Ik geef nu al meer dan tien jaar les aan de universiteit, en ik vraag me regelmatig af, wat maakt een goede leraar? Ik concludeer dan vaak dat een moreel karakter de belangrijkste kwaliteit van een leraar is.
Maar goede leraren dringen hun morele opvattingen niet op aan hun leerlingen. In plaats daarvan geloof ik dat een goede leraar, leerlingen inspireert om empathisch maar kritisch te denken. Goede leraren stellen zichzelf ten dienste van de onderwerpen die zij onderwijzen. Met deze kwaliteiten kan iedereen een leraar zijn, die een goed voorbeeld geeft.
De 19e-eeuwse illustrator Howard Pyle – vaak beschouwd als de vader van de Amerikaanse illustratie – kan voor ons een voorbeeld zijn van een goede leraar.

Howard Pyle
We zullen het leven van Howard Pyle als kunstenaar, illustrator en leraar introduceren aan de hand van het boek “Howard Pyle” van Lucien L. Agosta.
Pyle werd in 1853 in Delaware geboren als kind van Quakers. Zijn moeder had een belangrijke invloed op zijn latere artistieke carrière. Zij had zelf onbeantwoorde artistieke en literaire aspiraties en bracht haar kinderen in contact met zoveel mogelijk prenten en kinderverhalen als ze kon.
Pyle deed het niet goed op school; hij tekende en luisterde liever naar verhalen. Hij leerde meer thuis, door te lezen in de collectie kinderboeken van zijn moeder. Toen Pyle 16 jaar oud was, haalden zijn ouders hem van school en lieten hem privélessen volgen om hem voor te bereiden op de universiteit. Pyle deed het echter ook niet goed met deze privélessen. Uiteindelijk besloten zijn ouders hem les te laten volgen bij een academisch schilder en leraar genaamd Francis Van der Weilen. Deze ervaring zou de enige formele opleiding in de kunst zijn voor Pyle.
Rond de leeftijd van 23 jaar begon hij korte verzen en illustraties naar New York te sturen om te laten publiceren. Tot zijn verbazing werden zijn inzendingen geaccepteerd, en werd hij betaald voor zijn illustraties. Hij bedacht dat hij wel eens een succesvolle carrière als illustrator zou kunnen hebben.
Op zakenreis naar New York ging de vader van Pyle, namens zijn zoon, langs bij het kantoor van Scribner’s Monthly. Naar aanleiding van deze ontmoeting kreeg Pyle een baan in New York aangeboden bij Scribner’s Monthly, die hij accepteerde. Nadat hij naar New York verhuisd was, had Pyle echter verschillende artistieke tegenslagen. Aanvankelijk was hij niet zo succesvol als hij had gedacht dat hij zou zijn. Hij werd onzeker over zijn artistieke talent. Maar hij weigerde op te geven en besloot naar de New York Art Students League te gaan om zijn tekenvaardigheden te verbeteren.
In 1876 ging hij werken voor Harper and Brothers in New York, maar het was pas eind 1877, dat Pyle zijn grote doorbraak daar zou krijgen. Door bij een vergadering met Charles Parsons, de art director van het bedrijf, te vragen of hij een illustratie voor publicatie zelf mocht afmaken. In plaats van het over te dragen aan één van de meer ervaren illustratoren.

Parsons stemde met tegenzin hiermee in en Pyle besteedde zes weken aan het uitwerken van zijn illustratie. Niet alleen werd zijn illustratie goedgekeurd, maar het werd ook een dubbele pagina in Harper’s Weekly. Deze gebeurtenis zou het keerpunt in zijn carrière worden.
Met hard werken en doorzettingsvermogen werd Pyle uiteindelijk een succesvol illustrator en één van de meest gevraagde illustratoren in New York.
Hij maakte honderden illustraties voor Parsons en begon kinderboeken te schrijven en te illustreren zoals de boeken waarmee zijn moeder hem vertrouwd had gemaakt toen hij jong was. Tussen “1883 en 1888 publiceerde Pyle zes kinderboeken, waarvan er vier onvergetelijke meesterwerken waren,” zegt Agosta.
Met zijn illustraties van de Amerikaanse geschiedenis verwierf Pyle ook het respect en de bewondering van de Amerikaanse presidenten Woodrow Wilson en Theodore Roosevelt.
Lesgeven
Het was pas in 1894 dat Pyle besloot les te gaan geven. Daarmee begon hij les te geven in een periode die zou uitgroeien tot de Gouden Eeuw van de Amerikaanse Illustratie.
“Door te besluiten les te gaan geven, wilde Pyle meer doen dan alleen de vaardigheden die hij zo zorgvuldig had verworven, te delen met jongere kunstenaars. Hij was altijd bezig om de kwaliteit van de Amerikaanse illustratie te verhogen… hij zette zich in voor een nationale kunst die gekenmerkt werd door het gebruik van Amerikaanse methoden om Amerikaanse onderwerpen af te beelden,” zegt Agosta.
Pyle onderwees volgens twee principes: mentale projectie en originele compositie. Mentale projectie bestond uit “het vermogen om de aard van de scène fantasierijk in beeld te brengen”.
Om tot een originele compositie te komen, moedigde hij de leerlingen aan hun schilderijen zo samen te stellen dat hun artistieke bedoelingen fris en krachtig op de toeschouwer overkwamen.
De leraar die geeft
In eerste instantie bood Pyle aan om les te geven aan de Pennsylvania Academy of Fine Arts in Philadelphia. Deze instelling wees hem af, met als argument dat het een school was voor schone kunsten en niet voor illustratie. In plaats daarvan ging Pyle lesgeven aan het Drexel Institute of Art, Science, and Industry.
Hier presteerde hij zo goed als leraar, dat de Drexel administratie besloot, om onder zijn leiding, deze lessen uit te breiden tot een School voor Illustratie – de eerste school in zijn soort. Al snel werd Pyle overspoeld met een groot aantal studenten die basisonderricht in illustratie nodig hadden.

Volgens Jeff A. Menges, was Pyle zo gefrustreerd door het gebrek aan inzet van veel studenten, dat hij de Drexel administratie vroeg om een zomercursus te organiseren. Hiervoor zou hij zorgvuldig studenten uitkiezen die het met zijn manier van lesgeven, het beste zouden doen. Hij bood ook aan deze lessen gratis te geven.
De Drexel administratie stemde toe, en Pyle wist zijn onderwijsmethode vlug in te voeren. Hij zei dat zijn studenten in twee maanden zomeronderwijs meer vooruitgang boekten dan in een jaar regulier onderwijs.
Na zes jaar les te hebben gegeven, besloot Pyle ontslag te nemen bij Drexel en zijn eigen kunstacademie te openen – de Howard Pyle School of Art. In de loop van zijn onderwijscarrière nam hij ongeveer 200 studenten aan en vroeg deze nooit om geld. In plaats daarvan leefde hij van wat hij verdiende met zijn illustraties.
Pyle inspireerde door zijn ruimhartige manier van lesgeven enkele van de grootste Amerikaanse illustratoren van de 20e eeuw, waaronder Maxfield Parrish, Jessie Wilcox Smith en N.C. Wyeth.
Volgens Agosta hadden meerdere studenten van Pyle alleen maar lof voor hun leraar. Maxfield Parrish zei het volgende over hem:
“Het waren niet zozeer de feitelijke dingen die hij ons leerde, als wel het contact met zijn persoonlijkheid die er echt toe deden. Op de een of andere manier, na een gesprek met hem, voelde je je geïnspireerd om erop uit te gaan en grootse dingen te doen, en je vroeg je af op welke magische manier hij dat deed.”
N.C. Wyeth prees ook de manier waarop Pyle les gaf:
” Wyeth schreef … dat Pyle zijn leerlingen het leven en de kunst van een andere kant liet zien … Wyeth beschreef zijn eerste compositie lezing van Pyle als ‘het opende mijn ogen meer dan welke lezing ook, die ik ooit gehoord had'”.

Lessen voor het leven
De liefde van Pyle voor kunst fascineert me. Hij was bereid gratis les te geven aan studenten die zich wilden toeleggen op een leven als illustrator.
Op grond van zijn onderwijsmethoden en de manier waarop hij zijn leven leefde, geloof ik dat een leven als illustrator om bepaalde karaktereigenschappen vraagt.
Ten eerste moet een illustrator verbeeldingskracht hebben. Ik denk niet dat Pyle met verbeeldingskracht bedoelde, het veranderen van de werkelijkheid om eigenzinnig of origineel te zijn. In plaats daarvan zei hij: “Mijn vrienden vertellen me … dat mijn tekeningen eruit zien alsof ik in die tijd geleefd heb.” En hij vertelde zijn studenten: “Projecteer je geest in het onderwerp totdat je er echt in leeft… Gooi je hart in de afbeelding en spring er dan achteraan.”
Voor mij is deze les in illustreren ook een les in empathie. Het vraagt de leerlingen om buiten zichzelf te treden en te bedenken hoe ergens of iemand anders eruit ziet, hoe iemand zich voelt, hoe iemand denkt, enzovoort.
Ten tweede, de illustrator moet effectief empathie overbrengen door middel van de compositie. Illustratoren moeten steeds weer buiten zichzelf treden om te bedenken hoe de kijker de illustratie het best zal ervaren en begrijpen. Op deze manier wordt bij elk nieuw werk twee keer empathie toegepast.
Ten derde, illustratoren geven van zichzelf, niet alleen hun beelden maar ook een paar van de meest kostbare dingen die ze bezitten: hun tijd en hun inspanningen.
Met andere woorden, de illustrator moet voortdurend rekening houden met anderen.
Op welke manier kunnen we ons andere plaatsen en tijden voorstellen als een vorm van empathie? Hoe kunnen we meer empathisch zijn in de manieren waarop we communiceren met de mensen om ons heen? Wat kunnen we doen om de mensen om ons heen op te beuren en aan te moedigen?
Kunstgeschiedenis is een verhaal dat zich eindeloos ontvouwt. Het is ook ons verhaal, het verhaal van het menselijk ras. Elke generatie kunstenaars beïnvloedt hun cultuur met hun kunstwerken en de keuzes die ze maken in het leven. Deze serie wil verhalen uit de kunstgeschiedenis delen die ons aanmoedigen om onszelf af te vragen hoe we meer oprechte, zorgzame en geduldige menselijke wezens kunnen zijn.
Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (19 juni 2021): Howard Pyle: An Illustrator’s Lessons