Tijdloze Wijsheid: de Tocquevilliaanse afdaling naar tirannie
Aan het eind van zijn baanbrekende werk, “Democratie in Amerika”, gaf de Fransman Alexis de Tocqueville een verbluffende “voorspelling” over hoe democratische instellingen gemakkelijk zouden kunnen vervallen in een tirannie zoals de wereld die nog nooit had gezien. Bijna twee eeuwen later lijkt de vervulling van zijn “voorspelling” elke dag dichter bij te komen, als ze al niet vervuld is.
Hij opent zijn “profetie” met deze krachtige bewering:
“Ik had in mijn staat in de Verenigde Staten opgemerkt dat een democratische samenleving naar Amerikaans model zich met ongewoon gemak zou kunnen openstellen voor de vestiging van despotisme … Als despotisme zou worden gevestigd in de hedendaagse democratieën, zou het waarschijnlijk een ander karakter aannemen. Het zou wijder verspreid zijn en vriendelijker. Het zou mensen hun eigenwaarde ontnemen zonder hen te kwellen.”
Vrijheid is zo’n normaal begrip in het Amerikaanse denken en de Amerikaanse retoriek dat we nauwelijks kunnen geloven dat ons systeem “met ongewoon gemak” tiranniek zou kunnen worden. Hoe zou dat mogelijk zijn? Tocqueville legt uit hoe.
Hij beschrijft een maatschappij overspoeld met welvaart en luxe, ongekend sinds het begin van de wereld. Maar tegelijkertijd is er een massa burgers “op zichzelf gericht en rusteloos op zoek naar kleine, vulgaire genoegens waarmee ze hun ziel vullen.” Elk van hen is bijna volledig geatomiseerd van de rest. “Hij bestaat alleen in zichzelf en voor zichzelf,” voorspelt Tocqueville.
Sociale atomisering: check.
Boven deze massa van geatomiseerde mensen staat “een immense en beschermende macht die als enige verantwoordelijk is voor het behartigen van hun genoegens en het waken over het lot.” Tocqueville beschrijft deze macht (de regering) als een soort omgekeerd patriarchaat. Vaders proberen immers mannen “voor te bereiden op hun mannelijkheid.” Maar deze regering “probeert hen [de burgers] alleen maar in een eeuwige kindertijd te houden.”
Gebrek aan volwassenheid en toegenomen kinderlijkheid: check.
Zie je, dit is een samenleving van vermaak. Haar spirituele kern is verdwenen. “Ze verkiest dat haar burgers zich amuseren, aangezien ze enkel amusement voor ogen hebben,” verklaart Tocqueville. Maar er is een addertje onder het gras: “Ze werkt graag voor hun geluk, maar wil graag de enige zijn die dat geluk verschaft en beoordeelt.” Deze regering voorziet in en anticipeert zelfs op hun behoeften, verzekert hun pleziertjes en stuurt hun bedrijvigheid. In een huiveringwekkende verwoording zei Tocqueville dat het uiteindelijk de bedoeling heeft om “de last van het denken en de problemen van het leven volledig van hen weg te nemen”.
Intellectueel ontaard en oppervlakkig: check.
Het eindresultaat is dat de vrijheid in dagelijkse keuzes meer en meer beperkt wordt, dag na dag, terwijl de staat “geleidelijk de feitelijk autonomie van elke burger wegneemt”.
De samenleving wordt overspoeld met wetten, regels en voorschriften die elk detail van het leven regelen. Tocqueville voorzag dat zelfs ambitieuze en ondernemende mensen moeite zouden hebben om er doorheen te breken. Dit web van regels “breekt de wil van de mens niet, maar verzacht, buigt en controleert hem… Het tiranniseert niet, maar remt, onderdrukt, draineert, verdooft, verzwakt zoveel inspanning dat het uiteindelijk elk volk reduceert tot niets meer dan een kudde schuchtere en hardwerkende dieren met de regering als herder.”
Verstikkende economische regelgeving: check.
Zo’n systeem lijkt het tegendeel van democratisch. Maar ironisch genoeg is het het democratische principe zelf dat ertoe leidt. “Zij vonden troost,” zo observeert Tocqueville over deze toekomstige burgers, “bij het feit dat zij onder toezicht stonden, door te denken dat zij hun toezichthouders zelf hadden gekozen.” Met andere woorden, omdat zij schijnbaar hun regering hebben gekozen door hun stem, zijn zij niet bang voor de aantasting van de vrijheid. Het is tenslotte een schepsel van hun eigen makelij.
Maar Tocqueville geloofde het tegenovergestelde. In plaats van een schepsel van het volk te zijn, vormt zo’n regering geleidelijk het volk om tot haar schepsels. De regulering van elk aspect van het leven “verdoezelt geleidelijk hun verstand en verzwakt hun geest.” Als gevolg daarvan delegeert het volk steeds meer van zijn vermogen om zelf te bepalen hoe het zijn leven leidt aan de staat. Het volk vertrouwt steeds meer op de beslissingen en voorzieningen van de staat en minder op die van zichzelf.
Ja, ze behouden het recht om te stemmen. Maar, in misschien wel de meest indringende verklaring van zijn hele carrière, merkte Tocqueville op:
“Het is inderdaad moeilijk voor te stellen hoe mensen die de gewoonte van zelfbestuur volledig hebben opgegeven, met succes degenen zouden kunnen kiezen die dat voor hen moeten doen, en niemand zal ervan overtuigd zijn dat er ooit een liberale, energieke en voorzichtige regering kan voortkomen uit het stemgedrag van een natie van dienaren.”
Met andere woorden, van een natie van individuen die zichzelf niet langer besturen, kan niet worden verwacht dat zij op verstandige wijze degenen kiezen die hen zullen besturen. Zij weten niet meer wat vrije, deugdzame en wijze besluitvorming is. Daarom levert het hun niet veel op om hun stemrecht te behouden, want langzaam maar zeker begint de regering die zij vormen, hen te vormen.
Ongekende afhankelijkheid van de overheid in het dagelijks leven: check.
Griezelig genoeg voorspelde Tocqueville de opkomst van demagogen die zouden beweren “dat de gebreken die zij zien veel meer te maken hebben met de grondwet van het land dan met … het electoraat”. Is dit niet precies wat we in onze tijd hebben gezien? Het volk wordt eindeloos gevleid, en de grondwet wordt voortdurend naar de prullenbak verwezen.
Het eindpunt beschreven door Tocqueville is huiveringwekkend:
“De ondeugden van hen die regeren, en de dwaasheid van hen die geregeerd worden, zouden het weldra te gronde richten, en het volk, moe van zijn vertegenwoordigers en van zichzelf, zou vrije instellingen creëren of zich weldra terug verlagen tot zijn onderwerping aan één enkele meester.”
Dit is het onvermijdelijke einde voor elk volk dat zijn deugdzaamheid en zijn waakzaamheid over zijn instellingen heeft verloren en het onjuiste idee heeft aanvaard dat het een regering controleert waarvan het afhankelijk is geworden. Als zo’n punt is bereikt, zijn er nog maar twee opties over: terugkeren naar vrijheid of de macht verder consolideren in steeds minder handen – misschien zelfs in de handen van één persoon.
Ik bid dat we er nog niet zijn. Maar ik vrees dat we veel dichterbij zijn dan we ooit durfden te denken.
Joshua Charles is een voormalig speechschrijver voor het Witte Huis voor Vice President Mike Pence, No. 1 New York Times bestseller auteur, een historicus, schrijver/ghostwriter, en openbaar spreker. Hij was historisch adviseur voor verschillende documentaires en publiceerde boeken over onderwerpen variërend van de Founding Fathers, tot Israël, tot de rol van het geloof in de Amerikaanse geschiedenis, tot de impact van de Bijbel op de menselijke beschaving. Hij was de senior redacteur en conceptontwikkelaar van de “Global Impact Bible,” gepubliceerd door het in D.C. gevestigde Museum of the Bible in 2017, en is als geleerde verbonden aan het Faith and Liberty Discovery Center in Philadelphia. Hij is een Tikvah en Philos Fellow en heeft in de hele VS gesproken over onderwerpen als geschiedenis, politiek, geloof en wereldbeeld. Hij is concertpianist en heeft een master in overheid en een graad in rechten. Volg hem op Twitter @JoshuaTCharles of kijk op JoshuaTCharles.com.
De standpunten in dit artikel zijn de mening van de auteur en komen niet noodzakelijk overeen met de standpunten van The Epoch Times.
Origineel gepubliceerd op The Epoch Times (09/04/2021): Timeless Wisdom: The Tocquevillian Descent Into Tyranny