Het “Zwaard van Damocles” is een morele vertelling die afkomstig is van de Romeinse geleerde Cicero. Damocles was een dienaar van de vierde- en vijfde-eeuwse koning genaamd Dionysius II.
Dionysius II was een miserabele koning die zijn rijk met een koud hart regeerde en daarbij veel vijanden maakte. Hij was altijd bang om vermoord te worden en daarom omringde hij zijn verblijf met een gracht. Hij ging zelfs zo ver dat alleen zijn dochters zijn baard mochten knippen.
Op een dag irriteerde een hofbediende en vleier genaamd Damocles de koning met zijn complimenten. Damocles vertelde de koning dat hij één van de meest geweldige en plezierige levens moest hebben. Gefrustreerd door Damocles’ naïviteit, antwoordde Dionysius II: “Aangezien dit leven u verrukt, zou u het dan zelf willen proeven en mijn geluk op de proef stellen?”
Damocles was natuurlijk verbaasd over het antwoord van de koning en ging onmiddellijk op zijn voorstel in. In het begin zette Dionysius II Damocles op een gouden bank en liet bedienden op hem wachten alsof hij koning was. Damocles werd getrakteerd op het beste eten, drinken en de geneugten van een koningsleven.
Zodra Damocles echter van zijn nieuwe leven van luxe begon te genieten, zag hij dat hij werd bedreigd door een zwaard dat aan het plafond hing. Boven Damocles’ hoofd had Dionysius II aan een enkele lok paardenhaar een uiterst scherp zwaard opgehangen.
Met het zwaard in het oog, kon Damocles niet langer genieten van de luxe om hem heen. Het duurde niet lang of hij vroeg of de koning hem wilde excuseren van zijn nieuw verworven fortuin.
‘Het Zwaard van Damocles’ door Richard Westall
Richard Westall, de 18e- en 19e-eeuwse Engelse schilder en tekenmeester van koningin Victoria, schilderde een groot tafereel dat het hoogtepunt van het verhaal uitbeeldt.
Centraal op het schilderij staat koning Dionysius II, gekleed in een rood gewaad, in het midden van de afbeelding. Een van zijn handen rust op wat een scepter lijkt te zijn en de andere hand gebaart naar het hangende zwaard linksboven in de afbeelding.
Het zwaard leidt onze blik naar Damocles, die door Dionysius II wordt gadegeslagen. Damocles is gekleed in kleding van een koning, zit op een gouden troon en reikt naar een glas wijn dat hem door een dienstmaagd wordt aangereikt. Hij heeft net het zwaard opgemerkt dat boven zijn hoofd hangt terwijl hij naar het glas reikt.
Op de voorgrond liggen een bloemenkrans en een scepter. Het lijkt erop dat Damocles aanvankelijk de bloemenkrans droeg en de scepter vasthield, maar waarschijnlijk zijn beide gevallen toen hij opkeek naar het zwaard.
Damocles is omgeven door luxe. Om hem heen staan prachtige borden, gouden meubels en sierlijke kunstwerken. Er ligt fruit op de tafel naast hem en andere dienstmaagden wachten om hem een gerecht te brengen. Vrouwen op de achtergrond aan de linkerkant van de compositie houden muziekinstrumenten vast en we kunnen aannemen dat ze voor Damocles speelden. Rechts op de achtergrond kijken een oudere man en een soldaat toe hoe het tafereel zich ontvouwt.

Het gras is niet altijd groener aan de overkant
Westall schildert Damocles op het moment dat hij zich realiseert dat het gras niet altijd groener is aan de overkant. Damocles dacht dat het leven van de koning aangenamer was dan het zijne. Pas toen hij de moeilijkheden van het leven van de koning ondervond, begon hij het leven van zichzelf te waarderen, dat zijn eigen comfort met zich meebracht.
Ik denk dat Dionysius II naar het zwaard gebaart, niet alleen om aan te tonen dat koningschap niet zo plezierig is als Damocles denkt, maar ook om begrepen te worden. Hoewel Dionysius II een koudhartige koning is, geeft hij Damocles een lesje in mededogen: Zelfs een koning als Dionysius II wil dat iemand hem begrijpt en rekening houdt met zijn moeilijkheden.
Soms zien we mensen die schijnbaar het goede leven leiden en die alle dingen hebben die wij willen. Wij willen ook een dergelijk leven. Maar we denken misschien niet echt na over wat zij hebben moeten doorstaan om dat leven te bereiken; we begrijpen misschien hun lijden niet.
Als menselijke wezens lijden we allemaal en niemand staat boven het ontvangen van mededogen; de rijken, de machtigen, de beroemden en de koninklijken willen allemaal begrepen worden.
Met dat gezegd, biedt het schilderij nog een stukje wijsheid: Alle dingen die we denken nodig te hebben om ons leven aangenamer te maken, zijn vergankelijk.
Damocles beseft dat zijn pas verworven genoegens waardeloos zijn als zijn mogelijke dood boven zijn hoofd hangt. Hij kan niet eens kijken naar de wijn waar zijn hand naar reikt en hij heeft niet door dat de bloemenkrans van zijn hoofd is gevallen of dat de muziek is gestopt. Alle geneugten om hem heen zijn onbelangrijk vergeleken met dat hangende zwaard.
We kunnen geen materiële bezittingen, pleziertjes, roem of macht met ons meenemen als we sterven. Misschien is het wijs om deze dingen in ons dagelijks leven wat luchtiger op te vatten. Damocles had de confrontatie met zijn mogelijke dood nodig om zijn leven te waarderen en niet langer te denken dat het gras elders groener is. Hopelijk hebben wij niet zulke extreme maatregelen nodig om diepe dankbaarheid voor ons eigen leven te voelen.
De traditionele kunsten bevatten vaak spirituele voorstellingen en symbolen waarvan de betekenis door onze moderne geest verloren kan gaan. In onze serie “Op zoek naar wat traditionele kunst ons te bieden heeft”, interpreteren we beeldende kunst op een manier die voor ons vandaag moreel inzichtelijk kan zijn. We gaan er niet van uit dat we absolute antwoorden kunnen geven op vragen waar generaties mee geworsteld hebben, maar hopen dat onze vragen zullen inspireren tot een reflectieve reis op weg naar meer authentieke, mededogende en moedige menselijke wezens.
Eric Bess is praktiserend beeldend kunstenaar en doctoraal kandidaat aan het Institute for Doctoral Studies in the Visual Arts (IDSVA).
Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (26 september 2021): The Grass Is Not Always Greener: ‘The Sword of Damocles’