“Mensen hebben er een hekel aan om aan het denken gezet te worden”, zei de pedagoge en classicus Edith Hamilton (1867-1963) ooit. Luiheid van geest is inderdaad gemakkelijk te vinden, vandaag nog meer dan in haar tijd. Het uit zich in vage berichten in sociale media, geflipte politieke retoriek, oppervlakkige berichtgeving in de media, voorspelbare maar schijnheilige meningen, en de wijdverspreide afwezigheid van kritisch denkvermogen. Het is overal.
Mensen die niet nadenken zijn kwetsbaar voor degenen die dat wel doen, vooral voor degenen die voortdurend nadenken over hoe ze anderen voor snode doeleinden kunnen gebruiken. Dictators en demagogen hebben een sterke voorkeur voor volgzame, sycofantische onderdanen boven bedachtzame, onafhankelijke, vrijgevochten types.
Luiheid van geest kwam zelden of nooit voor in het lange leven en opmerkelijke werk van Hamilton. Ze vierde de geest. Ze vond het beschamend om het zelfstandig denken verloren te laten gaan. Naar haar mening vormen “geest en ziel samen datgene wat ons scheidt van de rest van de dierenwereld, datgene wat een mens in staat stelt de waarheid te kennen, en datgene wat hem in staat stelt voor de waarheid te sterven”.
De laatste 30 jaar van haar leven heeft ze gewijd aan het opwekken van publieke belangstelling voor de grote denkers uit het oude verleden – en in die nobele inspanning is dit wonderkind van het thuisonderwijs ontegensprekelijk geslaagd.
Geboren in Dresden, Duitsland, uit Amerikaanse ouders, groeide ze op in Ft. Wayne, Indiana. Haar vader en moeder wilden de beste opleiding voor hun vijf kinderen. Ze realiseerden zich al snel dat die niet te vinden was op de openbare scholen. Edith en haar drie zusters en één broer kregen thuis les, en elk van hen ontwikkelde zich tot een succesvol professional.
Alice, bijvoorbeeld, werd een autoriteit op het gebied van industriële toxicologie en was de eerste vrouw die een aanstelling kreeg aan de Harvard Universiteit. Norah was een pionier op het gebied van kunstonderwijs voor kansarme kinderen in het Hull House in Chicago en in New York City. Margaret was een eminent lesgever en biochemicus. Arthur was auteur, professor Spaans en assistent-decaan voor buitenlandse studenten aan de Universiteit van Illinois in Urbana-Champaign. Edith kreeg eredoctoraten van Yale, de Universiteit van Rochester, en de Universiteit van Pennsylvania. Wie zei dat thuisstudenten niet goed opgeleid of “gesocialiseerd” zijn, heeft de Hamiltons nooit ontmoet (of een van de vele thuisstudenten-families die ik heb gekend).

Hamilton bekleedde 26 jaar lang verschillende functies, waaronder die van hoofdadministrateur, aan de Bryn Mawr School, een op het college voorbereidend instituut voor meisjes in Baltimore, Maryland. Nadat ze in 1922, halverwege de 50, met pensioen ging, besloot ze een nieuwe carrière als schrijfster te beginnen, één die haar in staat zou stellen haar levenslange passie voor het oude Griekenland te verkennen.
Haar eerste boek, “The Greek Way“, verscheen in 1930 toen ze 62 was. In de volgende drie decennia zou ze een wereldwijde reputatie verwerven als een autoriteit op het gebied van de oudheid. “The Greek Way” was een groot succes, net als haar latere boeken zoals “The Roman Way” (1932), “The Prophets of Israel” (1936), en “Mythology: Timeless Tales of Gods and Heroes” (1942). In 1957 waren er alleen al van “Mythologie” bijna 5 miljoen exemplaren verkocht.
Zij hield van de oude Grieken omdat die, net als zij, hielden van de geest van het individu.
“De Grieken waren de eerste intellectuelen,” beweerde ze. “In een wereld waar het irrationele de hoofdrol had gespeeld, kwamen zij naar voren als de hoofdrolspelers van het verstand. Hierop voortbordurend wees zij op een opmerkelijk kenmerk van de oude cultuur van Athene:
“Het fundamentele feit van de Griek was dat hij zijn verstand moest gebruiken. De oude priester had gezegd: ‘Tot hier en niet verder. Wij stellen de grenzen van het denken.’ De Grieken zeiden: ‘Alle dingen moeten onderzocht en in twijfel getrokken worden. Er zijn geen grenzen aan het denken’ … Zich verheugen in het leven, de wereld mooi en verrukkelijk vinden om in te leven, was een kenmerk van de Griekse geest dat haar onderscheidde van alles wat eraan voorafging.”

Omdat de oude Grieken van het verstand hielden en het individu respecteerden, creëerden zij een beschaving zoals geen andere in die tijd. De vrijheid die zij genoten viel op in een wereld van tirannen en tirannie. Een paar honderd kilometer naar het zuiden was de “grote” beschaving van Egypte daarentegen een zeer ongelukkige plaats. Zoals Hamilton uitlegde:
“De Grieken waren de eerste mensen ter wereld die speelden, en zij speelden op grote schaal. Overal in Griekenland waren er spelen, allerlei soorten spelen; atletische wedstrijden in alle soorten en maten: paarden-, boot-, voet-, fakkelwedstrijden; muziekwedstrijden, waarbij de een de ander naar de kroon stak; danswedstrijden om vaardigheid met de voeten en het evenwicht van het lichaam te tonen; spelen waarbij mannen in en uit strijdwagens sprongen; spelen zoveel dat je moe wordt van de opsomming ervan …
“Als we geen andere kennis hadden van hoe de Grieken waren, als er niets over was van de Griekse kunst en literatuur, dan zou het feit dat ze van spelen hielden en op grootse wijze speelden, genoeg bewijs zijn voor hoe ze leefden en hoe ze tegen het leven aankeken. Ellendige mensen, zwoegende mensen, spelen niet. Niets van de Griekse spelen is denkbaar in Egypte of Mesopotamië. Het leven van de Egyptenaar ligt tot in het kleinste detail uitgestald in de muurschilderingen. Als plezier en sport een echte rol hadden gespeeld, zouden ze in één of andere vorm daarin te zien zijn. Maar de Egyptenaar speelde niet.”
Op 90-jarige leeftijd werd Hamilton in de hoofdstad van Griekenland geëerd als ereburger van Athene. In haar dankwoord beschreef ze het als “het meest trotse moment van mijn leven.” Ze ontving een daverend applaus in de schaduw van de Akropolis en sprak over de stad waar ze net zoveel van hield als van welke andere stad in Amerika dan ook:
“Athene is waarlijk de moeder van schoonheid en gedachte [en] is ook de moeder van vrijheid. Vrijheid was een Griekse ontdekking. De Grieken waren de eerste vrije natie ter wereld … Griekenland steeg tot grote hoogte niet omdat het groot was, het was heel klein; niet omdat het rijk was, het was heel arm; zelfs niet omdat het wonderbaarlijk begaafd was. Het steeg omdat er in de Grieken de grootste geest was die in de mensheid beweegt, de geest die de mens vrij maakt.”
Voor Hamilton was de geest het meest unieke en kostbare bezit van elk individueel mens. Ze zou geschokt zijn door het idee van “de Borg” in het fictieve universum van “Star Trek” – een “korfgeest” waaraan mensen ondergeschikt en gehoorzaam zouden zijn. Voor haar leidt het feit dat we allemaal een eigen geest hebben tot één onontkoombare conclusie – namelijk dat om volledig mens te zijn, we zowel vrij als verantwoordelijk moeten zijn. Zij was een trouwe vriendin van het individu – zijn geest, zijn rechten en zijn vrijheid.
Toen zij in 1963 op 95-jarige leeftijd overleed, publiceerde The New York Times een overlijdensbericht met daarin één citaat dat in het bijzonder aangaf dat ze bezorgd was dat de vrije samenlevingen van de 20e eeuw de Griekse geest van individualisme aan het verliezen waren.
“Dat beangstigt me veel meer dan sputniks en atoombommen,” zei ze. “De Grieken dachten dat ieder mens anders was, en ik vind het heel geruststellend dat mijn vingerafdrukken anders zijn dan die van iemand anders”.
Ik ben er zeker van dat ze het groepsdenken, de cancelcultuur en de politieke correctheid van vandaag evenzeer zou verafschuwen als de fictieve “Borg”.
Hamilton wilde dat de wereld het beste van het oude Griekenland zou herontdekken – de waardering van de individuele geest en de kritieke noodzaak voor mensen om zo vrij mogelijk te zijn, zodat ze die vrijheid en geest kunnen gebruiken. Ze was de populairste cheerleader van het oude Griekenland in de 20e eeuw toen ze de nadruk legde op de grootsheid van het land; ze was de scherpste criticus toen ze zich concentreerde op de redenen waarom het in verval raakte en ten onder ging.
Sta mij toe af te sluiten met een selectie van aanvullende inzichten van Hamilton. Ze resoneren met essentiële waarheden die we vandaag opnieuw moeten leren:
“Er is geen ergere vijand voor een staat dan hij die het recht in eigen handen houdt.”
“Theorieën die ingaan tegen de feiten van de menselijke natuur zijn gedoemd te verdwijnen.”
“Een man zonder angst kan geen slaaf zijn.”
“Fundamenteel voor alles wat de [oude] Grieken bereikten was hun overtuiging dat het goede voor de mensheid alleen mogelijk was als de mensen vrij waren – lichaam, geest en ziel – en als ieder mens zijn eigen vrijheid beperkte. Een goede staat of kunstwerk of denkwerk was alleen mogelijk door de zelfbeheersing van het vrije individu, zelfbestuur … Vrijheid hangt af van zelfbeheersing.”
“In Griekenland was er geen overheersende kerk of geloofsovertuiging, maar er was wel een overheersend ideaal, dat iedereen zou willen nastreven als hij het in het vizier kreeg. Verschillende mensen zagen het anders. Het was één ding voor de kunstenaar, iets anders voor de krijger. Uitmuntendheid is het dichtstbijzijnde equivalent dat we hebben voor het woord dat ze ervoor gebruikten, maar het betekende meer dan dat. Het was de grootst mogelijke volmaaktheid; het allerbeste en hoogste dat een mens kan bereiken en dat, wanneer het wordt waargenomen, altijd een dwingende kracht heeft. Een mens moet ernaar streven het te bereiken.”
“Wat de mensen wilden was een regering die hen een comfortabel leven zou verschaffen, en met dit als belangrijkste doel werden ideeën over vrijheid, zelfredzaamheid en dienstbaarheid aan de gemeenschap vertroebeld tot ze zelfs verdwenen. Athene werd meer en meer beschouwd als een coöperatieve onderneming, in het bezit van grote rijkdom, waarin alle burgers het recht hadden te delen … Athene had het punt bereikt waarop onafhankelijkheid werd verworpen, en de vrijheid die ze nu wilde was vrijheid van verantwoordelijkheid. Er kon maar één resultaat zijn … Als de mensen erop stonden vrij te zijn van de last van een leven dat zelf-afhankelijk was en tevens verantwoordelijk voor het algemeen welzijn, zouden zij helemaal niet meer vrij zijn. Verantwoordelijkheid was de prijs die ieder mens voor vrijheid moest betalen. Het kon niet op andere voorwaarden.”
“Wanneer de wereld door storm wordt geteisterd en er slechte dingen gebeuren, dan moeten we alle sterke vestingen van de geest kennen die de mensen door de eeuwen heen hebben gebouwd.”
Voor aanvullende informatie, zie:
“Edith Hamilton: An Intimate Portrait” door Doris Fielding Reid
“Edith Hamilton” in Encyclopedia.com
Lawrence W. Reed is FEE’s president emeritus, Humphreys Family senior fellow, en Ron Manners wereldwijde ambassadeur voor vrijheid, na bijna 11 jaar als FEE’s president te hebben gediend (2008-2019). Hij is de auteur van het boek “Was Jesus a Socialist?” en ook van “Real Heroes: Incredible True Stories of Courage, Character, and Conviction” en “Excuse Me, Professor: Challenging the Myths of Progressivism.” Zijn website is LawrenceWReed.com. Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op FEE.org
Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (25 mei 2021): Why Edith Hamilton Feared the Decline of Individualism More Than Atomic Bombs