de buizen.

10. Antikythera Mechanisme

Een mechanisme dat vaak een “computer uit de oudheid” wordt genoemd en dat rond 150 voor Christus door de Grieken werd gebouwd, was in staat om astronomische veranderingen met grote precisie te berekenen.

Het Antikythera Mechanisme is een 2000 jaar oud mechanisch apparaat dat werd gebruikt om de posities van de zon, de maan, de planeten en zelfs de data van de oude Olympische Spelen te berekenen. (Marsyas/CC door SA 3.0)

“Als het niet was ontdekt … zou niemand kunnen geloven dat het kon bestaan omdat het zo geavanceerd is,” zei wiskundige Tony Freeth in een NOVA-documentaire. Mathias Buttet, directeur onderzoek en ontwikkeling voor horlogemaker Hublot, zei in een video vrijgegeven door het Griekse ministerie van Cultuur en Toerisme: “Dit Antikythera Mechanisme bevat ingenieuze functies die niet gekend zijn door de moderne horloge-makers.”

9. Boor in kolen

John Buchanan, presenteerde een mysterieus object op een bijeenkomst van de Society of Antiquaries of Scotland op 13 december 1852. Er was een boor gevonden, ingekapseld in steenkool van ongeveer 55 cm dik, begraven in een bed van klei gemengd met keien van iets meer dan 2 meter dik.

De steenkool op aarde zou honderden miljoenen jaren geleden zijn gevormd. Het Genootschap besloot dat het boor op ambachtelijke wijze is vervaardigd overeenkomstig onze moderne tijden. Maar het concludeerde dat “het ijzeren instrument misschien deel uitmaakte van een boor die tijdens een eerdere zoektocht naar steenkool was afgebroken.”

Het gedetailleerde rapport van Buchanan vermeldde echter geen aanwijzingen dat de steenkool rondom het instrument doorboord was.

8. Bolvormige objecten van 2,8 miljard jaar oud?

Bollen met fijne groeven, gevonden in mijnen in Zuid-Afrika, zouden volgens sommigen natuurlijk gevormde massa’s mineralen zijn. Anderen zeggen dat ze nauwkeurig zijn gevormd door een prehistorische mensenhand.

Linksboven, rechtsonder: Bollen, bekend als Klerksdorp bollen, gevonden in de pyrofyliet (wondersteen) afzettingen bij Ottosdal, Zuid-Afrika. (Robert Huggett) Rechtsboven, linksonder: Soortgelijke voorwerpen bekend als Moqui-knikkers uit het Navajo zandsteen van zuidoost Utah. (Paul Heinrich)

“De bollen, die aan de binnenkant een vezelachtige structuur hebben met aan de buitenkant een zeer harde mantel, kunnen niet bekrast worden, zelfs niet door staal,” aldus Roelf Marx, conservator van het museum van Klerksdorp, Zuid-Afrika, volgens het boek van Michael Cremo, “Forbidden Archaeology: The Hidden History of the Human Race.” Marx zei dat de bollen ongeveer 2,8 miljard jaar oud zijn.

Als het minerale bollen zijn, is het onduidelijk hoe ze precies zijn gevormd.

7. IJzeren pilaar van Delhi

Deze pilaar is minstens 1.500 jaar oud, maar zou ouder kunnen zijn. Hij blijft roestvrij en is van een verbazingwekkende zuiverheid. Hij bestaat voor 99,72 procent uit ijzer, volgens professor A.P. Gupta, hoofd van de afdeling Toegepaste Wetenschappen en Menswetenschappen aan het Instituut voor Technologie en Management in India.

Een inscriptie uit ongeveer 400 na Christus van koning Chandragupta II op de ijzeren pilaar van Delhi. (Venus Upadhayaya/Epoch Times)

In moderne tijden is smeedijzer gemaakt met een zuiverheid van 99,8 procent, maar het bevat mangaan en zwavel, twee ingrediënten die niet aanwezig zijn in deze pilaar.

Het werd vervaardigd minstens “400 jaar voordat de grootste bekende gieterij van de wereld het had kunnen produceren,” schreef John Rowlett in “A Study of the Craftsmen of Ancient and Medieval Civilizations to Show the Influence of their Training on our Present Day Method of Trade Education.”

6. Viking zwaard Ulfberht

Toen archeologen het Vikingzwaard Ulfberht uit de periode 800 tot 1000 na Christus vonden, waren ze stomverbaasd. Ze begrepen niet hoe de technologie om zo’n zwaard te maken beschikbaar kan zijn geweest 800 jaar vóór de Industriële Revolutie.

Een Ulfberht zwaard tentoongesteld in het Germanisches Nationalmuseum, Neurenberg, Duitsland. (Martin Kraft/CC BY-SA 3.0)

Het koolstofgehalte is drie keer zo hoog als bij andere zwaarden uit die tijd en de onzuiverheden werden zodanig verwijderd dat het ijzererts tot minstens 1500 graden Celcius moet zijn verhit.

Met grote inspanning en precisie heeft de moderne smid Richard Furrer uit Wisconsin een zwaard van dezelfde kwaliteit gesmeed met behulp van technologie die in de Middeleeuwen beschikbaar zou zijn geweest. Hij zei dat het het meest ingewikkelde was dat hij ooit had gemaakt, en hij gebruikte methoden waarvan niet bekend is of ze door mensen uit die tijd al konden worden gebruikt.

5. Hamer van 100 miljoen jaar oud?

In Londen, Texas, werd in 1934 een hamer gevonden, ingekapseld in steen die zich eromheen had gevormd. Het gesteente rondom de hamer zou meer dan 100 miljoen jaar oud zijn.

Glen J. Kuban, een uitgesproken scepticus van beweringen dat de hamer miljoenen jaren geleden is gemaakt, zei dat het gesteente materialen kan bevatten die meer dan 100 miljoen jaar oud zijn, maar dat betekent niet dat het gesteente zich zo lang geleden rond de hamer heeft gevormd.

Hij zei dat er kalksteen is gevormd rond artefacten uit de 20e eeuw, dus concreties kunnen zich vrij snel rond voorwerpen vormen. (Concreties zijn massa’s verharde mineralen).

Carl Baugh, die in het bezit was van het voorwerp, heeft gezegd dat het houten handvat in steenkool is veranderd (bewijs van de hoge leeftijd) en dat het metaal waarvan het is gemaakt een vreemde samenstelling heeft. Critici hebben aangedrongen op onafhankelijke tests om deze beweringen te verifiëren, maar tot nu toe zijn dergelijke tests nog niet uitgevoerd.

4. Prehistorische werkplaats?

Arbeiders in een steengroeve bij Aix-en-Provence, Frankrijk, stuitten in de 18e eeuw op gereedschap dat vastzat in een laag kalksteen 15 meter onder de grond.

De vondst werd in 1820 opgetekend in het American Journal of Science and Arts door T.D. Porter, die het werk “Mineralogie” van graaf Bournon vertaalde.

De houten instrumenten waren veranderd in agaat, een hard gesteente. Porter schreef: “Alles wees erop dat dit werk werd uitgevoerd op de plaats waar de sporen zich bevonden. De aanwezigheid van de mens ging dus vooraf aan de vorming van dit gesteente, en dat was zeer aanzienlijk, aangezien de mens al zo ver in de beschaving was geëvolueerd dat hij de kunsten kende, en dat hij steen bewerkte en er zuilen uit vervaardigde.”

Zoals gezegd in het geval van de hamer hierboven, is bekend dat kalksteen zich relatief snel vormt rond modern gereedschap.

3. Een miljoenen jaren oude brug?

Volgens de oude Indiase legende bouwde koning Rama meer dan een miljoen jaar geleden een brug tussen India en Sri Lanka. Op satellietbeelden zijn resten van zo’n brug te zien, maar velen zeggen dat het een natuurlijke formatie is.

Adam’s Brug, ook bekend als Rama’s Brug, of Ram Setu, tussen India en Sri Lanka. (NASA)

Dr. Badrinarayanan, voormalig directeur van de Geologische Dienst van India, bestudeerde bodemmonsters van de brug. Hij was verbaasd over de aanwezigheid van rotsblokken bovenop een zeezandlaag en veronderstelde dat de rotsblokken daar met opzet moeten zijn geplaatst.

Geen enkele natuurlijke verklaring is door geologen onderschreven. De datering is omstreden, omdat volgens sommigen geen enkel deel van de brug een juist beeld kan geven van hoe oud de hele brug eigenlijk is.

2. 500.000 jaar oude bougie?

In 1961 waren drie mensen op zoek naar geodes voor hun juwelen- en souvenirwinkel in Olancha, Californië, toen ze iets vonden wat leek op een bougie ingekapseld in een geode. Virginia Maxey, een van de drie ontdekkers, zei destijds dat een geoloog de fossielen rond het apparaat had onderzocht en gedateerd op 500.000 jaar of ouder.

De geoloog is nooit bij naam genoemd, en de huidige verblijfplaats van het artefact is onbekend. Critici van de claim, Pierre Stromberg en Paul V. Heinrich, hebben alleen röntgenfoto’s en een schets van het artefact om te analyseren. Zij denken dat het een moderne bougie is, ingekapseld in een snelvormende afzetting in plaats van een geode.

Maar, aldus Stromberg en Heinrich, “er is weinig hard bewijs dat de oorspronkelijke ontdekkers iemand wilden misleiden.

1. Prehistorische muur bij de Bahamas?

In 1968 werd voor de kust van de Bahama’s een rotswand gevonden in de vorm van grote, dikke blokken. Archeoloog William Donato heeft meerdere duiken gemaakt om de muur te onderzoeken en veronderstelt dat het een door de mens gemaakt bouwwerk is van ongeveer 12.000 tot 19.000 jaar oud, gebouwd om een prehistorische nederzetting te beschermen tegen de golven.

Hij heeft ontdekt dat het een meerlagige structuur is met stenen die door mensenhanden lijken te zijn geplaatst. Hij heeft ook ankerstenen gevonden met touwgaten erin.

Dr. Eugene Shinn, een gepensioneerd geoloog die werkte voor de U.S. Geological Survey, heeft gezegd dat stalen die hij nam van de blokken een dip vertonen naar diep water. Als alle kernen een afbuiging naar diep water vertonen, zou dit bewijzen dat het gesteente is gevormd waar het zich bevindt, en niet elders, om vervolgens door mensen naar de huidige locatie te zijn vervoerd.

In zijn latere geschriften stond dat alle stalen deze dip vertoonden, wat zou bewijzen dat het een natuurlijke formatie is. Maar zijn eerdere studie stelde nochtans dat slechts 25 procent van zijn stalen een dip vertoonden.

Dr. Greg Little, een psycholoog die geïnteresseerd is in deze structuur, confronteerde Shinn met deze discrepantie en Shinn gaf toe dat hij zijn studie niet echt au serieus had genomen. Hij zei: “Ik liet me een beetje meeslepen om een sluitend verhaal te kunnen vertellen.”

Gepubliceerd door The Epoch Times (21 oktober 2022): 17 Out-of-Place Artifacts That Suggest High-Tech Civilizations Existed Thousands—or Millions—of Years Ago