Koning Filips II erfde het Spaanse Rijk in 1556, met gebieden op alle continenten die de Europeanen toen kenden. Tijdens zijn bewind bereikten de Spaanse koninkrijken het hoogtepunt van hun invloed en macht.
De koning werd “Filips de Voorzichtige” genoemd vanwege zijn zorg en aandacht voor de toekomst. Hij was toegewijd aan God; hij verdedigde het katholicisme in Europa om het geloof te behouden.
In 1559 benoemde Filips Juan Bautista de Toledo tot koninklijk architect. Bautista had het grootste deel van zijn carrière gewerkt aan de Sint-Pietersbasiliek in het Vaticaan in Rome. Samen bedachten zij het ontwerp van El Escorial als de smeltkroes van het Spaanse Rijk.
Filips zag El Escorial als een centrum voor spiritueel leven en voor studies. De omgeving was bedoeld om de breedte van wijsheid, cultuur en verfijning te bevorderen. Het was zowel een klooster, een basiliek, een bibliotheek, een school en een ziekenhuis, als een Spaans koninklijk paleis.
Filips was de grootste beschermheer van de Spaanse kunst en cultuur tijdens de vroege fase van de Spaanse Gouden Eeuw, een periode waarin kunst en literatuur floreerden. Vandaar dat El Escorial ook een enorme kunstcollectie bezat.
De eerste steen van El Escorial werd gelegd op 23 april 1563. Het gebouw werd voltooid in 1584, minder dan 21 jaar later. Het gebouw zou 400 jaar lang dienen als bron voor het Spaanse Rijk en zou worden beschouwd als het heilige centrum van de katholieke wereld.





James Howard Smith, architectuurfotograaf, ontwerper en oprichter van Cartio, wil inspireren tot het waarderen van klassieke architectuur.
Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (14 juni 2021): El Escorial: A Wellspring for the Spanish Empire