In een nieuwe studie over de invloed van China in de wereld is Pakistan gerangschikt als het land dat het meest in de greep is van het communistische regime.
Twee Zuidoost-Aziatische landen, Cambodja en Singapore, werden respectievelijk als tweede en derde gerangschikt, gevolgd door Thailand op de vierde plaats, volgens de China Index-database die op 8 december werd vrijgegeven.
De China Index, een initiatief van Doublethink Lab, een in Taiwan gevestigde onderzoeksorganisatie, meet de invloed van Peking in 82 landen wereldwijd.
Van de Centraal-Aziatische landen staan Kirgizië en Tadzjikistan, de twee landen die grenzen aan China’s regio Xinjiang, het meest bloot aan China. Zij staan respectievelijk op de achtste en negende plaats van de index.
Australië, een land dat midden in een handelsoorlog met China zat, staat op de twaalfde plaats.
Wat de Europese landen betreft, staat Duitsland het hoogst genoteerd op plaats 19, terwijl de Verenigde Staten Noord-Amerika aanvoeren op 21.
Methode voor de beoordeling van invloed
De studie onderzocht de banden van landen met Peking op basis van negen categorieën, waaronder hoger onderwijs, binnenlandse politiek, economische banden, buitenlands beleid, militaire samenwerking, technologie en culturele banden.
Volgens Min Hsuan-Wu, de medeoprichter en CEO van Doublethink Labs, is de studie vooral bedoeld om “de wereld bewust te maken van de verschillende aspecten van de Chinese invloed en hoe die er eigenlijk uit kan zien”.
Wu benadrukte dat de methode zal helpen bij het begrijpen van de beïnvloedingsmethoden van het regime, met name op het gebied van handel en economie.
“We hebben een veel bredere en genuanceerde kijk op wat beïnvloed kan worden, wat ons meer kan vertellen over wat Peking eigenlijk doet en de verschillende manieren waarop het druk kan uitoefenen,” vertelde Wu aan Radio Free Europe.
Volgens Wu is er geen gemeenschappelijke methode waarmee het Chinese regime zijn invloed op landen opbouwt.
“Er is niet één duidelijk patroon voor hoe China een land beïnvloedt, maar uit de gegevens die we hebben verzameld, blijkt dat de economie niet bepalend is,” voegde hij eraan toe. “Je kunt economisch onafhankelijk zijn, maar op andere manieren gebonden, zoals met het leger of een grote Chinese diaspora die meer invloed kan hebben.”
Volgens de studie is de invloed van China wereldwijd het grootst op het gebied van technologie, buitenlands beleid en binnenlandse politiek, en het kleinst op militair en maatschappelijk gebied.
Volgens Wu is er ook geen duidelijk “draaiboek” voor de Chinese invloed en kan het moeilijk zijn om precies te bepalen hoe het ene land meer beïnvloed wordt dan het andere. Hij voegde eraan toe dat de nieuwe gegevens aantonen dat de Chinese autoriteiten zich vaak concentreren op een paar landen binnen een regio met een lage drempel om toe te treden, voordat ze zich uitbreiden naar andere landen als de kansen zich voordoen.
Ondertussen vertelde Puma Shen, voorzitter van Doublethink Lab, aan VOA dat dit onderzoek de wereld laat zien hoe China deze landen benadert.
“Door al deze ranglijsten te vergelijken en alle verschillende strategieën te vergelijken, kunnen al deze landen van elkaar leren, bijvoorbeeld hoe ze Chinese beïnvloedingsoperaties kunnen tegengaan,” zei hij.
De groep is ook van plan zijn onderzoeksgebied in de toekomst uit te breiden, met name naar Afrika, waar de Chinese invloed onlangs is toegenomen, en naar Rusland, dat in februari een “grenzeloze” samenwerking met Peking aankondigde.
Banden tussen Pakistan en China
Voor waarnemers was het geen verrassing dat Pakistan bovenaan de lijst staat van landen die het meest door het Chinese regime worden beïnvloed.
Volgens het rapport zijn technologie, buitenlands beleid en het leger de drie gebieden waarop China de meeste invloed heeft op Pakistan.
De twee buurlanden lanceerden in 2015 de China-Pakistan Economic Corridor (CPEC) als onderdeel van een groter Chinees “Belt and Road”-initiatief.
In het kader van deze strategie begon China te investeren in Pakistan door wegen, spoorwegen en telecommunicatienetwerken aan te leggen en wapens te ontwikkelen.
In mei 2017 ondertekenden Pakistan en China een overeenkomst van 50 miljard dollar die de volledige financiering omvatte van de Diamer Basha-dam en vier andere dammen in de Indus. In het kader van het CPEC werd de aanleg bevorderd van wegen die Xinjiang in het westen van China en de Pakistaanse havenstad Gwadar met elkaar verbinden. In december 2017 stemde Pakistan ook in met de versnelde aanleg van negen industrieparken als onderdeel van het CPEC.
In januari 2018 stond de centrale bank van Pakistan toe dat de Chinese yuan wordt gebruikt voor bilaterale handels- en investeringsactiviteiten, ter vervanging van de Amerikaanse dollar voor transacties in CPEC-projecten.
Deze uitgebreide bilaterale betrekkingen met het communistische regime hebben Pakistan volgens sommige waarnemers in een schuldenval geduwd. In juli 2018 leende de Staatsbank van Pakistan 2 miljard dollar van China. De Chinese leningen aan Pakistan bedroegen 6,5 miljard dollar in het fiscale jaar van 2018.
Op dit moment heeft Pakistan een buitenlandse schuld van meer dan 130 miljard dollar, waarvan 30 miljard dollar aan China.
De militaire en strategische relatie tussen China en Pakistan heeft zich in de loop der tijd verder verdiept.
In februari 2018 heeft de Pakistaanse luchtmacht een nieuwe JF-17 (een gevechtsvliegtuig dat door Pakistan en China samen is ontwikkeld) gevechtssquadron ingehuldigd in Quetta, in de provincie Balochistan.
In juni 2018 bevestigde de Pakistaanse marine haar contract om twee Type 054A-fregatten van China te verwerven.
Een verdere aanwijzing voor de groeiende relatie tussen de twee militairen is de toename van militaire oefeningen tussen China en Pakistan.
In juli hielden de twee landen een gezamenlijke marineoefening voor de kust van Shanghai, waaraan een in China gebouwd Pakistaans oorlogsschip deelnam.
Veel Pakistanen zullen verrast zijn dat hun land zo hoog scoort, aldus oud-journalist Shahzeb Jillani, die hielp bij het samenstellen van het onderzoek naar Pakistan voor de database. Jillani hoopt echter dat de resultaten zullen leiden tot meer discussie en bezinning over de groeiende banden van Islamabad met Peking.
“Men kan alleen maar hopen dat dit de Pakistani zal aanmoedigen om te debatteren over de voor- en nadelen van de relatie en wat die voor de toekomst zou kunnen betekenen,” zei hij volgens Radio Free Europe.
Yang Ning heeft bijgedragen aan dit verslag.
Gepubliceerd door The Epoch Times (17 december 2022): New Study Reveals Which Countries Most Influenced by China