We hebben allemaal wel eens hebzuchtige mensen ontmoet die nooit genoeg lijken te hebben, ook al hebben ze genoeg. Sommigen van ons worden misschien achtervolgd door een verlangen naar meer: meer geld, meer tijd, meer genegenheid, meer roem, enzovoort.
Het is soms moeilijk te onthouden dat we met niets op deze wereld komen en dat we met niets weer vertrekken. Misschien kunnen “A Christmas Carol” van Charles Dickens en een illustratie van Arthur Rackham ons eraan herinneren hoe belangrijk het is om onze hebzucht te overwinnen.
‘A Christmas Carol’ van Charles Dickens
In de kerstvertelling van Charles Dickens staat Ebenezer Scrooge bekend om zijn gemene en gierige gedrag. Zelfs op kerstavond weigert hij niet alleen zijn rijkdom met liefdadigheid te delen, maar ook de kerstgedachte met zijn neef. In plaats daarvan is zijn hart kouder dan de kerstwinter.
Maar op kerstavond, als Scrooge alleen in zijn koude appartement zit, wordt hij bezocht door de geest van zijn overleden zakenpartner, Jacob Marley. In het hiernamaals wordt Marley gestraft voor zijn hebzucht en moet hij met zware ketenen over de aarde zwerven. Hij wil Scrooge helpen ditzelfde lot te vermijden en vertelt Scrooge dat hij door drie geesten zal worden bezocht.
De Geest van het Verleden is de eerste die Scrooge bezoekt. De geest herinnert hem aan zijn nederige afkomst en toont hem zijn verleden als schooljongen en leerjongen. De geest toont ook het einde van zijn verloving met de liefde van zijn leven, Belle, als gevolg van zijn overweldigende hebzucht naar geld. Scrooge schaamt zich diep.
Vervolgens arriveert de Geest van het Heden en neemt Scrooge mee door Londen, zodat hij kan zien hoe alle anderen kerstmis vieren. Scrooge krijgt de erbarmelijke omstandigheden te zien van zijn bediende, Bob Cratchit. De familie Cratchit eet een karige maaltijd met kerstmis en de jongste zoon, Tiny Tim, lijdt aan een ernstige ziekte. De geest neemt Scrooge ook mee naar het huis van zijn neef om te zien hoe zijn familie kerstmis viert zonder hem en Scrooge wordt overweldigd door emoties.
Tenslotte toont de Geest van de Toekomst Scrooge de dood van een mysterieuze man. Scrooge hoort mensen klagen over de hebzucht en woede van de dode man. Twee zakenmannen praten over de dode vrek en de ene zegt: “Old Scratch has got his own at last, hey?” “Old Scratch” is een pseudoniem voor de duivel. Scrooge wordt naar een kerkhof gebracht, waar hij ziet dat hij degene is die is gestorven.
Overweldigd smeekt Scrooge om vergeving. Hij wil niet sterven en ook niet herinnerd worden als een hebzuchtige en koudhartige oude zakenman. Hij zweert zijn leven te beteren, ruimhartig te geven en de mensen vriendelijk te behandelen.
Plotseling wordt hij wakker op eerste kerstdag. Vervuld van de vreugdevolle overvloed van de kerstgeest, voorziet hij de familie Cratchit van eten en bezoekt hij het huis van zijn neef. De rest van zijn leven viert hij vol vreugde de vriendelijkheid en liefdadigheid van kerstmis in heel Londen.

“Oude Scratch heeft eindelijk zijn eigendom opgeëist, hé?”
Arthur Rackham was een 19e-eeuwse Engelse schilder die “A Christmas Carol” van Charles Dickens illustreerde. In één van zijn illustraties, genaamd “Oude Scratch heeft eindelijk zijn eigendom opgeëist, hé?” interpreteert en verbeeldt Rackham een scène uit het visioen dat aan Scrooge wordt getoond door de Geest van de Toekomst.
De compositie wordt overheerst door twee grote figuren: Scrooge en de Duivel. De figuur links is Scrooge. Hij kijkt angstig naar de duivel die voor hem staat. Zijn hele pak, vol kreukels, lijkt te rillen en te beven in de aanwezigheid van de duivel. Hij houdt ook twee geldbuidels stevig vast, één in elke hand.
De duivel leunt iets voorover naar Scrooge en maakt een ‘meekomen’ beweging met zijn hand. In zijn andere hand houdt hij een haakvormig instrument waarmee hij zijn slachtoffers vangt. Hij is half dierlijk afgebeeld en zijn staart glijdt omhoog en wikkelt zich om zijn pols, alsof hijzelf gevangen wordt gehouden door zijn kwade verlangens.
Onder Scrooge en de duivel staan de twee zakenmannen die spreken op Scrooge’s schijnbegrafenis. Ze zijn gekleed in lange jassen en hoge hoeden. Ze communiceren met elkaar en schudden elkaar de hand. Op basis van de titel van de illustratie kunnen we veronderstellen dat de ene tegen de andere zegt: “Oude Scratch heeft eindelijk zijn eigendom opgeëist, hé?”
Duivelse hebzucht
Het verhaal van Dickens en de illustratie van Rackham kunnen ons inzicht geven in de aard van de duivel en van hebzucht. Zoals eerder gezegd, verwijst “Oude Scratch” naar de Duivel en “zijn eigendom” naar Scrooge. De illustratie van Rackham toont dus hoe de duivel Scrooge als zijn eigendom opeist.
De uitspraak van de zakenman en de titel van het schilderij suggereren echter dat de duivel niet zomaar iedereen kan grijpen, maar alleen de zijnen. Dat wil zeggen, de duivel kan alleen degenen pakken die zoals hij zijn. En wat maakt Scrooge zoals de duivel? Dat moet toch wel hebzucht zijn.
Hebzucht en angst zijn vaak met elkaar verbonden, want de hebzuchtige persoon is vaak bang iets te verliezen of er niet genoeg van te hebben. Hun angst drijft hen ertoe meer te vergaren en te hamsteren; anders zouden ze waarschijnlijk niet hebzuchtig zijn. Op het eerste gezicht lijkt het alsof Scrooge bang is voor de duivel en dat is misschien ook wel zo. Maar bij nader inzien zou je kunnen denken dat hij bang is om de geldzakken die hij zo stevig in zijn handen houdt, op te geven.
Zelfs in het aangezicht van de dood en de dreiging van duivelse martelingen, kan Scrooge zijn geld niet loslaten. Zijn lichaam beeft als hij de zakken met geld wegdraait terwijl de duivel nadert. Deze overweldigende en alles verterende hebzucht is wat Scrooge op de duivel doet lijken.
En de Duivel is ook hebzuchtig. In de christelijke traditie was de duivel hebzuchtig naar macht, waardoor hij uit de hemel werd verstoten. In de hel is de duivel hebzuchtig naar zielen en gebruikt hij zijn haakachtige werktuig om degenen die in zijn hebzucht delen, gevangen te zetten. Zelfs de staart van de duivel, alsof die een eigen wil heeft, wikkelt zich om zijn pols als een gevangenisboei. Het is alsof de staart, het meest dierlijke deel van een wezen dat vol is van hebzucht, hebzucht herkent en het probeert gevangen te houden.
Is het dan zo dat het niet alleen de duivel is die mensen zoals hij lastig valt en gevangenzet, maar dat het de hebzucht zelf is die degenen die haar praktiseren gevangenzet, inclusief de duivel zelf?
Deze kerstdagen zullen er waarschijnlijk geen geesten op bezoek komen om ons te helpen onze hebzucht aan te pakken en te overwinnen. Hoe kunnen we dan ontsnappen aan de ketenen ervan? De ervaringen van Scrooge herinnerden hem eraan dat hij vriendelijk, gul en attent moest zijn voor de mensen om hem heen. Misschien kunnen wij deze kerstdagen en ook daarna, stilstaan bij Scrooge en proberen hetzelfde te doen.
Origineel gepubliceerd op The Epoch Times (5 december 2021): ‘A Christmas Carol’ and Overcoming Devilish Greed