In de afgelopen tien maanden heeft de Chinese Communistische Partij (CCP) 101 Falun Gong beoefenaars vervolgd tot de dood erop volgde, volgens Minghui.org, een in de VS gevestigde website die de campagne in heel China documenteert.
De dodelijke slachtoffers zijn gevallen in 54 steden in 24 provincies. De meeste gevallen waren geconcentreerd in de noordoostelijke Chinese provincies Liaoning, Heilongjiang en Jilin. Sommige van de gerapporteerde sterfgevallen deden zich voor in politiebureaus, detentiecentra en gevangenissen, aldus Minghui.
Bovendien hadden ten minste 75 van hen voor hun dood te maken gehad met martelingen, dwangarbeid en ongeïdentificeerde drugsinjecties.
Falun Gong, ook bekend als Falun Dafa, is een spirituele praktijk die drie grondbeginselen omvat: waarachtigheid, mededogen en verdraagzaamheid, samen met vijf langzaam bewegende oefeningen. Nadat het in 1992 openbaar werd gemaakt, groeide de aanhang in China tot 70 à 100 miljoen in 1999. Toen begon het Chinese regime, dat de populariteit van de praktijk als een bedreiging zag, een landelijke vervolgingscampagne om de praktijk uit te roeien.
Slachtoffers van de vervolging
Op 22 december 2020 hebben politieagenten uit het noordwesten van de stad Lanzhou, provincie Gansu, de voordeur van het appartement van een Falun Gong beoefenaar opengezaagd. De politie nam bezittingen in beslag van Ren Canru, een oudere, verlamde vrouw, waaronder haar computer en printer. Ze arresteerden ook de verpleegster die Ren verzorgde.
Zowel Ren’s mentale als fysieke gezondheid gingen snel achteruit na de inval, volgens Minghui.
De bejaarde vrouw raakte in coma nadat ze op 27 juli 2021 was gevallen. Een week later overleed ze op 85-jarige leeftijd in de IC van het Lanzhou General Hospital.
Ren’s echtgenoot en zoon, ook beoefenaars van Falun Gong, zijn respectievelijk 10 en 20 jaar daarvoor overleden.
Een andere beoefenaar is overleden na minder dan twee maanden in een vrouwengevangenis te hebben gezeten. Fu Guihua, 55 jaar, overleed op 25 juli, nadat zij was overgebracht naar het ziekenhuis nr. 1 van de Jilin-universiteit.
Nadat de spoedeisende hulp Fu niet had kunnen redden, verzocht haar familie haar nog een laatste keer te mogen zien. Dit verzoek werd pas dagen later ingewilligd, op voorwaarde dat er geen foto’s zouden worden genomen.
Verscheidene familieleden van Fu zitten nog steeds gevangen vanwege hun geloof.
Een andere beoefenaar werd op 18 juni gearresteerd op zijn boerderij in het dorp Dongrulai in de provincie Shandong. De volgende dag deelden de ambtenaren de familie van Sun Pijin mee dat hij in hechtenis was overleden, aldus Minghui.
Ambtenaren van het plaatselijke 610 Bureau, een afdeling van de regering die belast is met religieuze onderdrukking, vertelden Suns familie dat hij van een dak was gesprongen en zo overleden was. De familie kreeg aanvankelijk echter geen toestemming om Suns lichaam te zien.
Toen ze hem eindelijk zagen, zag hij er verminkt uit. Een van zijn ogen ontbrak en zowel zijn borst als de helft van zijn schedel waren ingeslagen.
Ambtenaren en politie dreigden de familie later geen contact op te nemen met andere Falun Gong beoefenaars, geen rechtszaken aan te spannen of het nieuws met anderen te delen. Een week later, op 26 juni, dwongen de autoriteiten de familie het lichaam te cremeren en de zaak te sluiten.
Origineel gepubliceerd op The Epoch Times (15 november 2021): 101 Falun Gong Practitioners Persecuted to Death in Past 10 Months in China