Jaap Hanekamp staat sceptisch tegenover de wijsheid die in de wetenschap wordt aangenomen. Hij zal doorgaan met het stellen van de simpele vraag: “Maar is dit waar?”
Als het gaat om de berekeningen van de Nederlandse regering van de depositie van ammoniak en stikstofoxide – de basis van klimaatmandaten die de veestapel zouden inkrimpen en veel boeren werkloos zouden maken – is Hanekamp bijzonder kritisch over “de wetenschap”. Hij vindt dat die berust op vage definities, te veel vertrouwen in het oordeel van deskundigen en een te beperkte focus op de kosten in plaats van zowel de kosten als de baten.
“We behandelen boeren nu als vervuilers, einde verhaal, wat een heel vreemd perspectief is”, zei hij.
Hanekamp, universitair hoofddocent scheikunde aan het University College Roosevelt in Nederland, deed zijn uitspraken in een interview met Roman Balmakov, gastheer van EpochTV’s “Facts Matter“.
Een Nederlandse rechterlijke beslissing uit 2019 die de bouw van veeteeltinstallaties belemmerde, leidde tot een protestronde van boeren. Een wetenschappelijk artikel over de protesten beschreef enkele van de schadelijke effecten die worden toegeschreven aan stikstofemissies.
“In 118 van 162 Nederlandse natuurgebieden overschrijden de stikstofdeposities nu de ecologische risicodrempels met gemiddeld 50 procent.”
“In duinen, moerassen en heidevelden, waar soorten leven die zich hebben aangepast door een gebrek aan stikstof, is de plantendiversiteit afgenomen doordat stikstofminnende grassen, struiken en bomen er hun intrek hebben genomen.”
Hanekamp zei: “Stikstofchemicaliën zijn voedingsstoffen, je hebt ze nodig om planten te laten groeien.”
Hij is van mening dat de regering zich bijna te veel heeft geconcentreerd op stikstof, zonder rekening te houden met andere factoren die van invloed zijn op de natuur, zoals de ligging van het grondwater ten opzichte van de oppervlakte.
Hanekamp vroeg zich ook af of de verschuivingen in het ecosysteem ten gevolge van de grotere stikstofdepositie wel als “schade” kunnen worden aangemerkt.
Hanekamp vroeg zich ook af of de verschuivingen in het ecosysteem ten gevolge van de grotere stikstofdepositie wel als “schade” kunnen worden aangemerkt.
Hij wees erop dat Nederland verre van ongerepte wildernis is. Een groot deel van het land is kunstmatig, in de afgelopen eeuwen op de zee gewonnen door de vindingrijkheid van de mens.
Hanekamp heeft een term onder de loep genomen die gebruikt wordt in ecologisch overheidsonderzoek: “kritische stikstofbelasting.”
Onder de “kritische belasting” wordt een stof niet geacht een significante bedreiging voor het milieu te vormen.
In een recent artikel beschrijven Hanekamp en co-auteur William Briggs enkele problemen met het bewijsmateriaal dat is gebruikt om de kritische stikstofbelasting in Nederland vast te stellen.
Ze zijn van mening dat de definities van de kritische stikstofbelasting niet nauwkeurig genoeg zijn. Ook vinden zij dat er niet genoeg grootschalige langetermijnonderzoeken naar stikstofdepositie zijn gedaan.
Hanekamp benadrukte dat modellen nuttig kunnen zijn – het uitvoeren van 100.000 metingen in het hele land zou niet bepaald gemakkelijk of goedkoop zijn. Maar de onzekerheid van modellen maakt het moeilijk om de activiteit op een bepaald landbouwbedrijf te vertalen naar exacte patronen van stikstofdepositie.
Dat weerhield de Nederlandse minister van stikstof er niet van om in juni gedetailleerde, gebiedsspecifieke doelstellingen voor stikstofreductie bekend te maken. Deze bekendmaking was de aanleiding voor de nieuwste protestronde van landbouwers.
Een melkveehouder die door The Epoch Times werd geïnterviewd, zou zijn veestapel met 95% moeten inkrimpen – zoveel dat hij verwacht te moeten stoppen.
“We hebben de illusie van zekerheid gecreëerd met betrekking tot emissie en depositie. Dat is absoluut een fata morgana van de beleidsvorming”, aldus Hanekamp. “Het probleem is dat de Nederlandse overheid heeft besloten dat deze kritische belastingen definitief zijn met betrekking tot de kwaliteit van de leefgebieden die we hebben. En dat is een heel vreemde benadering van dit vraagstuk.”
Hij maakt zich zorgen dat er geen alomvattende, maatschappelijke risico-batenanalyse heeft plaatsgevonden. Hij denkt dat de uiteindelijke uitkomst van de klimaatvoorstellen van de regering zeer onzeker blijft.
“Als we deze zouden implementeren en we zouden, laten we zeggen, een derde van de boeren uitschakelen, dan weten we nog steeds niet wat het resultaat zou zijn met betrekking tot deze kritische belastingen, wat nergens op slaat”, zei Hanekamp. “Ja, we [zouden] weten dat een derde van de boeren [weg] is en dat we in feite de productie en het inkomen van een land verminderen, maar het rendement van investeringen in de beoogde natuur? We hebben geen idee.”
Origineel gepubliceerd op The Epoch Times (15 juli 2022): Dutch Nitrogen Scientist Questions Basis of Government Climate Mandates