De Wereldtop over het bestrijden en voorkomen van gedwongen orgaanoogst bespreekt onder andere de middelen om deze gruweldaad een halt toe te roepen, waaronder een universele verklaring, economische sancties tegen de Chinese Communistische Partij (CCP), en een verbod op internationale opleiding van transplantatiechirurgen uit China.
De organisatoren van de top, die van 17 tot 26 september werd gehouden, riepen de advocatuur en de internationale gemeenschap op om het onweerlegbare bewijs van gedwongen orgaanoogst serieuzer te nemen en een einde te maken aan transplantatiemisbruik door middel van specifieke wettelijke maatregelen, waaronder geïndividualiseerde Magnitsky-sancties tegen de ergste daders van de CCP, nationale wetten die degenen uit eigen land die hieraan deelnemen strafbaar stellen, en een einde aan de internationale opleiding van transplantatiechirurgen uit China. Op de website van de top staat: “De advocatuur wordt opgeroepen om een eind te maken aan deze onaanvaardbare misdaad tegen de menselijkheid.”
Dr. Weldon Gilcrease, directeur van Oncologie aan de Universiteit van Utah School of Medicine, riep op tot het ter verantwoording roepen van alle medische professionals en anderen die in de loop der jaren hebben samengewerkt met het illegale transplantatiesysteem van China.
Ook zijn er veranderingen nodig in de commerciële verhoudingen, aldus Dr. R. Scalettar, voormalig voorzitter van de American Medical Association. “Er mogen geen belangenconflicten zijn, zoals betalingen voor en commercialisering van transplantaties,” zei hij. Dit kan worden geëist door wetgeving op internationaal en nationaal niveau.
Israël, Spanje, Taiwan, Italië, België, Noorwegen en Zuid-Korea zijn volgens Lord Philip Hunt uit het Verenigd Koninkrijk en twee internationale mensenrechtenadvocaten, David Matas uit Canada en Carlos Iglesias Jimenez uit Spanje, koplopers geweest bij het invoeren van wetgeving om transplantatietoerisme te voorkomen.

Dit zou de schrapping en het verlies van licentie van medeplichtige medische professionals kunnen inhouden, evenals rechtszaken, aldus Scalettar. Als je de medische ethiek over gedwongen orgaanoogst schendt, zei hij, “zit je zonder job.”
Jiminez riep mensen en regeringen op hun stem te laten horen en wetten te maken tegen internationale gedwongen orgaanoogst. Hij zei: “De CCP-dictatuur doet heel duidelijke zetten, door de wil van mensen te kopen, of door mensen om te kopen, of door mensen te bedreigen. En dat kan ze doen met een kleine groep, maar ze kan dat niet doen met miljoenen mensen, die de dapperen zijn die zich moeten uitspreken.”
Voor Jiminez is zwijgen medeplichtigheid. Hij zei: “Justitie zal in de toekomst niet alleen degenen veroordelen die schuldig zijn aan deze misdaden, maar ook al die mensen wier medeplichtig zwijgen al deze gruweldaden mogelijk heeft gemaakt. Zij zullen zich voor het gerecht moeten verantwoorden.”
Theresa Chu, advocate bij de Taiwan Falun Gong Attorney Group, introduceerde het idee van de ‘Universal Declaration on Combating and Preventing Forced Organ Harvesting’ (UDCPFOH), een internationaal document dat gedwongen orgaanoogst door de CCP aan de kaak stelt, en maatregelen voorstelt om te voorkomen dat het “de waarde van het menselijk bestaan ernstig schendt”. Volgens de organisatoren zal het document formeel worden vrijgegeven op 26 september, de laatste dag van de top.
Volgens Chu “bouwt de UDCPFOH voort op het fundament van onvervreemdbare rechten die door geen enkel persoon of regime kunnen worden ontnomen en legt het de kernbeginselen bloot van de universele waarden, waaronder de onschendbaarheid van de menselijke waardigheid en de fundamentele bescherming van het menselijk leven, lichaam en vrijheid.” In de resolutie worden naties en internationale organisaties opgeroepen om “iedereen waarvan bekend is dat hij direct of indirect deelneemt aan gedwongen orgaanoogst de toegang te ontzeggen”, aldus Chu. Ze dringt er bij “medische beroepsbeoefenaren op aan geen Chinese artsen of medisch personeel op te leiden in transplantatiechirurgie, en dringt er bij medische tijdschriften op aan publicaties over de ‘Chinese ervaring’ in de transplantatiegeneeskunde te verwerpen”.
Chu gaf artikel 8 van de UDCPFOH vervroegd vrij. Daarin staat: “Alle regeringen zullen er bij de Partijstaat China op aandringen de onderdrukking, gevangenneming en mishandeling van Falun Gong beoefenaars en alle andere gewetensgevangenen te staken; de gedwongen orgaanoogst van alle gevangenen te staken; alle detentiecentra en kampen open te stellen voor een vrij en onafhankelijk internationaal onderzoek naar de misdaad van gedwongen orgaanoogst.”

Chu beveelt aan om een “Universele Wet tegen Gedwongen Orgaanoogst” aan te nemen.
Rechter Song Kim, van de administratieve rechtbank van Seoel in Zuid-Korea, stelde voor om gebruik te maken van wereldwijde Magnitsky-sancties om gedwongen orgaanoogst in China te voorkomen. Aangezien China permanent lid is van de VN-Veiligheidsraad en de 193 VN-leden het moeilijk zouden vinden om het eens te worden over een resolutie tegen het gedwongen oogsten van organen, stelt Song dat “autonome sancties door individuele landen” of een “Magnitsky-alliantie” een beter kortetermijndoel is.
Amerikaanse sancties, bijvoorbeeld, zouden iedereen die medeplichtig is aan gedwongen orgaantransplantaties de toegang tot de Verenigde Staten kunnen ontzeggen. Chu wees erop dat dit meer effect heeft dan vaak wordt erkend. Chu haalde statistieken aan die aantoonden dat in 2017 85 procent van de hooggeplaatste functionarissen in China zich voorbereidde op een vlucht naar een overzees land. Tussen 1995 en 2008, zei ze, zijn meer dan 18.000 Chinese ambtenaren China ontvlucht en hebben ze 145 miljard dollar naar buiten gesmokkeld. “Het bevriezen van hun overzeese tegoeden en hen de toegang tot overzeese landen verbieden, kan dus een belangrijke bedreiging voor hen zijn,” zei ze. “Het betekent dat betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen zoals gedwongen orgaanoogst een groot risico voor hun toekomst kan zijn.”
Dr. André Gattolin, senator uit Frankrijk en medevoorzitter van de Interparlementaire Alliantie inzake China (IPAC), vertelde de top dat de IPAC veel successen heeft geboekt bij de bewustmaking van de dreiging van China, maar “nog steeds moeite heeft om zich te mobiliseren voor … de kwestie van China’s toenemende inmenging in de westerse academische en wetenschappelijke wereld, en het schandaal van de gedwongen orgaanoogst en de gewelddadige vervolging van Falun Gong beoefenaars op Chinees grondgebied gedurende de afgelopen tweeëntwintig jaar.”
De Amerikaanse senator John A. Hoffman zei dat hij met andere wetgevers heeft samengewerkt “om een resolutie te steunen waarin onze natie wordt opgeroepen om zich te gaan verzetten tegen deze grove schendingen van de fundamentele mensenrechten. Die pogingen zijn nog niet geslaagd en dat kan te maken hebben met relaties met de dader van deze misdaad. Die relatie [is] een economische band met veel naties, die … sommigen zachtzinnig willen behandelen, omdat gruwelijke daden kunnen voortbestaan onder internationaal en opzettelijk stilzwijgen, zodat [slechts] weinigen weten wat er gebeurt.”
Gattolin legde uit dat in Frankrijk, “wanneer men de gedwongen verwijdering van organen in China ter discussie stelt, men al snel het risico loopt als zwaar anticommunist of anti-Chinees te worden bestempeld.” Hij zei dat het aan de orde stellen van deze “bijna taboe” kwestie je blootstelt aan “vernietigende en verontwaardigde ontkenningen en soms zelfs aan dreigementen met commerciële of politieke vergeldingsmaatregelen uit Beijing”. Hij noemde het resultaat een “diplomatie van het zwijgen”.
Om dit stilzwijgen te doorbreken zijn verschillende maatregelen nodig. Ten eerste moet het publiek worden voorgelicht over de realiteit van de gedwongen organenroof in China, en hoe die gericht is tegen Falun Gong-aanhangers. Ten tweede moeten democratieën en hun bondgenoten strengere wetgeving uitvaardigen tegen binnenlandse medewerking aan wereldwijd transplantatiemisbruik, onder meer door strengere wetten tegen transplantatietoerisme. Ten derde moeten Magnitsky-sancties worden opgelegd aan de individuele leiders en transplantatiechirurgen die betrokken zijn bij het initiëren en uitvoeren van gedwongen organenroof. Deze sancties moeten zich uitstrekken tot de top van de hiërarchie van de CCP, met inbegrip van alle leden van het Permanent Comité van het Politbureau van de CCP. Ten vierde zouden internationale economische sancties moeten worden opgelegd aan de Chinese economie als geheel, om een einde te maken aan wat moet worden beschouwd als een medische genocide uit winstbejag. Ten vijfde zouden regeringen over de hele wereld zich gezamenlijk moeten inspannen om de slachtoffers en de families die door dit schokkende geval van transplantatiemisbruik zijn getroffen, publiekelijk te erkennen en bij te staan.
Lees deel 1 hier en deel 2 hier.
De standpunten in dit artikel zijn de mening van de auteur en komen niet noodzakelijk overeen met de standpunten van The Epoch Times.
Anders Corr heeft een bachelor in politieke wetenschappen van Yale University (2001) en een doctoraat in ‘bestuur’ van Harvard University (2008). Hij is directeur bij Corr Analytics Inc, uitgever van het Journal of Political Risk, en heeft uitgebreid onderzoek gedaan in Noord-Amerika, Europa en Azië. Hij is auteur van “The Concentration of Power” (verschijnt in 2021) en “No Trespassing”, en redacteur van “Great Powers, Grand Strategies”.
Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (26 september 2021): Sanction the CCP for Forced Organ Harvesting