CUDDEBACKVILLE, N.Y. – Dansers en musici die het communistische China zijn ontvlucht en een basis hebben gevonden in de sereniteit van het platteland van Upstate New York, zijn nu het doelwit van overzeese operaties door Peking, evenals van een Amerikaans staatsburger die nauwe banden heeft met China.
Een onderzoek door The Epoch Times, waarbij duizenden bladzijden aan documenten, interne documenten van de Chinese Communistische Partij (CCP) en meer dan twaalf interviews werden bestudeerd, bracht een anderhalf decennium durende campagne van de CCP op Amerikaans grondgebied aan het licht.
Het doelwit van de operatie van de CCP is Shen Yun Performing Arts, het podiumkunstengezelschap dat bekend staat om haar uitvoeringen van wereldklasse van klassieke Chinese dans en muziek. Waarom de groep het doelwit is, blijkt uit haar slogan van dit jaar: “Het China van vóór het communisme.”
De systematische campagne van intimidatie, propaganda en mogelijke sabotage was gericht tegen de leden van de groep, tegen optredens en tegen campussen.
Intussen heeft het onderzoek van The Epoch Times uitgewezen dat een staatsburger van de V.S., die zich buitengewoon actief heeft verzet tegen de uitbreiding van de groep, nauwe banden heeft met China.
“Gisteren stond ik nog op het podium van een prestigieuze zaal onder een daverend applaus, en hier bij ons thuis word ik bespioneerd, lastiggevallen en leef ik in een omgeving waar vijandige mensen flagrante leugens over ons formuleren en verspreiden”, zei Steven Wang, een eerste solist bij Shen Yun. “En om te weten dat de CCP achter dit alles zit… om ons dit aan te doen op Amerikaans grondgebied, is beangstigend.”
Veel van de artiesten van Shen Yun hebben uit de eerste hand religieuze vervolging ervaren onder het communistische bewind in China. Velen van hen beoefenen Falun Gong, een oude Chinese spirituele praktijk die bestaat uit langzaam bewegende oefeningen en spirituele zelfverbetering gebaseerd op waarachtigheid, mededogen en verdraagzaamheid.
De CCP heeft Falun Gong in 1999 voor vernietiging bestempeld nadat uit regeringsonderzoek was gebleken dat naar schatting 70 tot 100 miljoen mensen het beoefenden – een cijfer dat destijds hoger lag dan het aantal leden van de Partij. Volgens mensenrechtenactivisten zijn miljoenen volgelingen van de Falun Gong ten onrechte gearresteerd, ontvoerd, gemarteld en gedood door het regime.
Wang’s vader is één van hen. Hij werd in China gevangen gezet wegens het beoefenen van Falun Gong en tot op de rand van de dood gemarteld; hij stierf kort na zijn vrijlating.
Een campagne van intimidatie
De CCP ziet Shen Yun “als zeer gevaarlijk,” vanwege haar inspanningen om de traditionele Chinese cultuur te doen herleven en uit te beelden, zei Trevor Loudon, een expert op het gebied van communistische infiltratie in het Westen. “Zij [de CCP] willen zeggen dat de Chinese cultuur socialistisch is”, voegde hij eraan toe.
Volgens Loudon zou men verwachten dat de CCP met alle macht achter Shen Yun aan zou gaan en inderdaad heeft het dansgezelschap meerdere vormen van inmenging moeten overwinnen – sommige voor de hand liggend en sommige ronduit gevaarlijk.

Theaters hebben dreigbrieven ontvangen van Chinese ambassades en consulaten, die hen waarschuwen geen Shen Yun voorstellingen te geven omdat ze anders het Chinese regime tegen zich in het harnas jagen. Ambtenaren hebben soortgelijke brieven ontvangen, waarin er bij hen op wordt aangedrongen om de voorstellingen niet bij te wonen. In 2009 klapte een band van een Shen Yun bus die tientallen dansers vervoerde van Phoenix, Arizona, naar hun volgende bestemming in Californië. Toen de chauffeur de bus binnenbracht voor onderhoud, vertelden de monteurs hem dat de klapband ongebruikelijke markeringen op de band had. Blijkbaar had iemand een boor gebruikt om een gat halverwege het rubber te maken – niet genoeg om de band leeg te laten lopen, maar genoeg om hem te laten klappen als hij eenmaal op de weg was.
Enkele maanden later werden op één van de bussen van het gezelschap twee sneden in een band ontdekt, ook weer slechts halverwege, beide duidelijk gemaakt met een mes. Een paar dagen later klapte een band van een andere bus terwijl hij op weg was van Memphis naar Little Rock op de I-40 West. Bij dezelfde bus werden twee dagen later weer sneden in een van de banden gevonden.
In één geval goot iemand zelfs bijtende chemicaliën over de rem- en gaspedaalkabels van een promotiebusje van Shen Yun. Het gezelschap moest uiteindelijk 24 uur per dag beveiliging voor de voertuigen regelen.
Zelfs basisinformatie, zoals de identiteit van het personeel, is door het regime uitgebuit. De ouders van een Shen Yun presentator kregen bijna elk weekend bezoek van de autoriteiten in China. De echtgenoot van één van de instrumentale solisten van het gezelschap werd in China gevangen gezet.
In augustus 2013 werd ingebroken in het huis van een Shen Yun choreograaf, Chen Yung-chia. “De inbrekers leken professionals te zijn, want ze lieten geen vingerafdrukken achter”, zei Chen destijds in een verklaring. Waardevolle spullen, zoals contant geld, gouden sieraden en dure horloges werden niet meegenomen. Wat wel ontbrak waren vier laptop computers en een DVD speler. “De indringers hadden een motief [anders dan een gewone overval]”, zei Chen. “Ze kwamen hier met de gedachte dat ze gevoelige informatie over Shen Yun konden verzamelen.”
Het belangrijkste doel voor Peking waren echter de trainingsfaciliteiten van het gezelschap in het noorden van New York. Deze locatie, die de naam Dragon Springs draagt, herbergt een tempel in Tang Dynastie-stijl en de campus van Shen Yun Performing Arts. Op basis van ingewijde informatie beschouwt de CCP de locatie als een “hoofdkwartier” voor de inspanningen van Falun Gong beoefenaars om de vervolging in China tegen te gaan.
“Val de overzeese Falun Gong hoofdkwartieren en basissen systematisch en strategisch aan”, staat in een document met richtlijnen van de CCP dat The Epoch Times in handen kreeg.
De campus, die het toptalent in klassieke Chinese dans in de wereld heeft voortgebracht, herbergt niet alleen de trainings- en repetitieruimtes van het gezelschap, maar ook twee scholen, Fei Tian Academy of the Arts en Fei Tian College, die toekomstig talent voor het gezelschap helpen opleiden.
Hoewel de veiligheidsmaatregelen in de loop der jaren zijn verbeterd, is de campus herhaaldelijk geconfronteerd met incidenten van intimidatie, huisvredebreuk en vandalisme.
Bij één incident knipte iemand een gat in de omheining groot genoeg voor een persoon om door te kruipen. In een ander incident heeft iemand een beveiligingscamera vernield. Een keer kwam iemand op het terrein, drong het kastje van een van de beveiligingscamera’s binnen en sneed de draden door. De incidenten werden gemeld aan de autoriteiten, maar het lijkt erop dat de daders nog niet zijn gevonden.
Een medewerker kreeg spijkers en zelfs dode dieren op de oprit van zijn huis vlakbij de campus gegooid.
In de beginjaren verschenen Chinese consulaire medewerkers ten minste eenmaal in een auto met een diplomatiek kentekenplaat, glipten het terrein op en haastten zich weg toen zij door het personeel werden ontdekt.
De laatste tijd is het personeel een nieuwe en meer geraffineerde vorm van intimidatie gaan vermoeden.
Een onverwacht bezoek
In november 2018 diende Dragon Springs, waar de Shen Yun-campus is gevestigd, een concept van een milieueffectverklaring (DEIS) in, een belangrijk document dat nodig is voor verdere uitbreiding van de locatie.
Op 14 november 2018 hield de stad Deerpark, New York, een openbare hoorzitting over één van de kleine projecten die gepland zijn voor de locatie, de bouw van een grotere oprit om gemakkelijker toegang te bieden voor bussen. Zoals gebruikelijk is in de stad, spraken verschillende inwoners voor en tegen het project. Er waren die avond echter een paar onverwachte gasten.
De 39 jarige Alex Scilla, een Amerikaan die op dat moment al 15 jaar in Tianjin, China, woonde, stond op en zei dat hij “bezorgd” was over de “veiligheid” van de oprit, zo blijkt uit de notulen van de bestuursvergadering (pdf).
Het is niet duidelijk wat Scilla ertoe bewoog om op die vrieskoude avond plotseling de urenlange rit te maken vanuit zijn tweede huis – een klein appartement in New Paltz, New York – enkel om een zin uit te spreken tegen een oprit. The Epoch Times heeft Scilla meerdere malen benaderd met vragen over zijn activiteiten. Hij antwoordde op geen enkele vraag en liet in plaats daarvan zijn advocaat een dreigmail sturen.
De andere onverwachte gast was Steven Schneider, civiel- en forensisch ingenieur uit Long Island. Hij zei dat hij documenten had opgevraagd in het kader van de New York Freedom of Information Law, een verkeersonderzoek voor de campus had bekeken en een bezoek ter plaatse had gebracht, zo blijkt uit de notulen van de vergadering.
Hij zei dat het project zou leiden tot “veel verkeer op een toch al gevaarlijke weg” en dat het verkeersonderzoek geen rekening hield met ongevallen rond de oprit.
Het bleek dat Schneider werkte aan een bredere evaluatie van de DEIS van de campus. Twee rapporten van Schneider’s bedrijf zouden verschijnen op de website van een non-profitorganisatie die Scilla later oprichtte. Blijkbaar heeft de firma minstens een half jaar aan het project gewerkt. Er werd niet vermeld wie voor het werk betaalde.

“Ik kan me de namen echt niet herinneren”, vertelde Schneider aan The Epoch Times toen hem gevraagd werd of Scilla bij het project betrokken was. Hij zei dat het iets was dat hij jaren geleden had gedaan en waar hij sindsdien niets meer mee te maken had gehad.
Schneider was slechts de eerste in een rij van milieu-adviseurs en advocaten die in Scilla’s kielzog kwamen, in wat een onderdeel lijkt te zijn van zijn strijd tegen de campus van Shen Yun.
Tot op de dag van vandaag onderhoudt Scilla banden met China, onder meer met een bedrijf in Tianjin.
Tianjin heeft een bijzondere betekenis in de propagandamachine van de CCP. Verschillende partij-insiders vertelden The Epoch Times eerder dat in de stad de basis is gevestigd van het internetcensuurapparaat van het regime. De stad is ook de thuisbasis van het Politiek en Juridisch Comité van Tianjin (PLAC), waarvan insiders The Epoch Times eerder vertelden dat het in verband wordt gebracht met het organiseren van pro-CCP en anti-Falun Gong protesten in New York.
De PLAC beheersen op verschillende niveaus het kolossale veiligheidsapparaat van China, dat grotendeels verantwoordelijk is voor de handhaving van de politieke en religieuze vervolgingscampagnes van het regime.
Scilla’s banden met China
De achtergrond van Scilla wordt gedetailleerd beschreven op zijn LinkedIn-profiel en in een biografie op de website van de Amerikaanse Kamer van Koophandel in China (AmCham China).
Volgens zijn biografie uit 2018 heeft hij 15 jaar in Tianjin, China, gewoond. Er is geen online vermelding van Scilla’s activiteiten in China gedurende de eerste zeven jaar. Als hij een bron van inkomsten had, heeft hij die nooit vermeld. Uit gegevens van de staat New York blijkt dat hij in 2006 trouwde met een Chinese, Lei Zhang.
Scilla’s eerste baan in China, zoals vermeld op zijn LinkedIn-profiel, begon in 2011: “Algemeen manager van Tianjin Zhongyi Steel Corp, een toonaangevende leverancier van commerciële/industriële recycling, gevestigd in de Tianjin Free Trade Zone, … een volledig gelicentieerde, geaccrediteerde inzamelaar en verwerker van alle soorten gangbare gerecyclede materialen, met een sterke focus op ferro en non-ferro metalen en kunststoffen.”
Toch heeft dit zogenaamd “toonaangevende” recyclingbedrijf vrijwel geen online voetafdruk en is het niet te vinden in openbaar toegankelijke overheidsdatabanken in China, die gegevens zouden bevatten over vergunningen voor een recyclingbedrijf.
Rond 2014 richtte Scilla samen met landbouwondernemer Daniel D’urso een milieucommissie op bij AmCham’s afdeling Tianjin. Het comité hield vooral evenementen, zoals schooltentoonstellingen met kunst gemaakt door kinderen waarbij ze gebruik maakten van recyclebare materialen die ze tijdens vuilnisophaalacties hadden gevonden.
Eind 2014 werd Scilla verkozen tot lid van het uitvoerend comité van de Tianjin AmCham, met acht kandidaten die streden om zes zetels.
Zijn aanwezigheid in november 2018 bij de hoorzitting in Deerpark lijkt zijn eerste uitstapje te zijn naar belangenbehartiging van welke aard dan ook op Amerikaanse bodem.
In januari 2019 heeft Scilla op zijn adres in New Paltz een non-profitorganisatie geregistreerd – het Mid-New York Environmental and Sustainability Promotion Committee Limited, ofwel NYenvironcom.
In februari 2019 registreerde Scilla een bedrijf in China genaamd Tianjin Zhongyi Xianfeng Environmental Consulting Service, dat hij vervolgens brandmerkte als Frontier Environ. Het startkapitaal van het bedrijf bedroeg ruim 120.000 dollar. Lei Zhang fungeert als haar toezichthouder, zo blijkt uit Chinese officiële documenten.
Er zijn geen aanwijzingen dat het bedrijf zaken heeft gedaan en de website beschrijft slechts vaag het soort diensten dat het zou leveren. Op de website van de non-profitorganisatie staat het bedrijf van Scilla als partner.
Scilla’s activiteiten met het AmCham China comité werden opgeschort met het uitbreken van de COVID-19 pandemie. Hij werd niet herkozen in de raad van bestuur van Tianjin in 2020 en staat niet langer te boek als lid van de milieucommissie, die werd omgedoopt tot Manufacturing and Sustainability Forum.
Als Scilla inderdaad naar het noorden verhuisde om een leven als milieuactivist te leiden, zou er geen tekort aan mogelijkheden zijn geweest in zijn nieuwe woonplaats New Paltz. De kleine, sterk progressieve universiteitsstad ligt pal aan de Wallkill River, met de Hudson River in het oosten en de Catskill mountains in het noordwesten – de plaats waar de reservoirs liggen die New York City van drinkwater voorzien. Maar Scilla’s non-profitorganisatie lijkt niet echt geïnteresseerd te zijn in zijn eigen achtertuin. In de stadsdocumenten, met inbegrip van de notulen van de openbare discussie over ontwikkelingsprojecten, wordt Scilla of zijn organisatie niet vermeld.
Op basis van haar website is bijna alle belangenbehartiging van de groep gericht op de Shen Yun campus en een paar andere vastgoedprojecten die verband houden met de Chinese expatgemeenschap in Deerpark, die in één van de documenten op de site “satelliet ontwikkelingen” van de campus worden genoemd.
Waar komt de financiering vandaan?
De groep van Scilla zegt op haar Guidestar-pagina dat ze in 2021 meer dan $41.000 heeft binnengehaald en ongeveer hetzelfde bedrag heeft uitgegeven. Dat zijn door zichzelf gerapporteerde cijfers; de groep heeft geen federale financiële bekendmakingen ingevuld, die niet vereist zijn voor non-profitorganisaties met een inkomen van minder dan $50.000 per jaar.
Scilla heeft de donateurs van de groep voor 2020 en 2021 op haar website vermeld. The Epoch Times kon verschillende van de donaties verifiëren.
Een bijdrage van $1.100 kwam uit één van de adviesfondsen van de Aspen Community Foundation in 2020. De stichting beheert tientallen fondsen, meestal voor gezinnen. Het is niet duidelijk uit welk fonds het geld kwam.
Een andere donatie kwam van The Bank of Greene County’s Charitable Foundation, die $218.000 uitdeelde in 2021, verdeeld over meer dan 200 ontvangers. De stichting geeft naar eigen zeggen maximaal $2.500 aan een individuele ontvanger.
Een deel van het geld was ook afkomstig van de Foundation for Sustainability and Innovation, een Californische non-profitorganisatie die wordt geleid door de marxistische geleerde en milieuactivist Ronald Chilcote. De groep moet de financiën voor 2021 nog bekendmaken, maar uit eerdere verslagen blijkt dat er zelden meer dan 5.000 dollar aan subsidie wordt gegeven.
Orange and Rockland, een plaatselijk nutsbedrijf, doneerde in maart 2021 3.070 dollar voor een watercontroleprogramma, vertelde de woordvoerder van dit bedrijf aan The Epoch Times via een e-mail.
KeyBank Foundation en Steward’s Shops, twee andere donoren, hebben niet gereageerd op vragen, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat zij meer dan $5.000 zouden geven aan een non-profit organisatie van het formaat van Scilla’s.
Een kleine plaatselijke milieugroep heeft ook een bijdrage geleverd, aldus de website.
Maar ondanks het relatief bescheiden bedrag aan donaties lijkt geld geen probleem te zijn voor de non-profitorganisatie. In januari spanden Scilla en zijn organisatie een rechtszaak aan tegen de campus, gesteund door verschillende advocaten en milieuadviseurs.
Surveillance gericht op Chinese dissidenten
In de afgelopen jaren begon het personeel van de Shen Yun campus een nieuwe en lastige vorm van surveillance op te merken: drones. De kleine, onbemande machines kunnen laag en snel vliegen en dragen krachtige camera’s die beelden en video’s van dichtbij en gedetailleerd genoeg kunnen vastleggen om individuen te kunnen identificeren.
Het personeel vermoedde dat ten minste één van de drones werd gevlogen vanaf het eigendom van een van de buren die zich later bij Scilla’s rechtszaak aansloten.
The Epoch Times sprak met twee mensen die in de buurt wonen en die bevestigden dat ze tussen januari en mei 2020 minstens vier keer een drone hebben zien vliegen vanaf het land van de buurman dat grenst aan het terrein van de campus. Ze zagen niet altijd het moment waarop de drone opsteeg, maar ze zagen hem in de lucht, boven de Shen Yun campus, en vervolgens landen op het terrein. Eén van hen identificeerde Scilla op verschillende foto’s als degene die de drone bediende.
Gebaseerd op de beschrijvingen van het campuspersoneel en de mensen uit de buurt, was de drone geen speelgoed. Hij was ongeveer twee meter breed en leek een type te zijn dat door professionele videomakers wordt gebruikt en duizenden dollars kost.
Later dat jaar merkte het personeel dat twee andere buren camera’s op hun land hadden opgehangen en deze op de ingangen van de campus hadden gericht. Beide camera’s bleken van hetzelfde model te zijn. Dit is een voortdurende bron van ongerustheid voor het personeel geworden, aangezien dit toezicht informatie kan verzamelen over wie het terrein in- en uitgaat, waardoor de identiteit van het personeel weer bekend dreigt te worden. Eén van de camera’s is onlangs weggehaald.
Eén van deze buren heeft directe financiële banden met Scilla. Zijn milieugroep geeft volgens zijn website financiële steun aan een plaatselijke organisatie, Deerpark Rural Alliance, die door de buurman wordt geleid.
“Weet je, in China heeft elke buurt een toezichtcomité, meestal gevormd door gepensioneerde dames, om hun buren in de gaten te houden en hun activiteiten aan de regering te rapporteren”, zei eerste solist Wang. “Telkens als ik de camera’s zie die deze vijandige buren buiten onze voordeur hebben geïnstalleerd om ons te bespioneren, moet ik denken aan de dames van de toezichtcomités in China.
“Het is griezelig en voor veel mensen heel gevaarlijk. Ik heb vrienden die hier werken en nog familie in China hebben. Als ze geïdentificeerd worden als iemand die bij Dragon Springs werkt, kan hun familie in China in groot gevaar zijn.”
De inspanningen van Scilla bereikten hun hoogtepunt met de milieu-rechtszaak die hij in januari in New York aanspande. Het werd onmiddellijk opgepikt door sommige Chinese door de staat gecontroleerde media om Shen Yun aan te vallen.
De activiteiten tegen Dragon Springs waren “ontmoedigend” voor Wang.
“Toen ik voor het eerst mijn Amerikaans staatsburgerschap kreeg, toen ik mijn eerste stem uitbracht in een Amerikaanse verkiezing, waren dat momenten die mij vervulden met trots en dankbaarheid. Ik koesterde het feit dat dit land mij een kans gaf op een nieuw leven, vrij van tirannie. Maar nu, de manier waarop we hier worden aangepakt… ik kan gewoon niet geloven dat dit gebeurt”, zei hij.
Modus operandi
Het gebruik van Amerikaanse groepen, milieuwetten of plaatselijke verordeningen als instrumenten om haar doelstellingen te bereiken zou volgens Loudon geheel in lijn van de CCP liggen.
“We weten dat de Chinezen Amerikaanse groepen zullen gebruiken om hen economisch of militair te helpen”, zei hij. “Waarom zouden ze Amerikanen ook niet gebruiken om culturele oppositie te dwarsbomen?”
“Als iemand met sterke banden met China een gerichte inspanning gaat leveren tegen de thuisbasis van Shen Yun, lijkt het de meest voor de hand liggende conclusie dat de CCP erbij betrokken is”, zei hij.
“Ze zien het als een grote vijand. En natuurlijk zouden ze [bijvoorbeeld] de lokale bestemmingsplannen gebruiken om druk uit te oefenen op Shen Yun als ze dat zouden kunnen. Ik zou erg verbaasd zijn als ze dat niet zouden doen”, zei hij.

Casey Fleming, CEO van BlackOps Partners en een expert op het gebied van contraspionage, is het ermee eens dat een dergelijke zet recht uit het draaiboek van de CCP zou kunnen komen.
“Het regime volgt de strategieën van “onbeperkte oorlogsvoering” en “hybride oorlogsvoering” – waarbij alle aspecten van de samenleving worden gebruikt als instrumenten om dezelfde doelstellingen te bereiken als in een oorlog, namelijk de vijand te verslaan en te overheersen”, zei hij.
“Ze gebruiken alle methoden. ‘Religieuze oorlogsvoering’, ‘economische oorlogsvoering’, ‘drugsoorlogsvoering’, ‘onderwijsoorlogsvoering’, ‘familieoorlogsvoering’ – alles wat je je maar kunt bedenken”, zei hij. “Dus ja, cultuur is absoluut cruciaal voor hen om onze samenleving te ontrafelen voor overname.”
Milieu-activisme kan ook voor dit doel worden misbruikt, om de economische ontwikkeling te dwarsbomen en als dekmantel te dienen voor het verzamelen van inlichtingen, zei hij.
“Ze zullen alles doen wat nodig is om de controle te behouden, want controle hier is ook controle daar [in China]”, vertelde hij aan The Epoch Times.
“Hun brutaliteit om de Verenigde Staten en het Westen te infiltreren en te ondermijnen gaat het begrip van de meeste mensen te boven.”
Onlangs nog heeft de FBI een Amerikaan en een Chinees aangeklaagd wegens samenzwering om op te treden als agenten van de CCP en een plan uit te voeren om de reputatie van een Chinese kunstenaar die in de Verenigde Staten woont te beschadigen, nadat de kunstenaar een satirisch beeld van CCP-leider Xi Jinping had gemaakt. De Chinese staatsburger en zijn vrouw ontvingen van Hong Kong 3 miljoen dollar “die lijken overeen te komen met betalingen voor hun diensten van het surveilleren en lastigvallen van de in de VS gevestigde dissidenten”, zegt de aanklacht (pdf).

Volgens het ministerie van Justitie waren andere Chinese dissidenten, de één wonend in Indiana, de ander in de San Francisco Bay Area, ook het doelwit. Het ministerie streeft nu naar gevangenisstraffen die kunnen oplopen tot 15 jaar.
Ook FBI-directeur Christopher Wray heeft gewaarschuwd dat China “steeds brutaler” wordt in het controleren van bepaalde meningsuitingen in de Verenigde Staten.
“Decennialang heeft de Chinese Communistische Partij Tibetanen en Oeigoeren uit de VS, Falun Gong-leden, voorvechters van de democratie en alle anderen die hun legitimiteit of gezag in twijfel trekken, tot doelwit gemaakt, bedreigd en lastiggevallen”, zei Wray op 31 januari.

En vorige maand nog ondernam het Ministerie van Buitenlandse Zaken actie tegen agenten van de CCP omdat zij het gemunt hadden op leden van religieuze en spirituele groeperingen “ook binnen de Verenigde Staten”.
“De Verenigde Staten verwerpen pogingen van functionarissen van de Volksrepubliek China om leden van etnische en religieuze minderheidsgroepen lastig te vallen, te intimideren, te controleren en te ontvoeren, met inbegrip van degenen die in het buitenland veiligheid zoeken, en Amerikaanse burgers die zich namens deze kwetsbare bevolkingsgroepen uitspreken”, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken in een verklaring van 21 maart.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat het blijft streven naar het ter verantwoording roepen van diegenen “die verantwoordelijk zijn voor wreedheden en schendingen van de mensenrechten en misbruiken waar ook ter wereld, inclusief in China, de Verenigde Staten en elders.”
Origineel gepubliceerd op The Epoch Times (14 april 2022): Beijing’s Long Arm Targets Shen Yun Artists in Upstate New York