Het is opmerkelijk dat in het oude India, China en Egypte duizenden jaren geleden tegelijkertijd dezelfde zoektochten ontstonden. Deze beschavingen probeerden allemaal lood of andere elementen in goud te veranderen en onsterfelijkheid te bereiken door het manipuleren en zuiveren van verschillende soorten materie.
Hoewel er opmerkelijke overeenkomsten zijn tussen hun ambities en werkwijzen, zijn hun specifieke alchemistische methoden onafhankelijk van elkaar ontstaan.
“In de tweede eeuw na Christus waren Egyptische ambachtslieden in Alexandrië de eerste alchemisten die wanhopig probeerden metaal in goud te veranderen. Bijna tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar waren er Taoïstische monniken (dit waren geen pure alchemisten maar eerder religieuze magiërs) die geloofden dat goud een wonderbaarlijk medicijn was en ook zij probeerden het te produceren, niet voor de rijkdom maar met het oog op een eeuwigdurende jeugd en onsterfelijkheid,” schreef acupuncturist Joseph P. Hou, Ph.D., in zijn boek ” Healthy Longevity Techniques”.
Wijlen Dr. Allen G. Debus (1926-2009) schreef ook over de bijna gelijktijdige en onafhankelijke opkomst van de alchemie in verschillende culturen. Debus promoveerde aan Harvard University en werd een vermaard wetenschapshistoricus. Hij schreef in zijn boek “Alchemy and Early Modern Chemistry” dat de alchemie niet alleen in Egypte en China, maar ook in India geheel onafhankelijk ontstond. Hoewel Chinese en Indiase alchemistische praktijken in een latere fase kruisinvloeden vertoonden, geloofde Debus dat de twee onafhankelijk van elkaar zijn ontstaan.
Een alchemie cursus aan de Universiteit van Hawaï beschrijft de oude praktijk: “Alchemie is een kosmische kunst waarmee delen van die kosmos, de minerale en dierlijke delen, kunnen worden bevrijd van hun tijdelijke bestaan en een staat van perfectie kunnen bereiken: in het geval van mineralen wordt dit goud, en voor mensen betekent dit levensduur, onsterfelijkheid en verlossing. Dergelijke transformaties kunnen enerzijds worden bewerkstelligd door het gebruik van een materiële substantie zoals de ‘steen der wijzen’ of een elixer, of anderzijds door revelerende kennis of psychologische verlichting.”
Alchemie kan in verschillende culturen los van elkaar zijn ontstaan door een aantal gemeenschappelijke uitgangspunten, die tot leerstellingen kunnen leiden, schreef Debus. Zo is er bijvoorbeeld de aloude relatie tussen onsterfelijkheid en goud. Debus schetste enkele overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende culturen.
De Egyptische alchemie was niet zo nauw verbonden met religie als de Chinese en Indiase praktijken. In Egypte was het eerder een ‘praktijkgerichte’ dan een ‘mystieke’ studie.
Chinese en Griekse alchemie zijn in bepaalde opzichten vergelijkbaar. De oorsprong van de Griekse alchemie is vaag; volgens één theorie stamt zij uit Egypte. Zowel de Chinese als de Griekse cultuur bevatten een concept van fysieke energie. Griekse alchemisten gebruikten de elementen aarde, water, lucht en vuur. Op soortgelijke wijze omvat de Chinese discipline de vijf elementen vuur, hout, water, aarde en metaal.
De Chinese alchemie zocht naar evenwicht tussen yin en yang (deze worden geassocieerd met het vrouwelijke en het mannelijke, respectievelijk het aardse en het hemelse). Chinese alchemisten combineerden bijvoorbeeld salpeter, geassocieerd met yin, en zwavel, geassocieerd met yang. De resulterende knal betekende de ontdekking van het buskruit.
Ook de Grieken beschouwden tegenstellingen als relevant. Zij werkten met warm en koud, vochtig en droog, aarde en lucht, en water en vuur.
Net als bij de ontdekking van het buskruit (lange tijd gebruikt in vuurwerk voordat het in wapens werd gebruikt) legden de alchemisten met hun observaties van de chemische reacties een deel van de basis voor de moderne scheikunde.
Maar naarmate de wetenschap zich verder ontwikkelde, raakten veel van deze alchemistische praktijken verouderd en vervielen ze in het domein van het esoterische of het mystieke.
Ter vergelijking, de Universiteit van Hawaï presenteerde een raadsel waarin de alchemist schreef: “De grijze wolf verslindt de koning, waarna hij wordt begraven op een brandstapel, waarbij de wolf wordt verteerd en de koning weer tot leven wordt gewekt”, wat zich vertaalt naar een “extractie van goud uit legeringen door het afromen van minderwaardige metaal sulfiden en het roosteren van de goud-antimoonlegering totdat het antimoon verdampt en er puur goud overblijft.” Toch is deze cryptische boodschap voor de leek niet minder mystificerend dan hoe het in onze moderne scheikunde wordt geformuleerd als: “Dehydrohalogenering van vicinale dihalide met amiden om alkynen te verkrijgen.”
Moderne wetenschappers, zoals Sir Isaac Newton, Robert Boyle en John Locke, waren zelf ook alchemisten. Bill Newman, een historicus aan de Universiteit van Indiana, bestudeerde Newtons geheime gecodeerde recepten. Hij vertelde aan het wetenschapsprogramma PBS, NOVA: “Als je kijkt naar de experimentele notitieboekjes die hij ongeveer 30 jaar bijhield, is het werkelijk onmogelijk om de conclusie te ontlopen dat hij probeerde om de ‘steen der wijzen’ te produceren.”
Gepubliceerd door The Epoch Times (29 oktober 2022): Lead Into Gold: How the Ancient Quest of Alchemy Sprang Up in Egypt, China, India in Parallel