Het Belvedere-paleis in Wenen, Oostenrijk, bestaat eigenlijk uit twee gebouwen—de Upper en Lower Belvederes, elk met hun eigen geschiedenis en doel—en is een meesterwerk van laat-barokke architectuur dat al meer dan 300 jaar in het derde district van de stad staat.
Oorspronkelijk werd het Belvedere gebouwd voor prins Eugene van Savoye, die een zomerresidentie wilde buiten de stadsgrenzen in een onbebouwd gebied genaamd Landstrasse. De prins gaf de beroemde barokarchitect Johann Lukas von Hildebrandt de opdracht om niet één, maar twee paleizen te bouwen, geïnspireerd op Versailles. In 1716 werd het Belvedere Lower en in 1723 het Belvedere Upper voltooid. Het landgoed omvat ook een oranjerie en stallen.
De architectuur van het Belvedere wordt gekenmerkt door complexe vormen uit de periode van de late barok die een gevoel van drama, grandeur, en weelde uitstralen. Het heeft ook een Rococo-invloed, een laat-barokke decoratieve stijl die ornamenteel en theatraal is. De Upper Belvedere is een weelderige vertoning van grandeur. De entreehal heeft bijvoorbeeld sierlijke decoraties en ingewikkeld beeldhouwwerk. Het Beneden Belvedère herbergt adembenemend mooie kamers, zoals het Gouden Kabinet, dat uitgebreid versierd is met spiegels.
Toen keizerin Maria Theresia na de dood van de prins de landgoederen verwierf, veranderde zij het Belvedere in een tentoonstellingsruimte die later één van de eerste openbare musea ter wereld werd. Tegenwoordig herbergt het Belvedere kunstcollecties van onschatbare waarde, van de middeleeuwen tot nu. Er is overal kunst in dit Oostenrijkse architectonische juweel.


Gepubliceerd door The Epoch Times (23 oktober 2022): The Belvedere: Drama, Grandeur, and Opulence Times 2