Dit is het derde deel in de reeks over de ideeën die de grondwet vormden. U kunt het eerste en het tweede deel hier lezen.
Aan het begin van de vijfde eeuw voor Christus (500 v. Chr.) had de Griekse beschaving zich ver buiten het Griekse vasteland verspreid. Helleense kolonies beheersten de kusten rond de Zwarte Zee; de noordelijke Middellandse Zee tot aan Spanje; veel van de eilanden in de Middellandse Zee, waaronder een groot deel van Sicilië; en het westen van Klein-Azië (het huidige Turkije).
De Helleense beschaving was sterk gedecentraliseerd. De elementaire bestuurseenheid was de stadstaat. Decentralisatie bevordert creativiteit en vooruitgang, en dat gold zeker voor de Grieken: Zij werden de grondleggers van het moderne denken. Steden als Athene, Miletus in Klein-Azië en Syracuse op Sicilië waren schijnbaar onuitputtelijke bronnen van talent. Athene was, net als Firenze in Italië in de volgende eeuwen, zo rijk aan talent dat het zich kon veroorloven het verloren te laten gaan door sommige van zijn briljantste burgers te executeren of te verbannen.
In 490 versloegen de Atheners het Perzische Rijk in de slag bij Marathon en namen zo een leidende positie in Griekenland in. Tegen het midden van de jaren 400 controleerde Athene een open rijk dat zich uitstrekte rond de Egeïsche Zee. Dit rijk omvatte echter slechts een klein deel van de Griekse wereld.
De strijdkrachten van Sparta en Syracuse braken de politieke macht van Athene in de Peloponnesische Oorlog (431-404), maar Athene bleef het centrum van de wijsbegeerte. Dat bleef zo gedurende de Hellenistische en Romeinse periode. Cicero (106-44) studeerde in Athene, en liet zijn zoon er ook studeren.
De eerste drie persoonlijkheden op onze lijst van politieke invloeden op de Grondwet waren allen Atheners: Socrates, Xenophon en Plato.
Socrates
Socrates werd geboren rond 470 en onderscheidde zich als infanterist in de Peloponnesische Oorlog. Hij bekleedde ook enkele kleinere politieke functies in Athene. Maar wat hem vooral beroemd maakte was zijn manier van lesgeven.
Socrates’ passie was vrienden maken en manieren vinden om van die vrienden betere, efficiëntere mensen te maken. Socrates werd beroemd om zijn zuinige en ongewone levensstijl: Hij zwierf op blote voeten door de stad, gevolgd door zijn studenten, om met de burgers te praten. Toch was Socrates zeker geen figuur uit de tegencultuur of een buitenbeentje. Zoals zojuist opgemerkt, diende hij zijn stad in verschillende functies en was hij een bekende figuur in de Atheense samenleving.
Toen Socrates 70 jaar oud was, diende een dichter genaamd Meletus een aanklacht tegen hem in omdat hij de Atheense religie zou hebben ondermijnd en de Atheense jeugd zou hebben gecorrumpeerd. Een jury achtte Socrates schuldig en veroordeelde hem ter dood. Zoals gebruikelijk in dergelijke zaken kreeg Socrates meerdere mogelijkheden om zowel het vonnis als de straf te ontlopen. Volgens Xenophon was zijn beslissing om te sterven gebaseerd op de wens om de dreigende lichamelijke en geestelijke aftakeling en de daaruit voortvloeiende ellende van de ouderdom te vermijden.
Net als een andere beroemde leraar, Jezus van Nazareth, schreef ook Socrates zijn ideeën niet op. Zijn discipelen bewaarden ze op schrift. Van de meeste werken van de discipelen zijn slechts fragmenten bewaard gebleven, maar de geschriften van twee auteurs zijn grotendeels compleet. Die auteurs zijn Xenophon en Plato.
Xenophon
Xenophon werd geboren in Athene rond het jaar 430. Net als Socrates en Plato genoot hij een, voor die tijd, lang leven. Anders dan zijn medediscipel Plato, wijdde Xenophon zijn leven niet aan de studie. Hij werd soldaat en nam als huurling dienst in het leger van de Perzische prins Cyrus (niet te verwarren met zijn voorvader, koning Cyrus de Grote).
Prins Cyrus streefde naar de Perzische troon, maar werd verslagen in de slag bij Cunaxa (401), nabij Babylonië in Mesopotamië (het huidige Irak). Door de nederlaag strandden 10.000 Griekse huurlingen midden in het Perzische Rijk. Nadat hun oorspronkelijke commandanten gevangen waren genomen en gedood, werd Xenophon gekozen als een van de vervangers. De groep reisde door schijnbaar eindeloos vijandig gebied terug naar Griekenland. Je kunt er alles over lezen in Xenophon’s boek, “Anabasis” (“De tocht naar het binnenland”). Schooljongens uit de tijd van de ‘Founding Fathers’ lazen dit werk doorgaans in het Grieks.
Xenophon werd tijdens zijn leven hoog aangeschreven als soldaat en historicus, maar maakte niet de pretentie een geleerde op het niveau van Plato te zijn. Naar mijn mening is de manier hoe Xenophon Socrates portretteerde, realistischer en menselijker dan die van Plato. Omdat Plato zoveel van zijn eigen opvattingen in de zogenaamd Socratische dialoog stopte, is Xenophons weergave van Socrates’ opvattingen wellicht de meest nauwkeurige versie.
De “Memorabilia” toont Socrates die een aantal politieke ideeën uiteenzet die, in gewijzigde vorm, invloedrijk bleken voor de Amerikaanse grondleggers. Eén daarvan was dat regeringsambtenaren moeten regeren, niet in hun eigen belang, maar in het belang van het volk. Dit is het basisprincipe van “het publieke vertrouwen” (pdf). Een andere was dat vrijheid zelfbeheersing vereist, en dat alleen mensen met zelfbeheersing vrij kunnen blijven.
Xenophon presenteerde ook Socrates’ indeling van regeringsvormen in koningschap (monarchie), aristocratie, plutocratie (die oligarchie overlapt), democratie en tirannie, en hij bracht ze in verband met elkaar. Koningschap is heerschappij door één persoon in overeenstemming met de wet. Tirannie is heerschappij door één persoon die niet aan de wet is onderworpen. Aristocratie is regeren door diegenen die aan bepaalde wettelijke eisen voldoen. Plutocratie is heerschappij door de rijken. Democratie is heerschappij door het volk.

Plato
Plato werd geboren in 428 of 427 en leefde 80 jaar. Als jongeman werd hij een leerling van Socrates, en na diens dood begon Plato les te geven. In de jaren 380 stichtte hij de Academie, een soort prototype universiteit. Hij reisde veel, waaronder drie reizen naar Syracuse op verzoek van invloedrijke mensen in die stad.
Plato paste Socrates’ methoden toe op Socrates’ ideeën om zijn eigen conclusies te ontwikkelen. Het is vaak moeilijk te achterhalen hoeveel van de conclusies in Plato’s werk toe te schrijven zijn aan Socrates en hoeveel aan hemzelf.
Verschillende boeken van Plato werden in de 18e eeuw veel gelezen, waaronder “De Republiek” en “De Wetten”. Het eerste ging uit van de opvatting dat de menselijke psyche (ziel) uit drie delen bestaat: het begerende, het moedige en het redelijke deel van de ziel. Hij breidde deze visie uit tot de ideale stadstaat, die volgens Plato drie klassen burgers zou moeten hebben: de werkers (arbeiders), de wachters (soldaten) en de bestuurders.
Plato verfijnde Socrates’ classificatie van politieke systemen en suggereerde dat de betere politieke vormen de neiging hebben te ontaarden in corrupte vormen. Aristocratie wordt bijvoorbeeld oligarchie en democratie wordt tirannie.
“De Wetten” was een later en realistischer werk dan “De Republiek”. Het beval aan wat later een “gemengde grondwet” werd genoemd (die we samen met Polybius zullen bespreken). Plato stelde voor dat een stadstaat een vergadering zou hebben van alle burgers met voorafgaande militaire dienst. De vergadering zou ambtenaren kiezen en enkele andere functies vervullen. De dagelijkse zaken zouden worden afgehandeld door ambtenaren en een jaarlijks gekozen raad. “Bewakers van de wet”, gekozen voor 20 jaar, zouden een rechterlijke macht vormen met een zeer brede portefeuille.
In de volgende aflevering zal dieper worden ingegaan op de invloed van de ideeën van Socrates, Xenophon en Plato op de grondwet.
De meningen in dit artikel zijn de meningen van de auteur en komen niet noodzakelijk overeen met die van The Epoch Times.
Gepubliceerd door The Epoch Times (7 november 2022): The Ideas That Formed the Constitution, Part 3: The Pioneers: Socrates, Xenophon, Plato