Amerika heeft een lange weg afgelegd om actie te ondernemen tegen de gedwongen orgaanoogst bij gewetensgevangenen door communistisch China, waarover The Epoch Times meer dan 15 jaar geleden voor het eerst berichtte.
Op 27 maart nam het Amerikaanse Congres een wetsvoorstel aan om de Chinese Communistische Partij (CCP) te straffen voor het gedwongen wegnemen van organen bij gewetensgevangenen, de eerste niet-symbolische wettelijke maatregel in het land om deze gruweldaad tegen te gaan.
Onder de naam Stop Forced Organ Harvesting Act of 2023 wil de overheid iedereen bestraffen die betrokken is bij gedwongen orgaanhandel. Het vereist een jaarlijkse rapportage van de overheid over dergelijke activiteiten in alle vreemde landen. Degenen die hierbij betrokken zijn, krijgen een strafrechtelijke boete van maximaal 1 miljoen dollar en 20 jaar gevangenisstraf, of een civielrechtelijke boete van maximaal 250.000 dollar. Als het wetsvoorstel door de Senaat komt, kan het door de Amerikaanse president worden ondertekend.
De gerenommeerde internationale mensenrechtenadvocaat David Matas en wijlen David Kilgour, mensenrechtenadvocaat en voormalig Canadees parlementslid, zijn de pioniers in het onderzoek naar deze zaak. Hun bevindingen werden voor het eerst gepubliceerd in juli 2006.
In een recent interview in het programma “American Thought Leaders” van EpochTV deelde Matas het verhaal van zijn onderzoek toen de wereld nog niet wist of geloofde dat doden op verzoek voor organen bestond. Hij en Kilgour begonnen hun werk enkele maanden nadat het nieuws bekend werd.
In maart 2006 legde een Chinese echtgenote van een arts onder het pseudoniem Annie in Washington een publieke verklaring af dat haar ex-man in een ziekenhuis in het noordoosten van China hoornvliezen van Falun Gong-aanhangers had verwijderd. Falun Gong, met als leerstellingen waarachtigheid, mededogen en verdraagzaamheid, is een spirituele praktijk die sinds juli 1999 in China op brute wijze wordt vervolgd.
Op zoek naar een onafhankelijk onderzoek werd Matas benaderd door een non-profit organisatie, de Coalition to Investigate the Persecution of Falun Gong. Hij was gewend dat mensen naar hem toe kwamen voor verschillende mensenrechtenschendingen. Maar omdat hij niet aan elk verzoek kon werken, probeerde hij vaak te helpen door een andere oplossing te zoeken.
Voor deze kwestie realiseerde hij zich echter dat er geen gemakkelijke manier of voor de hand liggend alternatief was om het aan te pakken.
“Wat ik rechtstreeks te horen kreeg was: ‘Als dit gebeurt, zijn er geen lijken en iedereen wordt gecremeerd. Er zijn geen autopsies, en er zijn geen getuigen behalve de daders en de slachtoffers. Alles gebeurt in een gesloten omgeving,” zei Matas. “Er zijn geen documenten behalve de Chinese ziekenhuis- en gevangenisgegevens, maar die zijn niet toegankelijk. Er is geen plaats van het misdrijf. De operatiekamer wordt onmiddellijk na afloop schoongemaakt.”
Hij nam de zaak aan, wetende dat het veel werk zou zijn. Hij vertelde dat hij niet probeerde te bewijzen dat Annie gelijk had. In plaats daarvan probeerde hij met een open geest tot een conclusie te komen in plaats van de zaak op een “hij zei dit, zij zei dat” niveau af te handelen, verwijzend naar het standpunt van Annie tegenover dat van de CCP.

Verschillende dingen vielen hen op tijdens het onderzoek.
Ten eerste maakte een grote groep Falun Gong-beoefenaars hun identiteit niet bekend om te voorkomen dat hun familie en werkplek erbij betrokken zouden raken. “Daardoor werd het een uiterst kwetsbare groep,” aldus Matas.
De Chinese Communistische Partij had Falun Gong geprezen om zijn gezondheidsvoordelen nadat de praktijk in 1992 aan het publiek was voorgesteld. Maar in 1999 overtrof Falun Gong de CCP met 10 tegen 40 miljoen aanhangers. “De partij werd gewoon bezorgd over haar eigen populariteit in het licht van de populariteit van Falun Gong, die toen niet zozeer anticommunistisch, maar eerder niet-communistisch was,” voegde hij eraan toe. De onzekerheid hierover binnen de CCP leidde tot een landelijke vervolging in juli 1999.
Volgens Matas begon het vreedzame verzet van Falun Gong vanuit de overtuiging dat het op de een of andere manier om een vergissing ging. “Men ging ervan uit dat er sprake moest zijn van een misverstand omdat de meeste mensen de innerlijke dynamiek van de Communistische Partij niet begrepen. Je kreeg protesten waarbij werd aangegeven dat Falun Gong goed is, alsof de Partij een vergissing had gemaakt en dacht dat het slecht was.”
“Terwijl het probleem van de Partij met Falun Gong juist was dat het iets goeds was.”
Aanvankelijk werden veel Falun Gong demonstranten na hun arrestatie vrijgelaten omdat de detentiefaciliteiten van de CCP overvol waren. Later realiseerden deze aanhangers zich echter dat hun thuisomgeving het slachtoffer werd van hun protesten. Hun familie en werkplek werden lastiggevallen en kregen zelfs financiële sancties opgelegd. Daarom begonnen ze, toen zij opnieuw protesteerden, hun identiteit te verbergen. Hierdoor hadden hun families ook geen idee over hun verblijfplaats.
Ten tweede merkten Matas en Kilgour een patroon op van bloedtesten en orgaanonderzoeken bij bijna uitsluitend Falun Gong-aanhangers. Matas zei dat toen hij zijn onderzoek begon, de meeste van zijn Falun Gong geïnterviewden niets wisten over de gedwongen orgaanoogst. In plaats daarvan wilden ze praten over de martelingen en mishandelingen in China’s werkkampen en gevangenissen.
Hoewel de aanhangers de informatie over deze bloedtesten niet spontaan verstrekten, kon Matas hierin een duidelijk patroon zien.
Ten derde konden de onderzoekers Chinese ziekenhuizen bellen en zich voordoen als familieleden van patiënten die een orgaantransplantatie nodig hadden. Ze vroegen specifiek naar “Falun Gong organen” omdat meditatie-aanhangers gewoonlijk gezonder zijn dan andere orgaanbronnen, zoals ter dood veroordeelde gevangenen. En de antwoorden van de artsen waren bevestigend.
Matas zei dat hij probeerde om geen enkele optie uit te sluiten: “Misschien probeerden [de artsen] gewoon een deal te sluiten. Wie weet?” Dat zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor de antwoorden van deze artsen in de opnames van 2006.
Maar al snel sloot een documentaire uit 2008 van een TV-station dat grotendeels in handen is van de CCP deze denkpiste voor Matas uit.
In een Phoenix tv-programma werd het transcript (pdf) van een opname voorgelegd aan een Chinese arts, die erkende dat het gesprek had plaatsgevonden en de inhoud van het transcript bevestigde behalve alles wat met Falun Gong te maken had.
“We hadden de opname in handen, waarin zowel de dingen die hij ontkende alsook de dingen die hij toegaf, naadloos in zijn eigen stem door elkaar lopen. Ik weet niet eens of het technologisch mogelijk zou zijn geweest om ermee te knoeien, maar ik wist wel heel goed dat we dat niet hadden gedaan,” zei Matas, eraan toevoegend dat de CCP het hele telefoongesprek had kunnen ontkennen en had kunnen zeggen dat de dokter alles beweerde om zaken te kunnen doen.
Toch deed de CCP dat niet, volgens Matas, vanwege haar dubbele agenda die met elkaar in strijd waren: enerzijds het bevorderen van de handel in orgaantransplantaties en anderzijds het ontkennen van de gedwongen orgaanoogst.
“Het is heel moeilijk om beide tegelijk te doen; openlijk praten over wat ze doen, het publiekelijk promoten en er reclame voor maken, om dan te zeggen dat het helemaal niet gebeurt,” voegde hij eraan toe. “Zo laten ze overal bewijssporen achter. Maar als ze zien hoe wij ernaar kijken en hoe het laat zien wat ze werkelijk doen, dan laten ze het plots verdwijnen.”

‘Langzame genocide’
Matas noemde de gedwongen orgaanoogst tegen Falun Gong-aanhangers een “langzame genocide”.
“Niet iedereen wordt in één keer of in korte tijd vermoord. Het duurt nu al tientallen jaren. Het begon in 2001, en we zijn nu in 2023. Het duurt nu al 22 jaar.” Hij voegde eraan toe dat de Oeigoeren de laatste jaren ook een steeds grotere bron van organen zijn geworden.
Het feit dat Falun Gong-aanhangers hun Falun Gong-identiteit kunnen opgeven en zo gespaard kunnen blijven van de moord voor hun organen, verandert volgens hem niets aan de aard van de genocide. Hij zei dat dit komt omdat de dader de definitie van de groep of de doelen van de genocide controleert.
Hij zei ook dat winstbejag een gedeeltelijk motief was, maar niet het belangrijkste.
“Wat dit [het gedwongen oogsten van organen van Falun Gong-aanhangers] aanstuurt is niet het geld. De Communistische Partij onderdrukte Falun Gong niet voor geld. Ze onderdrukten Falun Gong omdat het te populair was. In hun ogen bedreigde het de overheersing van de Communistische Partij in China,” voegde hij eraan toe.
‘Nog een lange weg te gaan’
Veel landen en politici werden goed geïnformeerd over de kwestie door de onvermoeibare inspanningen van Matas, Kilgour en Falun Gong-aanhangers.
Toen Matas en Kilgour met hun werk begonnen was er nog geen extraterritoriale wetgeving om misbruik van orgaantransplantaties tegen te gaan.
Nu hebben 19 landen, waaronder de Verenigde Staten en Canada, extraterritoriale wetgeving aangenomen waardoor mensen die betrokken zijn bij het doden voor organen in het buitenland in eigen land kunnen worden vervolgd, aldus Matas. “Maar dit zijn slechts 19 landen. Er zijn 194 landen, en er is nog een lange weg te gaan,” zei hij.
De Raad van Europa heeft ook een verdrag tegen de handel in menselijke organen, waarin regeringen worden opgeroepen de illegale verwijdering van menselijke organen strafbaar te stellen.
Het verdrag is ondertekend en geratificeerd door 13 lidstaten van de Raad van Europa, waaronder Albanië, België, Kroatië, Tsjechië, Letland, Malta, Moldavië, Montenegro, Noorwegen, Portugal, Slovenië, Spanje en Zwitserland. Eén waarnemend land, Costa Rica, heeft het verdrag eveneens bekrachtigd. Ook Chili, een staat die noch lid noch waarnemer is, is daartoe uitgenodigd.
Gepubliceerd door The Epoch Times (2 april 2023): ‘A Slow-Moving Genocide’: Human Rights Lawyer Shines Spotlight on China’s Forced Organ Harvesting