Er was eens een wolf die te gulzig had gegeten en er was een bot dwars in zijn keel blijven steken. Hij kon het niet omhoog of omlaag krijgen, en natuurlijk kon hij niets eten. Dat was natuurlijk een vreselijke toestand voor een gulzige wolf.
Dus haastte hij zich naar de Kraanvogel. Hij was er zeker van dat zij, met haar lange nek en snavel, gemakkelijk bij het bot zou kunnen en het eruit zou kunnen trekken.
“Als je dat bot er voor mij uittrekt, zal ik je rijkelijk belonen,” zei de wolf

Zoals je je kunt voorstellen, voelde de Kraanvogel zich erg ongemakkelijk om haar hoofd in de keel van een Wolf te steken. Maar ze was begrijpend van aard, dus deed ze wat de wolf haar vroeg.
Toen de wolf voelde dat het bot weg was, begon hij weg te lopen.
“Maar hoe zit het met mijn beloning!” riep de Kraanvogel ongerust.
“Wat!” gromde de Wolf, die zich omdraaide. “Heb je het niet door? Is het niet genoeg dat ik je je kop uit mijn bek laat halen zonder hem af te rukken?”
Verwacht geen beloning voor het dienen van slechteriken.
Origineel gepubliceerd op The Epoch Times (13 oktober 2023): Aesop’s Fables: Expect No Reward for Serving the Wicked