Friday, 29 Sep 2023
De Hongaarse premier Viktor Orban (2e L) en de Chinese leider Xi Jinping (2e R) leiden hun delegaties tijdens een ontmoeting in de Grote Hal van het Volk in Peking op 13 feb. 2014. (Rolex Dela Pena/AFP via Getty Images)

Hongarije omarmt China’s “Belt & Road” en ondermijnt inspanningen om mensenrechtenschendingen in te perken

Terwijl de vrije wereld zich verenigt om de schendingen van de mensenrechten en de agressieve expansie van de Chinese Communistische Partij (CCP) te veroordelen en te bestraffen, beweegt één Europees land zich tegen de stroom in.

Hongarije heeft in een reeks recente gebeurtenissen blijk gegeven van een ferme pro-CCP houding, nadat de Europese Unie, de Verenigde Staten, het VK en Canada op 22 maart sancties tegen China afkondigden wegens de genocide op Oeigoerse moslims. De Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken Peter Szijjarto beschuldigde de sancties ervan “zinloos, zelfverheerlijkend en schadelijk” te zijn. Van de 27 EU-leden was Hongarije het enige land dat tegen de sancties stemde.

Drie dagen later ontving Boedapest de Chinese minister van defensie voor een officieel bezoek. Tussen maart en mei blokkeerde Hongarije vier keer de pogingen van de EU om de CCP te sanctioneren en te veroordelen.

De Chinese leider Xi Jinping was zo verheugd over Hongarijes verdediging van China dat hij premier Viktor Orban op 29 april persoonlijk opbelde om zijn “grote bijdragen aan de instandhouding van de betrekkingen tussen China en Europa” te prijzen.

De Hongaarse premier Viktor Orban in Boedapest op 10 feb. 2019. (Bernadett Szabo/Reuters)

Orban heeft die ‘gunst’ verdiend door het Belt & Road Initiative (BRI, ook bekend als One Belt, One Road) van Xi te omarmen. Het BRI is de ruggengraat van China’s plan richting wereldwijde heerschappij. Hongarije ondertekende in 2015 een BRI-memorandum met China en was daarmee het eerste Europese land dat dit deed.

Sindsdien heeft Hongarije bijna elk item dat BRI verkoopt gewillig binnengehaald, van een hogesnelheidsspoorlijn, machines, chemische productie en transport, tot Chinees onderwijs, films en zelfs CCP-virusvaccins, en nog veel meer. In april 2019 had China 4,5 miljard dollar in Hongarije geïnvesteerd, het hoogste in Europa, aldus Orban. De officiële BRI-site noemt Hongarije liefkozend “de pionier van Belt & Road.”

Een kraan zet een container over op een trein van China Railway Express naar Europa in de Chinese grensstad Erenhot, regio Binnen-Mongolië, op 18 april 2019. (STR/AFP via Getty Images)

BRI is natuurlijk geen liefdadigheidsinstelling. De CCP heeft zwaar in Hongarije geïnvesteerd om meer praktische redenen dan vriendschap. De zware leningen, de groeiende afhankelijkheid van de RMB (de Chinese munt), het arbeidsaanbod en de plaatselijke werkgelegenheid hebben Hongarije steeds afhankelijker gemaakt van China. De uit China geïmporteerde onderwijsprogramma’s en universiteiten zullen de communistische ideologie in het land zaaien en voeden.

Voor de CCP zijn de voordelen van het controleren van Hongarije duidelijk. Vanuit Hongarije kan China de Europese markt economisch binnendringen. China gebruikt Hongarije ook om high-tech en know-how van Europese landen te verwerven. Financieel gezien helpt Hongarije de globalisering van de RMB te versnellen door een RMB-clearingdienst aan zijn grens te brengen.

Maar wat de CCP het meeste plezier doet, is waarschijnlijk de politieke winst. Hongarije heeft zich zojuist een trouwe bondgenoot van de CCP getoond in het recente veto van de EU-sancties tegen China, ongeacht China’s lange staat van dienst op het gebied van wreedheden die de rest van de wereld probeert te stoppen. De steun van Hongarije werd uitvoerig gerapporteerd in de Chinese media om het Chinese volk ervan te overtuigen dat de sancties kwaadaardige samenzweringen tegen China zijn en dat de vervolging en genocide niet meer dan geruchten waren.

BRI-schulden verzwakken soevereiniteit

Het totale bedrag dat Hongarije heeft geleend voor BRI-projecten is onbekend, maar de onderdelen die wel publiek gekend zijn, zijn al behoorlijk alarmerend: 2,4 miljard dollar voor de update van de spoorwegen; 1,6 miljard dollar voor de bouw van de campus van de Fudan University Budapest; 426 miljoen dollar voor het Hongaarse elektriciteitsbedrijf in 2021; en 121 miljoen dollar voor de fotovoltaïsche energiecentrale Kaposvar. In 2016 en 2017 heeft Hongarije voor 310 miljoen dollar aan RMB-obligaties uitgegeven.

Hongaarse critici zeggen dat de lening voor het spoorwegproject tussen de 500 en 800 miljoen dollar aan rente zal opleveren. “Het zal tussen 130 en 2.400 (!) jaar duren om het project winstgevend te maken voor Hongarije,” zei Zoltan Voros, assistent-professor aan het departement Politieke Wetenschappen en Internationale Studies van de Universiteit van Pecs. Voros wees er ook op dat Hongaarse bedrijven worden uitgesloten van het grootste deel van het aanbestedingsproces.

De hoge BRI-schulden zijn om vele redenen zorgwekkend. Toen het kleine Montenegro in april 2021 de Europese Unie om hulp vroeg bij het afbetalen van een lening van bijna 1 miljard dollar aan de Chinese Export-Import Bank (EXIM), geleend om de aanleg van een groot snelwegproject te financieren, gingen in heel Europa de alarmbellen rinkelen,” aldus Jennifer A. Hillman, senior fellow bij de Council on Foreign Relations (CFR). De schuld voor het BRI-project bedroeg 103 procent van het BBP van Montenegro.

Montenegro was niet het eerste land dat in de schuldenval van de BRI terechtkwam. China heeft sinds 2013 461 miljard dollar geleend aan BRI-projecten, waarschijnlijk exclusief een even groot bedrag dat niet openbaar wordt gemaakt. De meeste van China’s BRI-leningen zijn gegaan naar landen met een hoog risico, zoals Pakistan, Iran, Nigeria en Venezuela, alsof de kredietwaardigheid niet eens werd meegerekend in China’s leningsbeslissingen.

Het in gebreke blijven bij het aflossen van BRI-schulden kan voor deze landen een catastrofe betekenen, zoals het fiasco van Sri Lanka heeft aangetoond: Toen het eiland niet aan zijn schuldverplichtingen aan China voor de BRI-lening van 5 miljard dollar kon voldoen, moest Sri Lanka een aandeel van 70 procent in zijn zeehaven in Hambantota voor 99 jaar aan China afstaan voor een bedrag van 1,12 miljard dollar. Bangladesh, Maleisië, Birma, Pakistan en Sierra Leone hebben vervolgens allemaal uit angst voor soortgelijke gevolgen besloten hun BRI-projecten te annuleren of in te krimpen.

Sinds het CCP-virus is toegeslagen, zullen waarschijnlijk meer landen in gebreke blijven. Volgens de Financial Times heeft China een golf van aanvragen voor schuldverlichting ontvangen van door de crisis getroffen BRI-landen.

Corruptie is een ander punt van zorg. De voormalige minister van Binnenlandse Zaken van Hongkong, Patrick Ho Chi Ping, werd in maart 2019 veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf omdat hij topambtenaren in Oeganda en Tsjaad had omgekocht om BRI-projecten te steunen. Ho zou in 2014 een steekpenning van 2 miljoen dollar hebben aangeboden aan Idriss Deby, de president van Tsjaad, om waardevolle olierechten te verkrijgen van de Tsjaadse regering. De $ 2 miljoen cash was verborgen in geschenkdozen, die aan president Deby werden aangeboden aan het einde van een zakelijke bijeenkomst. Ho zou ook een steekpenning van 500.000 dollar hebben overgemaakt aan Sam Kutesa, de minister van Buitenlandse Zaken van Oeganda, en een plan hebben gesmeed om Yoweri Museveni, de president van Oeganda, contant om te kopen. Ho’s zaak roept vragen op over de manier waarop andere riskante BRI-projecten werden goedgekeurd.

Grote overnames helpen China dominantie te verwerven in de industrie

In het afgelopen decennium heeft China miljarden dollars subsidies verstrekt aan staatsbedrijven om westerse fabrikanten over te nemen en fabrieken in het buitenland te bouwen, aldus The Wall Street Journal. De overnames stellen China niet alleen in staat de wereldmarkt te overspoelen met laaggeprijsde goederen, maar ook om antidumpingheffingen in het Westen te ontwijken. In Hongarije heeft China verschillende grote overnames gedaan, waaronder de aankoop voor 246 miljoen dollar van Invitel, de op een na grootste aanbieder van bedrijfscommunicatie in Hongarije.

De chemische industrie is een van de pijlers van China’s wereldwijde expansiestrategie. MDI (Methyleendifenyldi-isocyanaat) is een chemische stof die algemeen wordt gebruikt in de architectuur, de automobielindustrie, de apparaten- en kledingindustrie. China is er lang op uit geweest om deze markt te controleren vanwege de hoge winstmarges en de grote vraag naar deze producten, maar de technologie was een uitdaging.

In 2011 verwierf de Chinese Wanhua Chemical Group het Hongaarse BorsodChem (BC) voor 1,6 miljard dollar en troefde daarmee Dow en BASF af om ‘s werelds grootste leverancier van MDI te worden.

De Chinese media schilderden de overname af als een grote gunst voor BC en Hongarije. CGTV, de Engelse tak van de CCP spreekbuis Xinhua, citeerde de adviseur van de plaatselijke burgemeester die zei: “Als Wanhua als investeerder niet naar deze stad was gekomen, dan zou dit een groot probleem voor deze stad hebben veroorzaakt.”

De waarheid is dat Wanhua de overname aan BC heeft opgelegd. Toen BC diep in de schulden zat als gevolg van de wereldwijde financiële crisis van 2008, probeerde Wanhua het bedrijf te kopen, maar BC’s eigenaren Permira en Vienna Capital weigerden de overname.

Wanhua wilde niet terugkrabbelen, omdat de overname een belangrijke stap was om de Belt & Road via Europa naar de wereld te brengen. Door de overname van BC’s schulden en het verkrijgen van BC’s aandelen en call opties, verwierf Wanhua uiteindelijk BC’s volledige eigendom.

De Chinese propaganda heeft Wanhua gecomplimenteerd als “de Huawei van de chemische industrie” vanwege zijn omvang en zijn ambitie om de industrie wereldwijd te domineren. Wanhua produceert nu 24% van alle MDI ter wereld en probeert nu uit te breiden naar Amerikaans grondgebied. Zijn eerste poging om faciliteiten te bouwen in St. James Parish, Louisiana werd verijdeld door verhitte bezwaren van de lokale bewoners in 2019, maar het bedrijf zei dat het nog steeds aspiraties heeft voor een MDI-faciliteit in de VS.

Onderwijspartnerschap nodigt de communistische ideologie uit

Terwijl het BRI vooral bekend staat om zijn infrastructuurprojecten, bouwde China er ook een zachtere poot in om de communistische ideologie in BRI-landen te promoten via Confucius-instituten en uitwisselingsprogramma’s voor talent.

In Hongarije werd dit naar een hoger niveau getild. Hongarije opende zijn vijfde Confucius Instituut (CI) in november 2019, na een golf van sluitingen van CI’s door hogescholen over de hele wereld. In de Verenigde Staten kromp het aantal heeft CI’s in de afgelopen paar jaar van meer dan 100 tot minder dan 50. Veel Europese landen volgden dit voorbeeld, waaronder Denemarken, Zweden, Frankrijk en Nederland.

Burgemeester Krisztina Baranyi staat op het terrein waar de bouw van een Chinese topuniversiteit, de Fudan campus, is gepland, in het 9e district van Boedapest, Hongarije, op 23 april 2021. (Attila Kisbenedek/AFP via Getty Images)

Alsof ze ermee tegen die stroom willen ingaan, heeft Hongarije op 27 april een overeenkomst getekend met de in Shanghai gevestigde Fudan Universiteit om een campus in Boedapest te vestigen. De campus zal naar verwachting 5.000 tot 6.000 studenten en ongeveer 500 professoren huisvesten. Hongarije neemt een lening van 1,56 miljard dollar van China’s staatsbank China Development Bank om de bouw te betalen, volgens het typische BRI-financieringsmodel. De campus zal grotendeels worden gebouwd door Chinese bedrijven en Chinese arbeiders.

Alle Chinese scholen worden streng gecontroleerd door de CCP en staan onder strikte CCP-censuur. Verschillende Hongaarse politici, waaronder de burgemeester van Boedapest Gergely Karacsony, hebben hun bezorgdheid geuit dat de komst van de Chinese staatsuniversiteit naar het land een gevaar voor de nationale veiligheid zal vormen.

Eerste BRI-project 8 jaar na aankondiging nog steeds hangende

Het eerste BRI-project in Hongarije was de hogesnelheidslijn Boedapest-Belgrado, met een lengte van 220 mijl. Het 2,98 miljard dollar kostende project zou de eerste fase zijn van de geplande spoorlijn Boedapest-Belgrado-Skopje-Athene, die de door China gerunde haven van Piraeus in Griekenland verbindt met het “hart” van Europa.

Het plan is sindsdien verscheidene malen gewijzigd zonder veel uitleg. Toen Hongarije en China het project in 2013 aankondigden, was het plan om de bouw en upgrade in 2018 te voltooien. In 2017 meldde China Daily dat de aanleg van de spoorlijn in november 2017 zou beginnen, en in ongeveer tweeënhalf jaar zou worden voltooid.

Er gebeurde echter niets. Vervolgens kondigde Hongarije in april 2019 aan dat tegen 25 mei een contract zou worden ondertekend voor de upgrade van een deel van de lijn. Het project werd nu teruggebracht tot een upgrade van 100 mijl, slechts 45 procent van de eerder aangekondigde lengte. De kosten gingen omlaag met slechts 3 procent tot 2,8 miljard dollar, en de duur werd verlengd tot vijf jaar, met een verwachte voltooiing in 2025. Het deel dat met Chinese leningen wordt gefinancierd blijft 85 procent. Sindsdien is er geen verdere update meer geweest.

Pingping Yu is sinds 2007 schrijfster, vertaalster en onderzoekster voor The Epoch Times. Ze behandelt een verscheidenheid aan onderwerpen in verband met China, met een sterke focus op mensenrechten, economie en business.

De standpunten in dit artikel zijn de meningen van de auteur en geven niet noodzakelijk de standpunten van The Epoch Times weer.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (03 juni 2021): Hungary Embraces China’s Belt & Road, Undermining Efforts to Curtail Human Rights Abuses

Hoe u ons kunt helpen om u op de hoogte te blijven houden

Epoch Times is een onafhankelijke nieuwsorganisatie die niet beïnvloed wordt door een regering, bedrijf of politieke partij. Vanaf de oprichting is Epoch Times geconfronteerd met pogingen om de waarheid te onderdrukken – vooral door de Chinese Communistische Partij. Maar we zullen niet buigen. De Nederlandstalige editie van Epoch Times biedt op dit moment geen betalende abonnementen aan en aanvaardt op dit moment geen donaties. U kan echter wel bijdragen aan de verdere groei van onze publicatie door onze artikelen te liken en te her-posten op sociale media en door uw familie, vrienden en collega’s over Epoch Times te vertellen. Deze dingen zijn echt waardevol voor ons.