Toen de online cancelmob achter hem aankwam, voelde professor Eric Kaufmann weinig verbazing – alleen ironie.
Als vooraanstaand onderzoeker van de cancelcultuur in de academische wereld weet hij maar al te goed dat opkomen voor de vrijheid van meningsuiting tegenwoordig door sommige radicale studenten en academici als een daad van fascisme gezien wordt.
Kaufmann is hoogleraar politiek aan het Birkbeck College, Universiteit van Londen, en auteur van Whiteshift: Populism, Immigration, and the Future of White Majorities. Hij is ook een pionier geweest in het gebruik van enquêtes om “autoritarisme en politieke discriminatie” te onderzoeken aan universiteiten in zowel de Verenigde Staten als het Verenigd Koninkrijk.
Toen radicalen aan zijn eigen universiteit onlangs pogingen deden om hem van de universiteit te verdrijven, verliep dat volgens een al te bekend patroon, zegt hij.
“Ze stuurden een reeks tweets rond waarin ze zeiden dat ik een soort blanke supremacist ben,” vertelde hij The Epoch Times. “Wat natuurlijk wel grappig is, omdat mijn eigen achtergrond half Joods en half Chinees en Latino is, maar ook omdat de dingen die ze ‘extreem rechts’ noemden dingen waren als schrijven voor Quillette en Unherd of rapporten maken voor Policy Exchange (wat een mainstream conservatieve denktank is) en ook voor het bekritiseren van wokeness.”

The Epoch Times heeft het bestaan van deze Twitterberichten geverifieerd.
Kaufmann zei dat de radicale studentengroep hem al verschillende jaren in het vizier heeft en ook steun genoot onder radicalen aan de faculteit.
‘De bovenlagen doen er toe’
Maar hij maakt zich niet al te veel zorgen en hij geeft de universiteit zelf niet de schuld. Hij zegt dat zijn universiteit, die gespecialiseerd is in volwassen studenten, beter geïsoleerd is van radicalen dan veel andere academische instellingen, waar jongere generaties de lakens uitdelen.
“De bovenste lagen van een universiteit doen er wel degelijk toe. En ik denk dat als de bovenste lagen van een universiteit heel erg gebonden zijn aan de ‘woke’-agenda, zoals we zien in plaatsen als King’s College of Cambridge, de kans groter is dat er problemen ontstaan.

Kaufmann zegt ook dat hij het geluk heeft dat hij minder afhankelijk is van zijn positie aan de universiteit dan sommige van zijn leeftijdgenoten. Hij geeft ook aan dat hij, nu zijn conservatieve opvattingen allang publiekelijk gekend zijn, veel minder te verliezen heeft.
Uit een baanbrekende studie van Kaufmann eerder dit jaar bleek dat er aan universiteiten een crisis heerst op het gebied van de vrijheid van meningsuiting, die zich vooral uit in discriminatie van conservatieven. Dit soort “hard autoritarisme” omvat “no-platforming, ontslagcampagnes, aanvallen van social media mobs, open brieven … formele klachten en disciplinaire maatregelen”, aldus het onderzoek dat is gepubliceerd door het Center for the Study of Partisanship and Ideology (CSPI).
Kaufmann zegt dat de campagnes enigszins organisch kunnen overkomen, maar dat ze vaak ook een organiserend zenuwcentrum hebben, met studenten en bevriende faculteitsleden die de menigte ophitsen.
Net als het brandmerken van een heks
“Het gaat deels om het geven van signalen aan elkaar.” Deelnemers krijgen ideologische kudo’s van ‘medereizigers’ en krijgen een soort morele sensatie, zegt hij. “Het is deels een religieuze ervaring – een beetje zoals iemand brandmerken als heks of iemand bestempelen als zondaar die bezeten is door de duivel of zoiets. Het heeft diezelfde dynamiek.”
Kaufmann beschrijft de drijvende kracht achter de cancel cultuur als “links modernisme”, dat volgens hem de hedendaagse overheersende ideologie is in elite-instellingen.
Hij zegt dat het een mengsel is van liberalisme, marxisme en het therapeutische ethos van universiteiten – de zogenaamde sneeuwvlok-mentaliteit.
“[Het is] liberalisme, dat altijd gericht was op het verwerven van rechten voor minderheidsgroepen – religieus, raciaal, seksueel – vermengd met een soort marxistische visie, die uitgaat van slachtofferschap en onderdrukking en een nulsom-conflict tussen slachtoffer en onderdrukker en deze behoefte aan radicale revolutie, haast transformatie, om een soort utopie te bereiken,” zegt hij. Daaroverheen ligt volgens hem een “Freudiaanse therapeutische ethiek die focust op subjectieve gevoelens en empathie en op schade en veiligheid.”
De moed om voor je mening uit te komen
Kaufmann zegt dat de pogingen om hem als racist te bestempelen typerend zijn, waarbij de radicalen simpelweg de definitie van racisme veranderen om hun doelen te bereiken. “Ze isoleren zichzelf bijna van kritiek – als je ons bekritiseert, ben je in wezen een racist.”
Hij zegt dat er tegenwoordig moed voor nodig is om als academicus te zeggen wat je op je hart hebt.
“In de academische wereld is het heel moeilijk om een baan te krijgen en zeker als je eenmaal het onderwerp bent geweest van één van deze campagnes in het gebied waar je woont. Mensen zijn erg huiverig om hun nek uit te steken als er ook maar enig risico is.”
En dan is er nog de psychologische impact.

“Ik heb interne klachten gehad die door hetzelfde netwerk zijn gelanceerd, klachten die ze overigens in hun Tweet stream vermeldden. Die eisen natuurlijk wel een psychologische tol”, zegt hij. “Dat weten ze en dat is precies de reden waarom ze daarop mikken: zelfs als ze niet zullen slagen, willen ze je door de mangel halen.”
Dit heeft een algemeen remmend effect op de vrijheid van meningsuiting op campussen, zegt hij.
Niet over de ‘Zwijgende Meerderheid’
Uit een eerder deze maand gepubliceerd onderzoek van het Kings College in Londen bleek dat een kwart van de mensen in de leeftijd van 16-24 jaar in het Verenigd Koninkrijk het idee van no-platforming steunt. Dat aantal daalt met de leeftijd.
Kaufmann zegt bemoedigd te zijn door het recente verzet van de Britse regering tegen de cancel cultuur op universiteiten en haar plannen voor zogenaamde voorvechters van vrije meningsuiting. Maar nu jongeren steeds meer geneigd zijn om te cancelen, denkt hij dat het alleen maar erger zal worden.
“Alle gegevens die ik heb gezien laten zien dat dit een strijd van ideeën is – het is een ideologisch conflict,” zegt hij. “Het gaat niet simpelweg over een zwijgende meerderheid die bang is om zich uit te spreken.”
“Ook al is de steun – de actieve steun – voor de cancel cultuur slechts ongeveer 10 procent onder de faculteit, er is ongeveer 40 tot 50 procent – ik heb dit in een aantal rapporten aangetoond – die dubbelzinnig zijn. Ze houden van de sociale rechtvaardigheidsdoelstellingen van de cancel mob, maar ze houden niet echt van het cancellen van mensen. Ze zitten in een soort van tweestrijd en daarom zullen ze zich niet uitspreken.”
Er is echter een sprankeltje hoop, zegt hij.
“Er is enig bewijs uit Groot-Brittannië dat de allerjongsten van 18 tot 20 jaar iets verstandiger zijn dan de 21- tot 28-jarigen, zegt hij. “Dus er gebeurt misschien iets onder de allerjongsten dat we oppikken in de enquêtes.”
Maar hij denkt dat het nodig is om in te grijpen.
“We zitten in een fase waarin de regeringen in het Westen moeten gaan ingrijpen in instellingen zoals universiteiten en zelfs wetgeving moeten gaan steunen die het in wezen gemakkelijker maakt om het recht op vrije meningsuiting af te dwingen als werknemer.”
Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (24 juni 2021): Leading Cancel Culture Researcher Describes Campaign to Cancel Him