Saturday, 10 Jun 2023

Franse president dringt er bij China op aan een duidelijk signaal te geven in verband met klimaatverandering

Ondanks de oproep van de Franse president Emmanuel Macron aan de autoritaire leider van China, Xi Jinping, om een “duidelijk signaal” af te geven aan de wereld over klimaatverandering vóór de COP26-top in Schotland, heeft China geen duidelijk emissiedoel ingediend, en Xi heeft de top niet bijgewoond.

Op 26 oktober zei het Franse presidentiële paleis in een verklaring dat Macron er bij Xi op heeft aangedrongen de doelstellingen van China aanzienlijk te verhogen in zijn inspanningen om de klimaatcrisis aan te pakken en “concrete” vooruitgang te boeken bij het beëindigen van China’s afhankelijkheid van steenkool.

China, ‘s werelds grootste bijdrager aan de CO2-uitstoot, heeft nog geen emissiedoelstelling voor de klimaatverandering bekendgemaakt. China heeft zich ertoe verbonden tegen 2060 koolstofneutraal te zijn en tegen 2030 de emissies niet meer te laten toenemen, maar het heeft nog geen datum bepaald waarop zijn emissies een piek zullen bereiken.

Het Chinese regime heeft niet alleen geen nieuwe toezeggingen gedaan in zijn emissiereductiedoelstellingen, Xi was ook niet aanwezig op de top. Hij nam alleen deel via een virtueel telefoongesprek.

Op 27 oktober, enkele dagen voor de COP26 Global Climate Summit, bracht het Chinese regime een witboek uit over “China’s beleid en acties om de klimaatverandering aan te pakken”, waarin het beweert dat het de “13e vijfjarendoelstelling” voor koolstofvermindering heeft overschreden, en dat het nationale doelstellingen zal implementeren om de controle op de uitstoot van broeikasgassen te versterken.

In het witboek, dat is uitgegeven door het voorlichtingsbureau van de Chinese Staatsraad, staat dat het antwoord op de klimaatverandering “positieve resultaten” heeft opgeleverd. De koolstofemissie-intensiteit is in 2020 met 18,8 procent gedaald ten opzichte van 2015, waarmee de snelle groei van de uitstoot van koolstofdioxide in feite een halt is toegeroepen.

In het witboek staat ook dat de nationale koolstofmarkt op 16 juli 2021 officieel van start is gegaan voor onlinehandel, waardoor het de grootste koolstofmarkt ter wereld is geworden. Op 30 september 2021 bedroeg het cumulatieve transactievolume van koolstofemissierechten op de nationale koolstofmarkt ongeveer 17,65 miljoen ton, en de cumulatieve transactiewaarde ongeveer 801 miljoen RMB (125 miljoen dollar).

China’s energievoorziening is grotendeels afhankelijk van steenkool, en het land maakt momenteel de ergste energiecrisis in 20 jaar door. De bezorgdheid over de energietekorten op lange termijn en de ontoereikende energievoorziening deze winter neemt toe. Het regime staat voor een dilemma, omdat het moet reageren op internationale druk die China ertoe dwingt sneller af te stappen van fossiele brandstoffen, maar ook om een stabiele binnenlandse energievoorziening te handhaven.

Sommige internationale media hebben gespeculeerd dat de afwezigheid van Xi op de top zou kunnen zijn omdat hij niet bereid is meer toezeggingen te doen om de klimaatverandering te bestrijden of de nationale doelstellingen voor een vermindering van de uitstoot te verhogen.

Alex Wu schrijft voor The Epoch Times in de VS over de Chinese samenleving, Chinese cultuur, mensenrechten en internationale betrekkingen.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (31 oktober 2021): French President Urges China to Send a Clear Signal for Climate Change

Conferentie: “China: Gedwongen orgaanoogst en de Chinese Communistische Partij’.

“China: Forced Organ Harvesting and the Chinese Communist Party”, een conferentie in België, waar bewijsmateriaal werd gehoord en besproken over gedwongen orgaanoogst onder toezicht van de Chinese Communistische Partij.

Getuigenissen van deskundigen werden gepresenteerd door David Matas, een vooraanstaand Canadees mensenrechtenadvocaat en auteur van “Bloody Harvest”, het definitieve werk over dit onderwerp. Hij legde uit hoe bepaalde minderheidsgroepen het doelwit zijn van deze handel, met name de beoefenaars van Falun Gong.

De conferentie werd geleid door Nico Bijnens, voorzitter van Falun Gong België.

Tot de belangrijkste sprekers behoorden:

Peter van Dalen MEP, lid van de Europese Volkspartij en lid van de Subcommissie mensenrechten van het Europees Parlement

Edward McMillan-Scott, voormalig vice-voorzitter van het Europees Parlement

Hamid Sabi, raadsman van het China-tribunaal, die het eindvonnis van het tribunaal presenteerde

Ook aanwezig:

Harold King, adjunct-directeur van Doctors Against Forced Organ Harvesting (DAFOH)

Andy Vermaut, journalist en verdediger van de mensenrechten

KaYan Wong, woordvoerder van Falun Gong in Nederland

Manel Mselmi, blogger op Euroblog en mensenrechtenactivist

Voorafgaand aan het evenement hebben beoefenaars van Falun Gong alle deelnemers uitgenondigd voor een workshop bij de ingang van het Jubelpark (Parc du Cinquantenaire) in Brussel, op een paar minuten lopen van de Persclub.

Journalisten en andere belangstellenden die de deelnemers willen interviewen, werden verzocht contact op te nemen met Gary Cartwright: editor@eutoday.net

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (28 oktober 2021): Conference: ‘China: Forced Organ Harvesting and the Chinese Communist Party’

Een ‘botte aanval’ op de mensenrechten: EU-wetgever dringt er bij Europa op aan om de handel te gebruiken als middel om China aansprakelijk te stellen voor het oogsten van organen

Het Europees Parlement moet mensenrechten boven handel stellen en de wreedheden van het Chinese regime in verband met het gedwongen oogsten van organen aanpakken, zei een Nederlandse wetgever op 27 oktober.

De laatste keer dat de EU hieromtrent actie ondernam was in december 2013, toen haar wetgevend orgaan een resolutie aannam waarin het misbruik van orgaantransplantaties werd veroordeeld. Sindsdien was het echter “overal stil”, zei Peter van Dalen, een Nederlandse politicus die in de Subcommissie mensenrechten van het Europees Parlement zit en medevoorzitter is van de Interfractiewerkgroep ‘vrijheid van godsdienst of overtuiging en religieuze tolerantie’ van het Parlement.

Een dergelijke passiviteit is onaanvaardbaar, gezien de ernst van de wreedheden die door de Chinese Communistische Partij worden begaan, vertelde hij het publiek op een conferentie over het oogsten van organen in de Press Club Brussels Europe, en hij verklaarde dat hij een “zware strijd” voert om de kwestie op de Europese agenda te krijgen.

In juni 2019 concludeerde het in Londen gevestigde China-tribunaal dat het Chinese regime gewetensgevangenen heeft gedood voor hun organen en dat deze door de staat georganiseerde praktijk “op aanzienlijke schaal” heeft plaatsgevonden.

Een hoorzitting hierover kan in de komende maanden plaatsvinden, zei Van Dalen.

“We willen China niet aanvallen op gevoelige kwesties zoals het oogsten van organen, maar ik denk echt dat we dat moeten doen, omdat het oogsten van organen echt een zeer botte aanval is op de fundamentele mensenrechten,” zei hij.

Een belangrijke factor die heeft bijgedragen aan het Europese stilzwijgen zijn volgens Van Dalen de nauwe economische betrekkingen van Europa met China.

“Er wordt te veel gepraat over handel, over geld, en te weinig over mensenrechten en de rechten van minderheden,” zei hij.

In mei bevroor het Europees Parlement een investeringsovereenkomst met China in de nasleep van Beijings vergeldingssancties tegen Europese politici over de repressie in Xinjiang.

Van Dalen vindt dat de investeringsovereenkomst moet worden opgeschort zolang het regime de mensenrechtenschendingen niet heeft gestopt.

“We moeten dit als een zweepslag gebruiken om China duidelijk te maken dat de schending van de mensenrechten belangrijk is,” zei hij.

Een vrouw past spandoeken aan ter ondersteuning van de spirituele beweging Falun Gong, een groep die verboden is op het vasteland van China, in Tung Chung, een gebied dat populair is bij toeristen van het vasteland, in Hongkong op 25 april 2019. (Anthony Wallace/AFP via Getty Images)

Landen ‘op een kruispunt’

De belangrijkste slachtoffergroep van de orgaanoogst in Beijing, zo heeft het China-tribunaal vastgesteld, zijn beoefenaars van Falun Gong, een spirituele praktijk met drie basisprincipes, waarheid, mededogen en verdraagzaamheid, en een reeks meditatieve oefeningen.

Volgens de toenmalige schattingen beoefende in 1999 bijna één op de dertien Chinezen deze praktijk, voordat het regime een landelijke vervolgingscampagne begon om het geloof uit te roeien.

Gary Cartwright, redacteur van de in Londen gevestigde media EU Today en één van de organisatoren van het evenement, zei dat hij het moeilijk kon geloven toen hij voor het eerst hoorde over de misbruiken van Beijing op het gebied van orgaantransplantaties.

“Het is niet overdreven om te zeggen dat ik soms gewoon mijn computer moest afsluiten en weglopen om een paar keer diep adem te halen toen ik mijn onderzoek begon te doen” vertelde hij aan The Epoch Times, en noemde het “één van de meest mensonterende beleidsmaatregelen die ik ooit ben tegengekomen.”

Cartwright zei dat hij zich schuldig voelt dat dergelijk misbruik “onder onze ogen” plaatsvindt in de 21e eeuw.

Net als de Nederlandse politicus is Cartwright van mening dat westerse landen hun prioriteiten moeten herzien met het oog op de ogenschijnlijke minachting van het regime voor de mensenrechten.

“Meer dan 70 jaar na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, waarvan ons werd verteld dat deze dingen nooit meer konden gebeuren. En we zien het voor onze ogen gebeuren,” zei hij.

Andy Vermaut, journalist en mensenrechtenactivist en medeorganisator van de conferentie, wees op het gebrek aan publieke aandacht voor deze gruwelijke praktijk.

“Iedereen heeft het over de holocaust. Iedereen heeft het over de Rwandese genocides. Maar hier is niet genoeg aandacht voor,” vertelde hij na afloop aan The Epoch Times.

Cartwright vindt, net als Van Dalen, dat westerse landen hun prioriteiten moeten herzien met het oog op de ogenschijnlijke minachting van het regime voor de mensenrechten.

“Als we weten wat er in China gebeurt, waarom doet de Europese Unie dan zaken met dit regime?” vroeg hij.

De door de staat georganiseerde orgaanoogst gericht tegen Falun Gong beoefenaars en andere religieuze minderheden stelt de manier van leven van de mensheid op de proef, zei Harold King, adjunct-directeur van de medisch-ethische groep Doctors Against Forced Organ Harvesting.

Het “vormt overal een bedreiging voor de democratie, omdat het in strijd is met universeel aanvaarde beginselen van hoe samenlevingen succesvol moeten functioneren,” zei King op de conferentie.

“Europa en elke staat ter wereld,” zei hij, “staan op een tweesprong, een tweesprong die bepalend zal zijn voor hun toekomst.”

Li Yue heeft bijgedragen aan dit verslag.

Eva Fu is een in New York woonachtige schrijfster voor The Epoch Times, die zich richt op de relatie tussen de VS en China, godsdienstvrijheid en mensenrechten.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (27 oktober 2021): A ‘Blunt Attack’ on Human Rights: EU Lawmaker Urges Europe to Use Trade to Hold China Accountable for Organ Harvesting

Beijing misbruikt Hollywood om positief beeld van CCP te schetsen: Rapport

Beijing manipuleert de westerse filmproductie, vooral in Hollywood, om de wereld een positief beeld van zichzelf voor te spiegelen, aldus een van september daterend rapport van een Franse militaire denktank.

Het 650 bladzijden tellende rapport wil de allesomvattende wereldwijde beïnvloedingstactieken van de Chinese Communistische Partij (CCP) aan het licht brengen. Op cultureel gebied wordt er in het rapport op gewezen dat de CCP controle uitoefent over de Hollywood-studio’s door middel van het op een zwarte lijst plaatsen van films, het beperken van de toegang tot de Chinese markt en het censureren van de inhoud.

De CCP gebruikt films als propagandamiddelen sinds zij in 1949 China in haar greep kreeg, maar de Verenigde Staten voelden de invloed van de CCP pas in 1997, aldus het rapport. In dat jaar werden drie films uitgebracht die het positieve zelfbeeld van het Chinese regime doorprikten: “Kundun,” “Seven Years in Tibet,” en “Red Corner.” De eerste twee films gingen over Tibet, een zeer gevoelig onderwerp voor de CCP vanwege de voortdurende onderdrukking van de plaatselijke cultuur en religie, terwijl in de laatste film een Amerikaan werd getoond die ten onrechte werd beschuldigd van moord in China.

Naast het verbod op de films in China heeft de CCP zowel de regisseurs als de hoofdrolspelers van de drie films op de zwarte lijst gezet. Verder verbood het regime de betrokken productiemaatschappijen vijf jaar lang om in China te werken.

Ondanks het feit dat de Chinese markt een bescheiden omvang had, vergelijkbaar met die van Peru in die tijd, nam Hollywood volgens het Franse rapport de boodschap onmiddellijk ter harte.

De toenmalige CEO van Disney, Michael Eisner, had in 1998 een ontmoeting met de toenmalige Chinese premier Zhu Rongji om zich te verontschuldigen en te beloven dat Disney nooit meer iets als Kundun zou produceren, aldus het rapport.

De aantrekkingskracht van de Chinese markt

Een rapport uit 2020 van PEN America, een New Yorkse groep die opkomt voor de vrijheid van meningsuiting, illustreerde de behandeling door het regime van Jean-Jacques Annaud, regisseur van “Seven Years in Tibet”. In 2009, bijna tien jaar nadat hij door Peking op de zwarte lijst was gezet, stemde Annaud ermee in om een Frans-Chinese coproductiefilm te regisseren. In december 2009 verontschuldigde Annaud zich voor zijn deelname aan “Zeven jaar in Tibet” op Weibo, een Chinese sociale media-app vergelijkbaar met Twitter. Het bericht is sindsdien verwijderd, maar het werd gearchiveerd door PEN America.

Annaud tekende vervolgens een strategische partnerschapsovereenkomst met China voor twee films, en werd lid van de Strategische Raad van de France China Foundation. In zijn biografie op de website van de stichting worden veel van zijn films genoemd, maar “Zeven jaar in Tibet” wordt niet vermeld, aldus het Franse rapport.

Sindsdien heeft de CCP een verscheidenheid van tactieken gebruikt om Hollywood te beïnvloeden, samen met andere westerse filmproducenten, aldus het Franse rapport. Beijing staat drie manieren toe waarop buitenlandse films op de Chinese markt kunnen komen: via quota’s, opkoop en coproduktie. Op alle drie manieren wordt censuur toegepast.

De CCP heeft ook de verleiding van haar grote en lucratieve markt gebruikt om filmmakers tot naleving te dwingen. “We hebben een enorme markt om met jullie te delen. We willen films die zwaar investeren in China; we willen positieve beelden van China zien”, zei de president van China Film Group Corporation, het grootste staatsfilmbedrijf ter wereld, in 2013 tegen Hollywoodproducenten.

China’s kwartaalinkomsten uit box office overtroffen in 2018 voor het eerst die van de Verenigde Staten, volgens het Franse rapport. Verwacht wordt dat het in de komende jaren de grootste markt ter wereld zal worden.

Verder zijn de Chinese investeringen in Hollywoodfilms sinds 2014 aanzienlijk gegroeid. De CCP hielp tussen 1997 en 2013 12 Hollywoodfilms financieren. Dit aantal steeg van 2014 tot 2018 naar 41 films. De Franse militaire denktank stelt dat deze Chinese investeringen Beijing een aanzienlijke invloed geven op Amerikaanse studio’s.

Naleving

Een overeenkomst tussen China en de VS uit 2012 beperkt 34 slots per jaar voor Amerikaanse films om China binnen te komen. Dit quotum wordt bijna uitsluitend ingenomen door kassuccessen. In het rapport wordt een Hollywood-scenarist geciteerd die zegt dat dit quotum “een beperking van de vrijheid van meningsuiting” is omdat de studio’s aan zelfcensuur doen om hun kansen op een slot zo groot mogelijk te maken.

Buyout is een andere methode om toegang te krijgen tot de Chinese markt die veel wordt gebruikt door onafhankelijke films. In dit geval stemt de buitenlandse studio ermee in alle in China gemaakte winst over te dragen aan de Chinese distributeur, in ruil voor een vaste vergoeding.

De derde en meest populaire manier is coproduktie tussen een buitenlandse studio en een Chinese studio. In het rapport wordt erop gewezen dat het voordeel van coproduktiefilms is dat zij niet als buitenlands worden beschouwd en dus niet onder de quotaregeling vallen.

Er zijn echter wel regels waaraan de coproductiefilms moeten voldoen, aldus PEN America. De regels omvatten het naleven van de wetten, voorschriften, gewoonten en tradities van China; het eerbiedigen van de rechten en plichten van het Chinese regime; en het bijdragen tot de sociale stabiliteit van China. PEN America legde uit dat sociale stabiliteit één van de argumenten is die Peking gebruikt om de onderdrukking van dissidenten of etnische minderheden te rechtvaardigen.

Het rapport van de Franse denktank suggereerde dat coproductie Beijing meer invloed geeft op de inhoud, omdat censuur op elk moment in het productieproces kan plaatsvinden. Het rapport somde verschillende coproductiefilms op die Chinese filmmaatschappijen expliciet invloed gaven, waaronder “The Meg” (2018), “Kung Fu Panda III” (2016), en “Looper” (2012).

Dikwijls kan de coproductie verborgen zijn. Een voorbeeld is de docuserie “China: Times of Xi” die in oktober 2017 werd uitgezonden op Discovery Channel. Het was een coproductie tussen Discovery Networks Asia-Pacific en China Intercontinental Communications Center (CICC). Het Franse rapport merkte op dat CICC wordt beheerd door het Informatiebureau van de Staatsraad, dat hetzelfde adres deelt met het Bureau voor Buitenlandse Propaganda van de Centrale Propaganda-afdeling van de CCP. Maar de documentaire werd aangekondigd als “een onafhankelijke televisieproduktie”.

Het rapport bevat ook een lijst van gevallen waarin studio’s inhoud uit films hebben weggelaten die de CCP zou hebben kunnen verontrusten. De lijst omvat “Pixels” (2015), “RoboCop” (2014), “Red Dawn” (2012), “Skyfall” (2012), “Men in Black 3” (2012), “Pirates of the Caribbean 3” (2007), en “Mission Impossible III” (2006).

In andere gevallen gaat het om het positief portretteren van de CCP, vaak als held of redder, of van ideeën die de partij steunt. Dergelijke films zijn “Abominable” (2019), “Arrival” (2016), “Transformers: Age of Extinction” (2014), “Gravity” (2013), “Looper” (2012), en 2012 (2009).

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (20 oktober 2021): Beijing Exploits Hollywood to Project a Positive Image of the CCP: Report

Artiesten profiel: Schoonheid door traditie: Shen Yun

Evangeline Zhu was in het Lincoln Center in New York, een paar uur voordat ze het podium op zou gaan, toen ze het nieuws kreeg: De voorstelling zou niet doorgaan. In de 14 jaar dat Shen Yun Performing Arts heeft opgetreden, was er zelden een afgelaste voorstelling geweest – hoewel de Chinese Communistische Partij zeker heeft geprobeerd om Shen Yun te laten stoppen. Zhu dacht dat het een grap was; het bleek allesbehalve zo te zijn. Een pandemie raasde over de wereld en zorgde voor sluiting van ontmoetingsplaatsen en podia voor kunst en entertainment.

Het duurde anderhalf jaar voordat Zhu weer oog in oog met het publiek kon staan. In september stond ze op het podium in Stamford, Connecticut, met een hart vol dankbaarheid.

“Het is best spannend”, zei ze voorafgaand aan de voorstelling. “Het is een jaar geleden dat ik publiek heb gezien.”

In die tussenliggende periode zijn Zhu en haar collega-dansers van Shen Yun druk bezig geweest. In de afgelopen jaren heeft het in New York gevestigde dansgezelschap een dansmethode geperfectioneerd en nieuw leven ingeblazen die voor het hedendaagse China verloren is gegaan.

Lichaamstaal

Zhu zegt dat dans een lichaamstaal is. “Je moet je lichaam gebruiken om uit te drukken wat je voelt, om je boodschap over te brengen aan het publiek”, zei ze.

Als zodanig heeft de oude methode van “shen dai shou,” of het lichaam dat de armen en handen leidt, de manier waarop de klassieke Chinese dans van Shen Yun er op het toneel uitziet volledig veranderd. In essentie doet de techniek precies wat de naam zegt: Het lichaam leidt de armen en handen in beweging en het lichaam is levendig met beweging in de dans.

“Als je vanuit je hart kunt communiceren, is dat de sterkste uitdrukking”, zei Zhu. “En dan kan je zelfs zonder woorden communiceren.”

Een vereiste van deze methode is dat de kracht die de beweging van het bovenlichaam aandrijft, begint in het midden van het lichaam, boven het hart. In wezen dans je dus vanuit je hart en dat maakt de dans nog expressiever, legt Zhu uit. “Na het leren van deze methode is onze klassieke Chinese dans grootser, helderder en geeft mensen dit gevoel van lichtheid.”

Dit is een methode die alleen in naam voorkomt in oude dans- en pedagogieboeken, maar de instructies van hoe het te doen en hoe het te onderwijzen zijn verder volledig verloren gegaan. Toch lijken degenen die bekend zijn met de missie van Shen Yun te begrijpen waarom Shen Yun het enige dansgezelschap is dat deze gezochte methode heeft teruggevonden: Shen Yun probeert de echte traditionele Chinese cultuur te doen herleven, zei Zhu.

Ze legde uit dat van zorgvuldig onderzoek en herstel van traditionele danstechnieken tot het naleven van traditionele waarden, zoals de Confuciaanse deugden van mededogen, rechtschapenheid, fatsoen, wijsheid en trouw, alle artiesten van Shen Yun dit pad van traditie hebben nagevolgd om het publiek iets werkelijk stralends en positiefs te brengen.

“Dans drukt uit wat er in je hart leeft en de dansers van Shen Yun ontwikkelen stap voor stap hun karakter, werken aan hun hart”, zei ze. “We streven ernaar om alles te doen volgens de standaard van waarachtigheid, mededogen en verdraagzaamheid.”

Evangeline Zhu behaalde de gouden medaille bij de junioren vrouwen in de 2016 NTDTV International Chinese Classical Dance Competition. (Larry Dye/The Epoch Times)

Een stralend gevoel

De moeder van Zhu had een ongerealiseerde droom om danseres te worden, dus voordat ze Zhu kreeg, had ze de gedachte dat als haar kind ooit interesse in dans zou tonen, ze dat zou steunen. Als jong meisje nam Zhu danslessen, maar ze had geen idee van dans als een carrière. En toen hoorde ze van Shen Yun.

“Ik denk dat het voorbestemd was”, zei ze. Ze zag wat leek op etherische wezens die over het toneel zweefden en herinnert zich de fysieke sensatie van wat voelde als een gevleugelde door paarden getrokken strijdwagen die boven haar zweefde tijdens de opening van de voorstelling. Deel uitmaken van Shen Yun werd haar droom.

Er is nog iets waarvan Zhu denkt dat Shen Yun het anders doet: Vanaf het moment dat de gordijnen opengaan, wordt het publiek uitgenodigd in een wereld die licht, mooi en wonderbaarlijk is.

“Er is eigenlijk veel hopeloosheid en lusteloosheid in de wereld, maar dan zie je plotseling dit wonderlijke tafereel en wordt het negatieve als het ware weggespoeld. … Je ziet iets stralends en positiefs en groots. Je ervaart iets groters dan jezelf en op de een of andere manier voelen de dagelijkse problemen minder zwaar aan.”

“Het is een hemels tafereel”, zei ze.

“Dans en muziek overstijgen cultuur; dit is waarom elk publiek Shen Yun begrijpt”, zei Zhu. “Dingen als waarachtigheid, goedheid en schoonheid zijn universeel.”

“En ik denk dat kunst die mensen kan inspireren en verheffen echt mooi is”, zei ze. “Kunst kan ons verheffen en ik denk dat kunst iets is wat we allemaal nodig hebben in ons leven.”

NTD heeft bijgedragen aan dit verslag.

Origineel gepubliceerd op The Epoch Times (15 oktober 2021): Artist Profile: Beauty Through Tradition: Shen Yun

Hongkong: 7 opgesloten voor protest tegen veiligheidswet

Een rechtbank in Hongkong heeft op 16 oktober zeven pro-democratische activisten tot 12 maanden cel opgelegd wegens hun betrokkenheid bij een protest tegen de regering in 2020.

Het protest, dat door de politie was verboden op grond van CCP-virus beperkingen, vond plaats op 1 juli 2020, enkele uren nadat een ingrijpende nationale veiligheidswet van Peking in werking was getreden. Die dag gingen duizenden demonstranten de straat op, ondanks het gebruik van pepperspray, traangas en waterkanonnen door de politie.

De nationale veiligheidswet waartegen de zeven zich verzetten, wordt nu tegen hen gebruikt.

Tot de activisten behoren Figo Chan, voormalig voorzitter van het inmiddels ontbonden Civil Human Rights Front (CHRF); Tsang Kin-shing en Tang Sai-lai van de League of Social Democrats; voormalig districtsraadslid Andy Chui; en de voormalige parlementsleden Wu Chi-wai, Eddie Chu, en Leung Kwok-hung.

Chan werd veroordeeld tot een jaar, terwijl de anderen straffen kregen variërend van zes tot tien maanden.

Een pro-democratisch protest gesteund door CHRF trok in 2019 een menigte van ongeveer 2 miljoen mensen die zich uitspraken tegen een later ingetrokken uitleveringswet.

“We konden alleen maar kiezen voor burgerlijke ongehoorzaamheid … een vreedzame, rationele en geweldloze manier om onze eis tegen de nationale veiligheidswet te uiten,” zei Chan in zijn pleidooi om verzachtende omstandigheden.

“Om het geloof in burgerlijke ongehoorzaamheid hoog te houden, heb ik besloten schuldig te pleiten en toe te geven dat ik de ‘slechte wet op de openbare orde’ heb overtreden.”

Chan en twee anderen zaten al achter de tralies voor eerdere aanklachten.

De protesten die de stad in beroering brachten, begonnen in juni 2019, toen de regering van Hongkong een zeer controversieel plan wilde invoeren dat uitleveringen aan het vasteland van China mogelijk zou maken. Het wetsvoorstel, dat werd beschouwd als een verdere uitholling van de rechterlijke onafhankelijkheid van de stad, werd maanden later officieel ingetrokken.

Demonstranten scanderen slogans en gebaren tijdens een betoging tegen een nieuwe nationale veiligheidswet in Hongkong op 1 juli 2020. (Anthony Wallace/AFP via Getty Images)

Het besluit kon echter geen halt toeroepen aan de wijdverbreide kritiek van het maatschappelijk middenveld, dat ook aandrong op eerlijkere verkiezingen en een onderzoek naar het geweld van de politie.

Als reactie daarop heeft Peking op 30 juni 2020 een wet op de nationale veiligheid aangenomen, die wat China beschouwt als subversie, separatisme, terrorisme en samenspanning met buitenlandse strijdkrachten bestraft met gevangenisstraffen tot levenslang.

Op 1 juli 2020 overspoelden grote menigten het gebied van Causeway Bay, waar de mars zou beginnen. Volgens de politie werden die dag minstens 370 mensen gearresteerd wegens illegale samenkomst en andere overtredingen, waarvan 10 inbreuken op de wet op de nationale veiligheid.

De dag was ook de 23e verjaardag van de overdracht van de stad van Groot-Brittannië aan China.

Volgens het veiligheidsbureau zijn meer dan 150 mensen gearresteerd op grond van de wet op de nationale veiligheid. Van hen zijn 100 mensen formeel in staat van beschuldiging gesteld.

Tong Ying-kit, de eerste persoon die op grond van de nationale veiligheidswet werd veroordeeld, werd ervan beschuldigd die dag met zijn motorfiets op de politie te zijn ingereden terwijl hij een vlag droeg met de nu verboden protestleus: “Bevrijdt Hongkong. Revolutie van onze tijd.” Tong werd in juli veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf.

Een demonstrant wordt vastgehouden door de politie tijdens een demonstratie tegen de nieuwe nationale veiligheidswet in Hongkong op 1 juli 2020. (Anthony Wallace/AFP via Getty Images)

De veroordelingen van 16 oktober zijn ook de zoveelste klap voor de oppositiebeweging. De CHRF van Hongkong werd in augustus onder politieke druk ontbonden, na bijna twintig jaar actief te zijn geweest.

Op 15 oktober sloot ook een van de weinige onafhankelijke Engelstalige boekhandels in de stad zijn deuren nadat de eigenaar had besloten de stad met zijn gezin te verlaten.

Reuters heeft bijgedragen aan dit verslag.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (17 oktober 2021): 7 Hong Kong Activists Jailed Over Protest Against National Security Law

De Reagan-oplossing voor overbelaste havens en goederentekorten

Herfst 2021 heeft iets weg van 1980. Tekorten. Een wankelend bevoorradingssysteem. Inflatie. Stijgende werkloosheid.

Zelfs als je het je niet persoonlijk herinnert, heb je vast wel foto’s gezien van de rijen auto’s die stonden te wachten om benzine te kopen tijdens de olieschok van 1979. De wereldwijde olievoorraden daalden na de revolutie van Ayatollah Khomeini in Iran, een belangrijke producent.

Auto’s staan in de rij voor brandstof bij een benzinestation in Maryland, in juni 1979. (Publiek Domein)

Dat was de sfeer waarin Ronald Reagan in 1980 tot president werd gekozen. Het is vergelijkbaar met wat we nu meemaken.

Op 13 oktober heeft president Joe Biden de opdracht gegeven om de havens van Los Angeles en Long Beach 24 uur per dag te laten draaien. Michelle Steel (R-Huntington Beach): “Ik ben blij dat de regering eindelijk actie onderneemt, en het is nu tijd om de verklaring van grote ramp waar ik meer dan een week geleden om heb gevraagd, goed te keuren”.

Steel heeft ook wetgeving ingediend om te verbieden dat vrachtschepen stilliggen of voor anker gaan voor de kust van Orange County. Maar ook zij behandelt de symptomen in plaats van de oorzaken van het probleem. Waar moeten de schepen heen? Zou dat de bevoorradingsproblemen niet erger maken?

Reagan’s Vrije-Markt Oplossingen

Wat zou Reagan vandaag doen? Hoewel geen enkele historische periode een exacte analogie biedt, zijn er toch enkele leerzame parallellen.

1. Regelgeving verminderen

Een van de eerste dingen die Reagan deed toen hij in functie was, was het verminderen van de regelgeving voor de energie-industrie. President Jimmy Carter had weliswaar enige controle op olie ingevoerd, maar in 1981 maakte Reagan een eind aan alle productiebeperkingen en prijscontroles op olie. Maar terwijl critici stijgende prijzen voor olie en gas aan de pomp voorspelden, gebeurde het tegenovergestelde. De productie steeg en de prijzen daalden.

Er waren veel toespraken nodig om aardgas onder controle te krijgen. Een mooie was de toespraak van de Great Communicator tot de natie op 26 februari 1983. Hij wees erop dat de regelgeving de prijzen hoger houdt en de consument schaadt. Hier is een korte YouTube video clip van Reagan’s toespraak.

In 1985 kreeg hij het Congres zover om een gedeeltelijke opgave van toezicht door te voeren. Volledige opgave van toezicht over de olieprijzen vond pas plaats in 1989, het jaar nadat hij zijn ambt had neergelegd.

Het equivalent vandaag zou zijn om de lijvige regelgeving voor de scheepvaartindustrie in Californië te verminderen. In augustus 2020 heeft de California Air Resources Board de sector bijvoorbeeld enorme nieuwe regels opgelegd.

“Schepen en vrachtwagens zullen duizenden tonnen luchtvervuiling moeten terugdringen in gemeenschappen in de buurt van havens, snelwegen en magazijnen onder een paar regels die vandaag unaniem zijn aangenomen door de Air Resources Board,” meldde CalMatters destijds.

“Sommige van de machtigste bedrijven van de natie — oliemaatschappijen, motorfabrikanten en havens — verzetten zich tegen de nieuwe regels, opwerpend dat de gehavende economie de veranderingen niet kan doorstaan, welke zouden kunnen oplopen tot bijna $7 miljard. De hoorzittingen van de Raad voor de luchtvaart over de twee regels duurden meer dan acht uur, waarbij tientallen mensen hun steun en tegenstand uitspraken.”

“Het verplaatsen van goederen van schip naar vrachtwagen naar magazijn is goed voor bijna een derde van de Californische economie, maar ongeveer de helft van de luchtvervuiling (pdf). Veel van de vervuiling treft achtergestelde gemeenschappen en gekleurde gemeenschappen in de buurt van havens, snelwegen en goederencorridors.”

De veronderstelde schade aan “achtergestelde gemeenschappen en gekleurde gemeenschappen” wordt tegenwoordig vaak naar voren gebracht als een excuus om de industrie te sluiten. Maar ik groeide op in de jaren zestig in het zuidoosten van Michigan, toen nabijgelegen fabrieken, zoals de enorme River Rouge-fabriek, het grootste deel van de dag vervuiling spuwden. We stikten erin tot het in de jaren 70 werd opgeruimd.

Maar mijn ouders herinnerden zich altijd iets anders. “Toen de schoorstenen ophielden” was de uitdrukking die ze vaak gebruikten. Dat begon in 1930 toen de Grote Depressie begon, en mijn grootvaders hun baan verloren. Voor hen betekenden schoorstenen industrie en banen. Detroit was toen het Parijs van het Westen. In de Tweede Wereldoorlog was het het Arsenaal van de Democratie. Zelfs fabrieksarbeiders genoten van ‘s werelds hoogste levensstandaard.

In Californië zijn degenen die banen verliezen door overregulering van de scheepvaartindustrie natuurlijk degenen die naast de scheepswerven wonen. Als je het werk doodt, dood je de banen.

2. Verlaag de belastingen

Behalve voor het winnen van de Koude Oorlog tegen de Sovjet-Unie, wordt Reagan het best herinnerd voor het verlagen van de belastingen en het herstel van de economie van “stagflatie” – stagnatie plus inflatie. Het hoogste inkomstenbelastingtarief daalde van 70 procent onder Carter tot 50 procent in 1983 en vervolgens tot 28 procent in 1986. Gelijkwaardige tarieven voor de middenklasse werden verlaagd. Iedereen betaalde minder.

De economie groeide met 7 procent in 1983, en een gemiddelde van 4 procent daarna. Totdat president George H.W. Bush in 1990 onbesuisd de belastingen verhoogde.

De verlagingen van Reagan werden ten onrechte voorgesteld als “geld in de zakken van de mensen stoppen” om uit te geven en geld door de economie te laten circuleren. Eigenlijk was het hoofddoel het aanmoedigen van investeringen in het creëren van nieuwe bedrijven en banen. Mensen investeren niet, tenzij zij een behoorlijk rendement op hun investering kunnen maken. Anders vloeit het kapitaal naar andere, meer gunstige belastingklimaten in andere landen.

Biden doet vandaag het tegenovergestelde. Hij onderhandelt met House Speaker Nancy Pelosi (D-Calif.) over een massale belastingverhoging als onderdeel van het ‘Build Back Better’ afval-programma van de Democraten. De kosten: 3,5 biljoen dollar, hoewel dat waarschijnlijk zal worden teruggebracht tot misschien 2 biljoen dollar. Nog steeds een enorm bedrag.

Een andere grote factor is onzekerheid. Weet u welke belastingen u volgend jaar gaat betalen? Vooral als u een bedrijf heeft? Bedrijven hebben zekerheid nodig om voor de toekomst te plannen.

Mensen die hun hele leven in de regering hebben gezeten, zoals Biden en Pelosi, hebben geen idee hoe moeilijk het is om een bedrijf met winstoogmerk te runnen. Als je geen winst maakt, ga je failliet. Als je een krappe winstmarge hebt, en hogere belastingen en regelgeving drijven die marge naar negatief, dan ga je failliet.

Het verlagen van belastingen en regels in Reagan-stijl zou de oprichting van nieuwe bedrijven aanmoedigen om de havenproblemen en andere problemen aan te pakken. Toegegeven, sommige van deze problemen zullen jaren duren om te verlichten. En de pandemie zou hoe dan ook voor problemen hebben gezorgd. Maar net zoals een gezond persoon een ziekte beter kan doorstaan dan een ongezond persoon, zo maakt een gezond belasting- en regelgevingsklimaat het gemakkelijker om een economische schok te overleven.

Hoewel de hernieuwde federale aanval op het bedrijfsleven onder Biden pas negen maanden oud is, gaat de aanval in Californië al tientallen jaren terug. (Ik hoef hier geen eerdere Epoch Times-columns van mij te herhalen als “Local Tax Increases Slam Californians” en “California Businesses Exiting Faster Than Ever.”)

Reagan loodste ons uit een gelijkaardige crisis 40 jaar geleden. Zijn oplossingen zouden opnieuw werken. Wat hij zei, geldt nog steeds: “Overheid is niet de oplossing. Overheid is het probleem.”

De standpunten in dit artikel zijn de mening van de auteur en komen niet noodzakelijk overeen met de standpunten van The Epoch Times.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (15 oktober 2021): The Reagan Cure for Clogged Ports and Goods Shortages

Oefening baart kunst: optimaal geleefde levens

Sommige lezers kennen deze oude grap misschien wel. Een bezoeker van New York City die op weg is naar een concert, verdwaalt en vraagt aan een man met een vioolkoffer: “Meneer, kunt u mij vertellen hoe ik bij Carnegie Hall kom?” De man glimlacht en antwoord: “Oefenen, oefenen, oefenen.”

In “Outliers: The Story of Success,” stelde Malcolm Gladwell een andere vraag: “Hoe worden sommige mensen beroemd en rijk?” Hij vond het antwoord onder meer in hun cultuur en de omstandigheden van hun jeugd, hun passie en gedrevenheid, hun persoonlijke gewoonten en ervaringen en zelfs in de data van hun geboorte.

Gladwell wijst ook op de “10.000-uren regel” als een factor voor succes. Dit door hem populair gemaakte idee houdt in dat veel ondernemers, kunstenaars, musici en anderen die zich volledig wijden aan een doel of een ambacht, na jaren van intensieve studie en oefening, hun ambities kunnen verwezenlijken.

Professor Anders Ericsson van de Florida State University was één van de eersten om de 10.000-uren regel te hanteren. Daarnaast stelde hij ook vast dat een goede leraar of mentor enorm kan bijdragen tot het succes van een leerling. De jonge vrouw die oogarts wil worden, moet na haar opleiding tot basisarts nog vier jaar in opleiding voor de kwalificaties van oogarts. Daarmee komt ze in de buurt van Gladwells magische getal, maar als ze het geluk heeft om tijdens haar specialisatieopleiding van uitstekende leraren les te krijgen, kunnen die ook een rol spelen bij haar groei naar de top van het vakgebied.

Maar hoe zit het met de rest van ons? Gelden deze principes ook voor ons?

Alledaagse uitblinkers

Laten we zeggen dat een 36-jarige man uit Texas, Jim, al 16 jaar als vuilnisman werkt. Vijf dagen per week rijdt hij door zijn stad, soms als chauffeur, andere keren hangend aan de achterkant van de vuilniswagen, om afval te verzamelen. De 10.000-uren regel heeft niet echt invloed op zijn vaardigheden. Jim leerde alles wat hij moest weten in het eerste jaar dat hij in dienst was. Sindsdien heeft hij uitstekende prestaties geleverd, verschillende loonsverhogingen en ziektekostenvergoedingen gekregen en is hij van plan te blijven werken tot hij met pensioen kan.

Elke avond als Jim thuis komt, brengt hij wat tijd door op de veranda, waar hij tokkelt op zijn gitaar en zingt. Hij leerde gitaarspelen op de middelbare school en nam enkele jaren les bij een vrouw wiens muziek hij zeer bewonderde. Dit half uurtje op de veranda, vier of vijf avonden per week, heeft hem nog geen 10.000 uur oefening opgeleverd, maar hij is bekwaam, kent vele liedjes, waarvan hij er sommige zelf geschreven heeft en het geeft veel plezier aan zijn vrouw, zijn drie kinderen en de weduwe die naast hem woont.

Sarah, Jims vrouw, was 14 toen haar moeder stierf. De zes daaropvolgende jaren hielp ze haar vader bij de opvoeding van haar vier jongere broers en zussen, haalde haar diploma van de middelbare school en haar diploma van kleuterleidster. Ze werkte op een plaatselijke montessorischool tot haar eerste kind werd geboren en werd daarna een thuisblijfmoeder voor thuisonderwijs. Elke dag brengt ze haar jarenlange ervaring als moeder en lerares in de praktijk. Ze hoopt hiermee haar kinderen op te voeden tot goede voorbeelden voor deze wereld.

Dit echtpaar zal nooit de roem verwerven die Gladwell voor de beroemdheden in “Outliers” koos, maar toch kunnen we ons afvragen: is hun verhaal geen succesverhaal?

Relaties en ‘tijd voor kwantiteit’

“Oefenen, oefenen, oefenen” geldt ook voor onze relaties met familie en vrienden. We denken misschien niet zo over relaties, maar hoe meer tijd we doorbrengen met een vriend, een familielid of een echtgenoot, hoe groter de kans dat we die relaties kunnen verdiepen. Onze relaties kunnen natuurlijk onvolmaakt zijn, maar met genoeg “oefening” kunnen we geliefd en liefdevol zijn. Door tijd door te brengen met een ander, of het nu iemand is die we net ontmoet hebben en aantrekkelijk vinden of een vriend die we al jaren kennen, door te oefenen in verbondenheid, vormen de minuten, uren en dagen de bouwstenen van een hechte band die we samen delen.

Ook hier is de 10.000-uren regel relevant. Zoals de uitblinkers van Gladwell er tijd, energie en passie in stoppen om bekendheid te verwerven, zo kunnen wij ons ook openstellen voor degenen die ons aantrekken en gaandeweg de kunst van het liefhebben oefenen en leren.

Zo’n 20 jaar geleden benadrukte onze cultuur het belang van het doorbrengen van kwalitatieve tijd met degenen van wie we houden, vooral onze kinderen. Om vrouwen die buitenshuis werkten te helpen en te begeleiden, schreven opiniemakers en deskundigen een groot aantal artikelen over hoe we het meeste konden halen uit de uren die we met onze kinderen doorbrachten. Woon hun voetbaltrainingen en -wedstrijden bij, help en moedig hen aan met hun huiswerk voor school, ga zitten en luister naar hen en je kunt wat van die ontbrekende uren inhalen.

Kwalitatieve tijd is goed en wel, maar we moeten ook het belang van kwantitatieve tijd erkennen. Die middag die je op de veranda doorbrengt om met een vriend te praten over niets in het bijzonder, is waardevol. Je “oefent” je vriendschap. Die avond die je met je echtgenoot op de bank doorbrengt met het lezen van boeken, waarbij je misschien af en toe een passage voorleest die je wilt delen of gewoon een alledaagse kwestie bespreekt, draagt bij aan jullie huwelijk, al is het maar op een kleine en ogenschijnlijk onbelangrijke manier.

Leraren

Zoals Jim en Sarah sommige van hun vaardigheden van leraren hebben geleerd, kunnen wij dat ook doen. Dit geldt beslist ook voor de persoonlijke relaties die we aangaan met anderen. We zullen misschien niet iemand inhuren zoals we zouden doen om de grondbeginselen van het gitaarspelen te leren of we gaan misschien niet in een klaslokaal zitten om onderricht te krijgen in het kleuteronderwijs. Maar als we er aandacht aan schenken, kan de wijsheid van anderen onze kansen op succes bij het aangaan van relaties vergroten. Een pasgetrouwd stel kan bijvoorbeeld van een gesprek met een ouder echtpaar een en ander leren over het huwelijk. Zo hebben mijn vrouw en ik ooit geleerd dat respect voor elkaar het allerbelangrijkste is.

Anderen kijken naar bepaalde mannen en vrouwen uit hun omgeving aan wie zij zich kunnen spiegelen in hun eigen handelen en gedrag. Zij zien een dochter die voor haar zieke moeder zorgt, of een zoon die al het mogelijke doet voor een vader met dementie. Deze voorbeelden nemen zij tot zich en maken het zich eigen. Al denken zij er zelf misschien niet zo over, zij oefenen op die manier integriteit en worden zo sterkere mensen.

The Epoch Times is zich ervan bewust dat vooral oudere mensen wijsheid kunnen overdragen die door jongeren vaak niet wordt opgemerkt, of waar zij niet naar vragen. Daarom heeft The Epoch Times een speciale rubriek gecreëerd met de titel “Beste Next-gen“. Elke week schrijven mensen met meer levenservaring bemoedigende korte artikelen voor jongeren, waarin zij hen tips geven over veerkracht, moed, liefde en andere onderwerpen. Sommige jongere lezers hebben op deze artikelen gereageerd met persoonlijke reacties, waarin ze de schrijvers bedanken voor hun advies.

We kunnen overal leraren vinden, als we er maar open voor staan.

Oefening, Nastreven, Passie

Hoewel Gladwell “Outliers” schreef om te onderzoeken waarom sommige mensen op een uitzonderlijke manier slagen, is het een feit dat wij hetzelfde kunnen doen. Een vreemde taal leren, amateurschilder worden, een groter inlevingsvermogen in anderen ontwikkelen: dit alles vereist oefening, de wilskracht en de passie om een doel na te streven en de bereidheid om gidsen te zoeken die ons op weg kunnen helpen.

De Dalai Lama schreef ooit: “Als je wilt dat anderen gelukkig zijn, beoefen dan mededogen. Als je zelf gelukkig wilt zijn, beoefen dan mededogen.”

Daar is dat woord – oefenen – weer.

Oefening maakt ons misschien niet perfect, maar het kan helpen om onze verborgen talenten en eigenschappen te ontdekken.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (27 juli 2021): Practice Makes Perfect: Lives Well Lived

VN klimaat financiering koren op de molen van corrupte Derde Wereld

De VN-conferentie over klimaatverandering in Glasgow (COP26) is goed nieuws voor corrupte regeringen in de ontwikkelingslanden, omdat het ernaar uitziet dat ze enorme sommen geld in handen zullen krijgen.

Dambisa Moyo, een in Zambia geboren econome, waarschuwt het Westen al lang tegen het sturen van hulp naar Afrika vanwege de corruptie die het veroorzaakt.

In haar boek “Dead Aid” legde Moyo uit hoe buitenlandse hulp in de ontwikkelingslanden tot verschrikkelijke resultaten leidt, zoals economische luiheid, een cultuur van afhankelijkheid en welig tierende corruptie. Zij betoogde dat hulp Afrika doodde.

Waarschuwingen van Moyo, en anderen, hebben geholpen om de stromen van buitenlandse hulp naar derde wereld regeringen waarvan bekend is dat het kleptocratieën zijn, te verminderen. Maar dat heeft er alleen maar toe geleid dat corrupte regeringen harder moeten werken om het Westen zover te krijgen dat ze hen geld sturen.

Hoe hebben zij dit gedaan? De meest gebruikte methode is het spelen van de schuld- of slachtofferkaart.

De schuldkaart vertelt de Westerlingen dat zij zich schuldig moeten voelen omdat de Europese keizerrijken en het kolonialisme de derde wereld zouden hebben uitgebuit. Maar helaas heeft Links deze antikoloniale mythologie zo wijd verbreid dat het bijna onmogelijk is geworden een zinnige discussie te voeren over het tijdperk van het imperialisme.

De slachtofferkaart vertelt Westerlingen dat de derde wereld vol arme en hongerende mensen zit omdat villaine Westerse kapitalisten hen uitbuiten. Helaas is deze socialistische mythe aan veel goedbedoelende maar naïeve liberalen verkocht via journalisten en beroemdheden, of door het vertonen van hartverscheurende en sensatiebeluste televisiebeelden.

Aangezien goedbedoelende liberalen geen persoonlijke ervaring hebben met de derde wereld, hebben zij geen realiteit waaraan zij de mythes kunnen afmeten die hun door linkse media en opvoeders worden voorgeschoteld.

Het uitspelen van de schuld- en slachtofferkaarten is ook routinematig gebruikt door leiders van multilaterale organisaties als de V.N. en de WHO.

Meer recentelijk hebben we ook gezien hoe leiders van derdewereldlanden in toenemende mate gebruik maken van China’s Belt and Road-initiatief om de kraan van de buitenlandse hulp weer open te draaien. In de huidige versie van grootmachtconcurrentie hebben westerse landen hulp verschaft om te proberen ontwikkelingslanden ervan te weerhouden zich bij China aan te sluiten.

De Chinese leider Xi Jinping (R) en de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa (L) wonen op 4 sept. 2018 het Forum voor Chinees-Afrikaanse samenwerking bij in de Grote Hal van het Volk in Beijing, China. (Lintao Zhang/Getty Images)

Jammer genoeg is de kans groot dat dit soort hulp tot corruptie leidt — net als tijdens de Koude Oorlog.

Maar nu worden we geconfronteerd met een nieuwe explosie van corruptie in de derde wereld, deze keer veroorzaakt door de manier waarop de Groenen met succes het beleid van klimaatverandering hebben gemobiliseerd. Als de regeringen in Afrika en Azië hun zin krijgen, zal de klimaatconferentie van Glasgow enorme sommen geld in hun handen storten.

Met de top van Glasgow in het achterhoofd heeft de Zuid-Afrikaanse regering (die bekend staat om haar corruptie) beloofd verder te gaan dan haar doelstellingen voor broeikasgassen in Parijs.

Maar er zit een addertje onder het gras — net als andere elites in de derde wereld verwacht Zuid-Afrika dat de belastingbetalers in het Westen hen betalen om hun doelstellingen te verwezenlijken.

De Zuid-Afrikaanse regering, een bekend kleptocratisch regime, vraagt de ontwikkelde wereld dus schaamteloos om 269 miljard dollar om de voorgestelde decarbonisatieprojecten te bekostigen. In het Zuid-Afrikaanse document dat bij de VN is ingediend, staat dat “aanzienlijke multilaterale steun” nodig is voor maatregelen zoals “een zeer ambitieus investeringsplan voor de energiesector”.

De fondsen van Glasgow zullen dus worden gebruikt om het kapotte Zuid-Afrikaanse elektriciteitsvoorzieningssysteem Eskom te repareren, plus het rampzalige schuldaflossingsprobleem van het land dat is ontstaan door de corruptie en het wanbeheer van Eskom. Eskom is sinds 2007 niet in staat het land van voldoende elektriciteit te voorzien.

Bovendien is de oplossing van de energiecrisis door de bouw van gigantische nieuwe elektriciteitscentrales in Medupi en Kusile mislukt als gevolg van corruptie, plundering en incompetentie bij de planning. De Glasgowfondsen zouden al deze problemen kunnen oplossen, maar zouden ook nieuwe kansen op corruptie bieden.

In feite komt de ontwikkelingswereld weer met een neo-socialistische regeling voor de overdracht van rijkdom, maar dan in de vorm van het redden van de planeet tegen de klimaatverandering.

Een vrouw houdt een bord vast met de tekst “klimaatverandering = massamoord” terwijl mensen protesteren met een groep genaamd Extinction Rebellion in New York City op 17 april 2019. (Stephanie Keith/Getty Images)

Maar de ontwikkelingslanden zeggen dat ze alleen zullen helpen de planeet te redden op voorwaarde dat de westerse regeringen hen helpen hun Glasgow-beloften na te komen door miljarden (zo niet triljoenen) dollars van de westerse belastingbetalers over te hevelen naar de elites van de ontwikkelingslanden, zodat die de overdreven doelstellingen kunnen halen.

Hierbij doen zich twee problemen voor. Ten eerste heeft de ontwikkelingswereld een staat van dienst op het gebied van slecht bestuur, hetgeen betekent dat deze regeringen zelden in staat zijn beloften of doelstellingen na te komen. Erger nog, de elites van de ontwikkelingslanden besteden het geld dat zij aan buitenlandse hulp ontvangen meestal om zichzelf te verrijken in plaats van de beoogde projecten daadwerkelijk te bouwen.

Het ziet er dus naar uit dat de VN-klimaatconferentie in Glasgow het zoveelste mechanisme wordt om de corrupte grabbelton te voeden die de elites van de derde wereld al decennialang leiden. In plaats van groene decarbonisatieprojecten te financieren, zal de overdracht van rijkdom uit Glasgow eerder eindigen in de aanschaf van vierwielaandrijving voor de kinderen van de elites van de derde wereld.

Om te begrijpen wat er waarschijnlijk zal gebeuren met de 269 miljard dollar voor klimaatveranderingsprojecten waar de Zuid-Afrikanen om hebben gevraagd, hoeven we alleen maar te kijken naar wat er is gebeurd met hun 4,3 miljard dollar aan COVID-19-hulpfondsen van het IMF. Alleen al één corrupte minister was betrokken bij COVID-19-fraude ter waarde van 10 miljoen dollar, terwijl andere politici en handlangers van het Afrikaans Nationaal Congres nog eens 700 miljoen dollar uit de PPE-fondsen roofden.

Als de Zuid-Afrikaanse elite al bereid was om te stelen van fondsen die bedoeld waren om levens te redden door een gezondheidszorgsysteem te herstellen dat door COVID-19 in duigen was gevallen, stel je dan eens voor wat ze zouden doen met hulp op het gebied van klimaatverandering (waar geen levens op het spel staan).

Door elites uit de derde wereld met een bedelkom in de hand samen te brengen met Westerse groenen die bereid zijn om te worden uitgebuit, lijkt de VN-top over klimaatverandering bijna zeker een bonanza op te leveren voor al die corrupte elites die een geschiedenis hebben van het beheren van gouden postjes.

Maar dit roept nog steeds de vraag op: zullen westerse regeringen het ooit leren?

De standpunten in dit artikel zijn de mening van de auteur en komen niet noodzakelijk overeen met de standpunten van The Epoch Times.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (15 oktober 2021): UN Climate Change Funding to Feed Corruption Gravy Train of Developing World

Kunnen we klimaatverandering echt modelleren?

Er gaat bijna geen dag voorbij of we worden bestookt met beweringen van onheil en somberheid over “klimaatverandering“, waarbij sommige bekende politici ons waarschuwen dat onze wereld tegen 2035 (een kleine 14 jaar vanaf nu!) zal ophouden te bestaan zoals wij die nu kennen.

Nog maar enkele weken geleden gaven regeringsvertegenwoordigers “klimaatverandering“de schuld voor de catastrofale overstromingen in New York en New Jersey in de nasleep van de tropische storm Ida, net als een ander lid van de regering dat eerder “klimaatverandering” de schuld gaf voor een ander natuurlijk weerfenomeen. Blijkbaar begrijpt geen van beiden het verschil tussen “weer” (de oorzaak van branden in Californië, orkanen/tropische stormen zoals Ida, tornado’s, enz.) en “klimaat” (schommelingen op langere termijn in temperatuur, neerslag, enz.).

Feit is dat dergelijke “weer” gebeurtenissen (bijv. tornado’s) statistisch gezien niet vaker voorkomen of intenser zijn dan in het verleden. Het is dan ook niet meer dan normaal om te vragen naar de grondslag van deze extravagante beweringen.

Beschikken degenen die deze beweringen maken over een magische kristallen bol waarmee zij de toekomst duidelijker kunnen zien dan de rest van ons, of is het gewoon de blinde die de blinde leidt en zijn sommige blinden mondiger dan anderen? Per slot van rekening zullen paleontologen en aardwetenschappers u vertellen dat het klimaat op aarde sinds mensenheugenis aan verandering onderhevig is geweest en dat het gedurende de ongeveer 2,5 miljoen jaar dat de mensheid bestaat, drastisch en cyclisch is veranderd.

Het gaat hier echter om een subtieler verschijnsel dat verband houdt met veranderingen die door de menselijke soort zelf worden teweeggebracht. De mensheid heeft dat vermogen nog geen 300 jaar (sinds het begin van de industriële revolutie, vanaf het midden van de jaren 1700).

Maar, zal je zeggen, 300 jaar is slechts een “oogwenk” binnen typisch klimatologische (niet het weer) cycli die zich over duizenden, tienduizenden, of zelfs honderdduizenden jaren voordoen. Bijvoorbeeld, 300 jaar van CO2-producerende industrialisatie vertegenwoordigt slechts 0,3 procent van een 100.000 jaar durende ijstijdcyclus.

Om de lezer een idee te geven van de complexiteit van het klimaatprobleem, is het noodzakelijk een aantal basisfeiten waarover wij het allen eens kunnen zijn, nog eens op een rijtje te zetten. De belangrijkste natuurlijke klimaatcyclus zijn de ijstijden (Milankovitch-cycli) die het gevolg zijn van variaties in de excentriciteit van de baan van de aarde om de zon en die zich nu om de 100.000 jaar voordoen. De excentriciteit van de aarde is momenteel het minst elliptisch (het meest cirkelvormig) en neemt heel langzaam af, in een cyclus die ongeveer 100.000 jaar omspant.

De variatie in de excentriciteit van de aardbaan wordt echter beschouwd als een relatief kleine factor die bijdraagt tot klimaatverandering op lange termijn. Er zijn andere factoren waarmee rekening moet worden gehouden, waaronder de obliquiteit (de hoek waarin de aardas gekanteld is ten opzichte van het baanvlak van de aarde) en de richting waarin de aardas draait (“axiale precessie”).

Sinds ongeveer een miljoen jaar varieert de obliquiteit tussen 22,1 en 24,5 graden loodrecht op het baanvlak van de aarde. Dat is belangrijk omdat het de seizoenen bepaalt en die seizoensgebonden temperatuurschommelingen kunnen groot zijn (bijv. 26.6 graden Celsius in Winnipeg, Manitoba). Momenteel bevindt de hoek (23,4 graden) zich ongeveer halverwege tussen de extremen en neemt heel langzaam af in een cyclus van ongeveer 41.000 jaar.

Naarmate de hoek afneemt, worden de seizoenen milder met steeds warmere winters en koelere zomers. Het is duidelijk dat de hellingshoek in belangrijke mate bijdraagt tot “klimaatverandering”, maar deze is natuurlijk en wordt niet veroorzaakt door menselijke activiteiten.

De aarde wiebelt om haar as als zij draait (“axiale precessie”) ten gevolge van de gravitatie-invloeden van de zon en de maan, waardoor de aarde aan de evenaar bol gaat staan, wat bijvoorbeeld de getijden in de oceanen beïnvloedt. De axiale precessie heeft een cyclus van ongeveer 25.772 jaar. Dit verschijnsel beïnvloedt ook de lange-termijn cycli van het klimaat door seizoen contrasten extremer of minder extreem te maken op tegenovergestelde hemisferen.

Hoewel een discussie over dit onderwerp op zichzelf al fascinerend is, wil ik hiermee aantonen dat het klimaat op aarde een superpositie is van ten minste drie natuurlijke cycli die verband houden met het mechanisme van het zonnestelsel. Omdat deze cycli verschillende fasen hebben, is het mogelijk dat zij constructief of destructief interfereren, wat resulteert in extreme temperaturen die niets met de mens te maken hebben.

Bovenop deze mechanische cycli komt nog de invloed van de biosfeer (zonder de mens) met zijn eigen invloed op het klimaat, waaronder de CO2/O2-cyclus van fotosynthese, waterademhaling, weerkaatsing van zonne-energie, turbulente atmosfeer, oceaanstromingen, variaties in zonnestraling en een groot aantal andere factoren.

Mijn punt is dat het klimaat een buitengewoon complex fysisch-chemisch systeem is, en we moeten ons de vraag stellen: wordt elk van deze verschijnselen getrouw in klimaatmodellen opgenomen, op een deterministische manier en met voldoende details om te kunnen worden beschreven door de relevante constituerende vergelijkingen en natuur wettelijke beperkingen in een vorm die de voorspellingen betrouwbaar maakt (zie hieronder)? Of worden we opnieuw door blinden geleid?

Voor alle duidelijkheid, het is niet mijn bedoeling een oordeel te vellen over een specifiek klimaatmodel, want dat zou een veel diepgaandere analyse vergen dan die welke ik hier presenteer. Ik wil de lezer alleen bewust maken van de strenge voorwaarden waaraan moet worden voldaan bij het modelleren van complexe fysisch-chemische systemen, zoals ons klimaat, waarvan de resultaten van invloed kunnen zijn op de manier waarop toekomstige investeringen van vele miljarden dollars worden gedaan.

Hopelijk zal dit betoog mensen ertoe aanzetten de juiste vragen te stellen alvorens dergelijke uitgaven goed te keuren.

In eerste instantie is het belangrijk voor de lezer om op te merken dat de wetenschap niet vooruitgaat door consensus (universele overeenstemming). Het kan zijn dat als iedereen het ergens over eens is, ze het misschien toch allemaal bij het verkeerde eind hebben. Dit is het geval voor alle revolutionaire veranderingen in de wetenschap (b.v. Einstein’s relativiteitsrevolutie en Planck’s kwantumrevolutie).

Wanneer ik dus voorstanders van klimaatverandering hoor beweren dat 97 procent van de wetenschappers het erover eens is dat klimaatverandering door de mens is veroorzaakt, kan ik niet anders dan terugdenken aan Albert Einstein en andere wetenschappelijke revolutionairen en me afvragen wat zij van die uitspraak zouden hebben gevonden!

Wetenschap is gebaseerd op bewijs op het kleinste detailniveau en niet op “geloof”, dat geen plaats heeft in het wetenschappelijke lexicon. Als ik iemand hoor verkondigen “Ik geloof in klimaatverandering,” huiver ik en wil ik antwoorden: “Wel, bewijs het me dan.”

Er bestaan twee grote filosofieën met betrekking tot voorspellingen: het empirisme, de filosofie dat we alles wat we ooit kunnen weten hebben moeten ervaren; en het determinisme, dat stelt dat we de toekomst kunnen voorspellen op basis van het verleden, op basis van de bekende natuurwetten (“Wetten van de Natuur”). Alle wetenschappers verzamelen dus gegevens die worden omgezet in kennis en die kennis wordt uiteindelijk gebruikt om de Natuurwetten te formuleren die, in tegenstelling tot de Wetten van de Mens, onaantastbaar zijn en onder alle omstandigheden overal in het universum gelden.

Ik definieer “wetenschap” inderdaad graag als het proces van overgang van empirisme (wat we waarnemen) naar determinisme (wat we weten en kunnen voorspellen) bij de formulering van de natuurwetten. De natuurwetten vertegenwoordigen dus de condensatie van alle wetenschappelijke ervaring, zodat wanneer we ons op zo’n wet beroepen, deze kennis bevat die duizenden jaren teruggaat, tot vóór Aristoteles en Archimedes.

Wat de overgang van empirisme naar determinisme in de weg staat, is “complexiteit”. Over complexiteit zijn hele boekdelen volgeschreven en de ruimte in dit artikel laat niet toe het onderwerp hier zelfs maar vluchtig te bespreken.

“Complexiteit” is als rijden op een snelweg in een mistige nacht. De mist belemmert je zicht en je kunt maar een klein stukje van de weg zien. Nu zet je je koplampen aan en zie, je kunt veel verder zien. Je hebt dus een instrument gebruikt (de koplampen van je auto) om verder en duidelijker te kunnen zien.

Zo is het ook in de wetenschap; in feite kan men stellen dat de digitale computer (onze “koplampen”) ons in staat heeft gesteld de wetenschap in de laatste vier decennia meer vooruit te helpen dan de wetenschap in de geschiedenis daarvoor. Met andere woorden, de computer heeft ons intellect enorm uitgebreid en dat is de rol van modellen!

De ontwikkeling van modellen in menselijke intellectuele bezigheden is een zeer complex onderwerp dat veel verder gaat dan dit opiniestuk, maar een uitstekend, enigszins technisch overzicht wordt gegeven door Frigg en Hartmann. Ik zal mij concentreren op deterministische modellen, omdat hun voorspellende krachten zoveel groter zijn dan die van empirische modellen, aangezien “voorspelling” de allerbelangrijkste eigenschap is die klimaatmodellen beweren te bezitten.

Alle deterministische modellen hebben een gemeenschappelijke structuur, hetzij expliciet, hetzij impliciet. Alle deterministische modellen moeten een theoretische basis hebben die op haar beurt gebaseerd is op waarnemingen. Deze waarnemingen kunnen worden gepresenteerd als postulaten of als veronderstellingen, waarbij postulaten rechtstreeks op waarnemingen zijn gebaseerd.

Het is dus belangrijk op te merken dat een theorie niet meer geldig kan zijn dan de postulaten en de veronderstellingen waarop zij gebaseerd is. Ook mogen de postulaten de output van het model niet vooronderstellen; dat wil zeggen dat de postulaten niet als een empirisch feit mogen aanvaarden dat de door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde plaatsvindt.

Indien men dus uitgaat van een postulaat dat stelt dat het klimaat verandert en dat de mens verantwoordelijk is voor die verandering, is de kans groot dat het model precies dat zal voorspellen, maar dat de voorspelling ongeldig zal zijn als gevolg van de inbreng van zelfs niet erkende afwijkingen.

De voorspellingsomgeving is ook problematisch, want wat men wil is een betrouwbaar verschil tussen twee grote, fluctuerende getallen: het klimaat zoals wij dat nu kennen (met inbegrip van de menselijke invloed) en het onbekende klimaat dat zou hebben kunnen bestaan als er geen menselijke invloed was geweest. Wij kunnen met allerlei technieken meten hoe het klimaat in de huidige tijd verandert, maar hoe meten wij het klimaat zoals het zonder menselijke invloed over dezelfde periode zou kunnen hebben bestaan? Het korte antwoord is dat we dat niet kunnen!

Jammer genoeg wordt alleen over het eerste vaak in de kranten bericht, waardoor bij niet-deskundigen de indruk wordt gewekt dat het allemaal te wijten is aan de menselijke invloed. Dat is niet zo. De invloed van de mens is meestal slechts van ondergeschikt belang, maar niettemin is het een belangrijke component. De krantenkoppen zouden niet zo dramatisch of angstwekkend zijn als de lezers eraan werden herinnerd dat de menselijke component het verschil is tussen wat we waarnemen en wat we modelleren bij afwezigheid van menselijke invloed en dat is normaal gesproken gering.

Het gaat dus om temperatuurveranderingen ten gevolge van de invloed van de mens van enkele tienden van graden Celsius op een achtergrond die dagelijks tot maandelijks enkele tientallen graden Celsius schommelt (ten gevolge van het weer) en zelfs meer (doorgaans 30 tot 45 graden C) gedurende de seizoenen van het jaar.

Dit betekent niet dat wij de mogelijke ernst van de door de mens veroorzaakte klimaatverandering willen ontkennen, indien deze inderdaad plaatsvindt in het door de doemdenkers beweerde tempo. Dat is de nog onbeantwoorde vraag.

Het lijdt geen twijfel dat het modelleren van klimaatveranderingen zich op het randje van het haalbare bevindt en daarom moet de aard van de gebruikte modellen kritisch worden onderzocht. Een deel van het probleem is namelijk dat de kunst en de wetenschap van het modelleren zelden aan universiteiten worden onderwezen; op de een of andere manier wordt van studenten verwacht dat zij weten hoe zij complexe fysisch-chemische systemen moeten modelleren alsof het om een onderdeel van het menselijk genoom gaat.

De auteur was zo bezorgd over het gebrek aan modelleringsvaardigheden bij afgestudeerde studenten dat hij, toen hij hoogleraar materiaalwetenschappen en -techniek aan de Pennsylvania State University was, een cursus gaf met als titel “Theorieën en modellen in wetenschap en techniek”. Ik kan me niet herinneren dat iemand die zich bezighoudt met klimaatverandering deze cursus heeft gevolgd.

Ik begon dit opiniestuk met de vraag “Kunnen we klimaatverandering echt modelleren?” en ik zal eindigen met een weloverwogen mening. Het antwoord is een genuanceerd “ja”, maar naar mijn bescheiden mening alleen als de modelmakers zich aan bepaalde regels houden. De modelmakers moeten:

  • Zorgvuldig de theoretische grondslagen van het model beschrijven, duidelijk alle postulaten en veronderstellingen vermelden en aantonen dat deze geen vooroordeel ten aanzien van een bepaald resultaat weerspiegelen.
  • Een opsomming en beschrijving van de constitutieve vergelijkingen en beperkingen maken, aantonen dat alle vergelijkingen onafhankelijk zijn en aantonen dat er een voldoende aantal vergelijkingen is om alle onbekenden te dekken.
  • Geen “ad hoc” factoren (in mijn studententijd noemden we dit de “constante van de schurk”) invoeren om het model te laten “werken”.
  • Ervoor zorgen dat alle kalibratiegegevens bekend zijn van onafhankelijke experimenten en dat zij binnen vastgestelde grenzen waarheidsgetrouw zijn.
  • Zorgvuldig definiëren van “succes” en ervoor zorgen dat de wetenschappelijke methode van voorspelling en beoordeling strikt wordt gevolgd, met inbegrip van de verwerping van het model indien slechts één onjuiste voorspelling wordt gedaan die niet kan worden gecorrigeerd door een geldige herbeoordeling van de modelparameters en de inputgegevens.

Ik benadruk dat de hierboven geschetste “regels” van het modelleren zijn vastgesteld door talrijke wetenschapsfilosofen gedurende duizenden jaren van collectief werk en zijn ingebakken in de overgang van empirisme naar determinisme die ik “wetenschap” noem.

Zoals het spreekwoord zegt: “De duivel zit in de details.” De nadruk op de natuurwetten maakt dat deze regels in overeenstemming zijn met eerdere wetenschappelijke ervaringen en moeten worden erkend bij elke poging om complexe fysisch-chemische systemen op deterministische wijze te modelleren, met inbegrip van (en vooral) het klimaat op aarde.

Als je ze negeert, doe je dat op eigen risico (en dat van ons).

De standpunten in dit artikel zijn de mening van de auteur en komen niet noodzakelijk overeen met de standpunten van The Epoch Times.

Digby D. Macdonald is afkomstig uit Nieuw-Zeeland, genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger, en is professor in residentie (semi-gepensioneerd) in de vakgroepen nucleaire technologie en materiaalwetenschappen en -techniek aan de universiteit van Californië in Berkeley. Hij behaalde zijn B.Sc. en M.Sc. aan de Universiteit van Auckland en zijn Ph.D. aan de Universiteit van Calgary (1969), alle in scheikunde. Prof. Macdonald heeft meer dan 1.100 artikelen gepubliceerd in door vakgenoten beoordeelde tijdschriften en conferentieverslagen en heeft vier boeken gepubliceerd.  Hij is Fellow van de Royal Society of Canada, de Royal Society of New Zealand (de “Nationale Academies” van deze landen) en is lid van de EU-academie van wetenschappen. Hij geniet een H-index van 79 en zijn papers zijn meer dan 27.846 keer geciteerd.

Origineel gepubliceerd op The Epoch Times (25 september 2021): Can We Really Model Climate Change?

NASA Satellietgegevens geven ‘verrassend groot’ kooldioxide bevruchtingseffect aan: studie

Volgens een nieuw artikel van Columbia University’s Charles A. Taylor en Wolfram Schlenker hebben NASA-satellietgegevens aangetoond dat 10 tot 40% van de toenames in de oogsten van de voornaamste Amerikaanse gewassen sinds 1940 mogelijk kan worden toegeschreven aan de toename van koolstofdioxide in de atmosfeer als gevolg van menselijke activiteit.

De auteurs merkten op dat hun bevindingen “aan de zeer hoge kant van het in de literatuur gevonden bereik” liggen.

“De cijfers van Taylor en Schlenker zijn 10-100 keer zo groot als eerdere schattingen,” vertelde Richard S.J. Tol, professor aan het departement economie van de Universiteit van Sussex, The Epoch Times via e-mail.

Taylor en Schlenker kwamen tot hun schattingen door gebruik te maken van drie afzonderlijke modelstrategieën. Daarnaast voerden ze gevoeligheidscontroles uit om mogelijke verstoringen uit te sluiten, waaronder economische activiteit, andere verontreinigende stoffen en hun aannames over de precieze relatie tussen kooldioxide-niveaus en gewasopbrengsten.

Hun modellen waren gebaseerd op gegevens van 2015 tot 2020, verzameld door NASA’s Orbiting Carbon Observatory-2 (OCO-2) satelliet, die ze repliceerden met NOAA’s CarbonTracker systeem. Ze gebruikten ook gegevens op districtsniveau over de opbrengst van maïs, sojabonen en wintertarwe van de National Agricultural Statistics Service van het US Deprtment of Agriculture (USDA).

Taylor en Schlenker ontdekten dat een toename van 1 deel kooldioxide per miljoen de maïsopbrengst met 0,5 procent deed stijgen, de sojabonenopbrengst met 0,6 procent en de tarweopbrengst met 0,8 procent.

“Met andere woorden, de opbrengsten kunnen met 1-2 [procent] per jaar zijn toegenomen als gevolg van CO2-bemesting in de afgelopen jaren,” schreven de auteurs, wijzend op de positieve correlatie tussen toegenomen atmosferische koolstofdioxide en grotere landbouwopbrengsten in de afgelopen decennia.

Zij merkten ook op dat het mogelijks heel grote bemestende effect van atmosferische koolstofdioxide misschien niet zo onverwacht is, gezien de toepassing ervan in de huidige landbouwkassen en serres.

“Het gas wordt al lang in kassen gepompt om de fotosynthese te stimuleren en de opbrengst van tuinbouwgewassen te verhogen. Optimale CO2 concentraties van 900 [delen per miljoen] zijn gesuggereerd, wat meer dan het dubbele is van de huidige omgevingsniveaus,” schreven de auteurs.

De benadering van Taylor en Schlenker staat in contrast met veld- en laboratoriumstudies over kooldioxideverrijking. De auteurs stellen dat dergelijke experimenten “beperkt zijn in de mate waarin zij de werkelijke groeiomstandigheden in commerciële boerderijen op een grote geografische schaal weerspiegelen”.

Sommige onderzoeken naar koolstofdioxide en plantengroei hebben gesuggereerd dat verhoogde koolstofdioxide de voedingskwaliteit van planten op zowel positieve als negatieve manieren kan beïnvloeden.

Een meta-analyse uit 2019 van 57 artikelen over koolstofdioxide en de groei van groentes concludeerde dat verhoogde atmosferische koolstofdioxide fructose, glucose, totale oplosbare suiker, totale antioxidantcapaciteit, totale fenolen, totale flavonoïden, ascorbinezuur en calcium in planten verhoogde, terwijl eiwit, nitraat, magnesium, ijzer en zink daalden.

Het onderzoek heeft op Twitter een hele reeks reacties uitgelokt.

“Als je een [landbouw] persoon bent, wil je naar deze studie kijken. Ze vinden schokkend grote CO2 bemestingseffecten,” schreef Michael Roberts, een econoom aan de Universiteit van Hawaii in Manoa.

“Een korte tijdreeks echter – geospatiale variatie in CO2 waarschijnlijk niet goed gemeten voorafgaand aan deze satellietgegevens en tijdreeksen beïnvloed door technische verandering,” vervolgde hij, er later aan toevoegend dat “iemand de satellietgegevens zou moeten vergelijken met de metingen op de grond.”

In een e-mail uitwisseling met The Epoch Times, bevestigde Roberts dat hij niet gelooft dat de verstoring door technische veranderingen waarschijnlijk een probleem zal zijn in de studie van Taylor en Schlenker, eraan toevoegend dat elke meetfout “beide kanten op kan gaan,” en dat de satellietgegevens gebruikt door Taylor en Schlenker waarschijnlijk superieur zijn aan metingen op de grond met betrekking tot nauwkeurigheid.

“Vertaling: hoewel voor landbouw geschikte gebieden kunnen verschuiven als er een licht opwarmingseffect is, kunnen hogere CO2-emissies resulteren in HOGERE gewasopbrengsten,” schreef Mark B. Spiegel, managing member van Stanphyl Capital.

De eerste auteur van het artikel, Taylor, zei: “We herhalen dat de klimaatverandering een grote negatieve impact zal hebben op de landbouw in het algemeen, vooral op plaatsen die blootgesteld zijn aan extreme hitte. En een hogere CO2-uitstoot kan zelfs leiden tot een lagere voedingswaarde. Maar er moet ook rekening worden gehouden met het compenserende bemestingseffect.”

Nathan Worcester is milieuverslaggever bij The Epoch Times.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (13 oktober 2021): NASA Satellite Data Support ‘Shockingly Large’ Carbon Dioxide Fertilization Effect: Study

Waarheid vertellers: Johannes Brahms, antwoorden voorbij schoonheid

Johannes Brahms mag dan een genie zijn geweest, tegelijkertijd was hij ook een gewoon mens. Hij moest, net als de rest van ons, ontbijten, in zijn eigen levensonderhoud voorzien en omgaan met tegenslagen.

Zijn goede vriend George Henschel, de Engelse bariton, beschreef de 41-jarige Brahms als “breedgebouwd, enigszins klein van gestalte, met een neiging tot overgewicht, gladgeschoren; zijn dikke, bruinachtige steile haar kwam bijna tot aan zijn schouders. Wat mij echter het meest trof … was de vriendelijkheid van zijn ogen.”

Brahms was gesteld op het gezelschap van intieme vrienden, hij had een goedmoedig sarcasme, hij was bescheiden ten opzichte van zijn kunst, en hij was vrijgevig voor zijn vrienden.

Brahms de componist

Brahms het genie is een groter mysterie. In tegenstelling tot gewone mensen vond er in zijn geest vaak een wonderbaarlijke synthese plaats: Vanuit het alledaagse leven, dat wij allemaal kennen, ontvouwde zich soms een visioen. Gedachten en gevoelens wortelden diep in zijn geest, werden fragmenten van een melodische lijn en na veel inspanning werd een muziekstuk geboren. Dit geesteskind van de componist ging een eigen leven leiden, drong door tot in de harten van anderen en bleef voortbestaan en betoveren, tot lang na zijn dood.

Brahms sprak spaarzaam maar openhartig met vrienden over zijn creatieve genie. Hij zei eens tegen Henschel dat; “een gedachte of een idee, is een ingeving van hogerhand waar ik niet verantwoordelijk voor ben. Het is een geschenk, een cadeau, dat ik zelfs zou moeten verachten totdat ik het, door hard werk, met recht en rede het mijne mag noemen”.

Door de Amerikaanse journalist Arthur M. Abell te vragen de beginregels van de “Odyssee” van Homerus te citeren (“Zing voor mij O Muze”), heeft Brahms later, nadat deze dichtregels waren uitgesproken, ook gezegd dat: “Homerus zocht inspiratie van hogerhand, net zoals ik dat doe wanneer ik componeer en zoals Beethoven dat deed. … Ik wil geïnspireerd worden, zodat ik iets kan componeren dat de mensheid verheft en ten goede komt – iets van blijvende waarde.” Je zou kunnen denken dat zulke ideeën enigszins esoterisch zijn en weinig te maken hebben met gewone mensen zoals wij. Toch heeft het alles met ons te maken en ieders persoonlijke lotsbestemming. Vooral de liederen en koorwerken van Johannes Brahms geven stem aan onze behoefte aan liefde in al haar vormen; ze geven ook een stem aan ons lijden, ons geluk en onze hulpeloosheid tegenover het levenslot. Zijn muziek geeft geruststelling, troost, hoop en waardigheid aan zelfs het moeilijkste bestaan.

Brahms zette de teksten van de belangrijkste dichters op muziek. Hij behandelde daarmee de grote mijlpalen op de reis van het leven – de reis van “Elk mens”. Een reis die langs dromen en hoop, via wanhoop, naar zijn spirituele bestemming leidt. De verbondenheid van de jeugd met de natuur, het ontwaken van de liefde in al haar vormen en de ervaring van verlies – de menselijke natuur, samengevat – leiden uiteindelijk naar de grote spirituele wereld die zich voor ons ontvouwt.

Bijvoorbeeld, “Die Mainacht”, op de tekst van de 18e eeuwse Duitse dichter Ludwig Christoph Hölty, drukt ons verlangen uit naar het samenzijn met een andere ziel, onze intieme band met de natuur en haar vermogen, om door haar schoonheid, ons met verwondering te vervullen.

“Treue Liebe dauert lange,” van Ludwig Tieck, viert de verwezenlijking van zo’n samenzijn. De sublieme melodische lijnen blazen leven in de woorden van de dichter: “Ware liefde duurt lang. Mag het altijd vrij zijn van verdriet en nooit verdwijnen, deze dierbare, gezegende, hemelse vreugde!”

Hoewel de liefde blijft, zal in de loop van de tijd de dierbare van ons worden weggenomen. Toen Brahms het verlies van zijn vriend Anselm Feuerbach meemaakte, de briljante Duitse schilder, was dat een bron van intens verdriet; toch diende het als katalysator voor één van de mooiste werken van de componist, “Nänie”. Waarin op de tekst van Friedrich Schiller, de dood van de klassieke Griekse figuren Eurydice, Adonis, en Achilles worden geciteerd: “Zelfs de allermooiste moet sterven … zelfs het meest volmaakte zal vergaan … maar een klaagzang op de lippen van iemand die liefheeft is wonderbaarlijk.”

Een klaagzang mag dan wonderbaarlijk en mooi zijn, het biedt weinig troost in de tijd van rouw. “Schicksalslied” kijkt verdriet recht in de ogen. De dichter Friedrich Hölderlin schreef: “Ons is geen plaats van rust gegeven. De mensheid lijdt, hij krimpt blindelings ineen, hij valt van het ene uur in het andere, zoals de wateren die voortdurend van rots naar rots naar het onbekende worden gedreven.” Hoewel het werk relatief kort is, is het misschien wel het grootste koorwerk van de componist.

Uiteindelijk komen mensen tot het besef dat ze antwoorden nodig hebben die voorbij gaan aan dat wat schoonheid ons kan bieden. Het is vaak in een tijd van crisis dat een brede spirituele horizon verschijnt, waardoor vaste grond onder de voeten wordt gevoeld. Uit een gevoel van wanhoop zette Brahms, na het overlijden van de door hem geadoreerd Clara Schumann, de tekst uit de Evangeliën op muziek:

“En gij nu hebt verdriet;
maar ik zal u weerzien,
en uw hart zal zich verblijden,
en uw vreugde zal niemand u ontnemen.”

Hiermee openbaarde zich zowel de mens als het genie Johannes Brahms. Hij vertelde zijn naaste vrienden dat zulke werken “direct van God” komen. Ja, ze komen rechtstreeks van God. Ze raken ons in het hart en dat geeft ons een gevoel van oprechte blijdschap.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (15 juni 2021): Truth Tellers: Johannes Brahms: Finding Answers Deeper Than Beauty

Waarheid vertellers: Ludwig van Beethoven, de overwinning op het lijden

“Ik koester de waarheid meer dan wat dan ook,” schreef Beethoven 200 jaar geleden aan Goethe. Natuurlijk hield Goethe ook van de waarheid, maar nogal op een ijzige manier, op een afstand. Beethovens liefde was hartstochtelijk, urgent, verontrustend; de waarheid schijnt voor hem iets te maken te hebben met God, met de liefde zelf, met rechtvaardigheid en schoonheid. Zeker, dit zijn de elementen van zijn muziek – subliem, oprecht en mooi, onbeschrijfelijk.

Hoewel zijn muziek prachtig is, was Ludwig van Beethoven dat niet. Zijn vrienden zeggen dat hij klein was, donker, stevig gebouwd, onhandig en lastig, met een beetje lelijk, pokdalig gezicht. Ze vermelden ook vriendelijk zijn mooie bos haar en de stralende witheid van zijn tanden.

Beethoven was de zoon van een dronkaard, kende misbruik en ontbering vanaf zijn eerste levensjaren, maar werd opgevoed door mensen met onderscheidingsvermogen en invloed, die al vroeg zijn grote gaven onderkenden. Hoewel hij een wispelturig temperament had, is er gedurende zijn hele leven bewijs van een genereus hart.

Op 29-jarige leeftijd, op de drempel van het succes, schreef hij zijn broer: “Als de omstandigheden verbeteren, zal mijn muziek alleen gebruikt worden ten dienste van de armen.” Hij is nooit getrouwd, hoewel hij bijna altijd verliefd was en vriendschappen waren moeilijk voor hem, werden van tijd tot tijd verbroken en later weer goedgemaakt.

Het grote kruis dat hij moest dragen werd hem al vroeg toegewezen, in zijn 26e jaar, toen hij zijn gehoor begon te verliezen en snel stokdoof werd. Zijn beroemde “Heiligenstadt Testament”, geschreven in 1802, verhaalt over wanhoop en zelfmoordgedachten, maar ook over een groot wonder, een grote openbaring, de ontdekking van zijn onwankelbare kracht en de zekerheid dat “het onmogelijk is de wereld te verlaten voordat ik alles naar buiten heb gebracht waarvan ik voel dat het in mij is.”

Een facsimile van het “Heiligenstadt Testament”, een brief geschreven door Ludwig van Beethoven aan zijn broers Carl en Johann in Heiligenstadt (tegenwoordig een deel van Wenen) op 6 okt. 1802. (Publiek Domein)

Wat in hem was, zijn sublieme muziek, werd niet geschreven voor klaslokalen, geleerden, of critici. Het werd geschreven voor het hart van de mens en sluit analyse of kritiek uit. Wanneer men echter enkele van zijn meesterwerken achter elkaar beschouwt, vindt men een overzicht van zijn groei, niet alleen als genie, maar ook eenvoudig als mens. Het onthult de expansie van een grote ziel, haar gestage verloop via jeugdige hoop, strijd en overwinningen naar de laatste, woordeloze gesprekken met het Wezen tot wie hij zijn hele leven gebeden heeft.

Het lied dat begint met “Hoe glorieus is de natuur, voor mij geïllumineerd” werd gecomponeerd toen Beethoven 19 jaar was. Het is het lied van een jonge geest, onbevreesd en, met reden, vol van de hoogste verwachtingen. Men proeft dezelfde sfeer in de kamermuziek van die vroege tijd, een weerspiegeling van de wereld waarin hij zich bewoog – de laatste decennia van de 18e eeuw, het tijdperk van de verlichting van symmetrie, logica en helderheid.

De volgende jaren waren de jaren van de Romantiek, waarin muziek minder abstract en meer persoonlijk werd. Vormen werden minder rigide. Het dramatische klimaat nam toe en emoties, vooral die van de componist zelf, namen een prominente plaats in in de muziek die hij produceerde. De “Koorfantasie voor piano, orkest en koor” schiet me te binnen. Het is een uitbundige lofzang op de natuur en op de mogelijkheid van de mensheid om in dit leven vrede en geluk te bereiken. Het is opmerkelijk dat een dergelijk werk werd geschreven tijdens het begin van zijn doofheid.

Beethovens enige opera, “Fidelio”, werd ook in deze periode gecreëerd en schetst een scenario dat in veel latere werken bekend wordt, vooral in de langzame delen van zijn strijkkwartetten en pianosonates: strijd, een beroep op God om hulp en een onvermijdelijke oplossing met de daaraan verbonden vreugde. De grootste voorbeelden hiervan, onvergelijkbaar in hun kracht, zijn te vinden in de laatste akte van “Fidelio” en de “Ode aan vreugde” waarmee de negende symfonie wordt afgesloten.

Een affiche voor Beethovens eerste uitvoering van zijn opera “Fidelio.” (Publiek domein)

De muziek van Beethoven is religieuze muziek en de “Missa Solemnis” is de bekroning van zijn werk, geschreven “om een blijvend religieus gevoel op te wekken bij de uitvoerder en de toehoorder.”

Misschien wel de grootste van alle portretten van Christus is te vinden in het “Benedictus.” Stemmen zingen “Gezegend is hij die komt in de naam van de Heer,” maar geen woord beschrijft hem, deze gezegende voor wie zij zingen. In plaats daarvan klinkt een vioolsolo, een sublieme melodie die over een heel orkest en koor zweeft. Er is niets geschreven of gezegd, geschilderd of gezongen, dat ons zo’n duidelijk of krachtig beeld geeft als dit.

Bij bijna alle hierboven genoemde muziek zijn ook teksten geschreven, maar in Beethovens laatste jaren lagen gedachten en gevoelens in een gebied waar geen woord ooit is binnengedrongen. Muziek beweegt zich echter gemakkelijk over de grens van taal heen en vertelt van diepere worstelingen en triomfen.

Er is een mooi verhaal dat dit bewijst: Het verdriet van een moeder over de dood van haar kind is een groot verdriet en toen een goede vriendin van Beethoven leed onder het verlies van haar zoontje, een jongen van 6 jaar, kon de componist het niet opbrengen haar te benaderen in haar verdriet. Na vele dagen niet te weten wat te doen of wat te zeggen, nodigde hij haar tenslotte uit om hem thuis te bezoeken. Toen zij kwam, ging hij achter de piano zitten en zei: “We zullen nu in tonen met elkaar praten.” Daarna werd er geen woord meer gesproken. Hij speelde een uur lang voor haar, improviserend, terwijl zij zwijgend zat te luisteren.

Het verhaal eindigt jaren later wanneer zij tegen de jonge Felix Mendelssohn zegt: “Hij vertelde mij die dag alles wat ik had willen weten en eindelijk vond ik de eerste tekenen van troost”.

We zouden kunnen zeggen dat de laatste pianosonate, Op. 111, ons “alles” vertelt. Het is de reis van wanhoop naar aanvaarding en van aanvaarding naar momenten van vreugde en momenten van stille verwondering.

Het “Adagio” uit het laatste strijkkwartet op. 135 geeft ons een glimp van iets nog groters: de serene wereld die Beethoven aan het einde van zijn levensreis bereikte. Het is de klank van muziek gehuld in oneindige stilte, een serene, woordeloze dialoog tussen de componist en zijn Schepper. Het is de muziek van glinsterende sterrenstelsels, prachtig, mysterieus, draaiend door de oneindige ruimte naar een grote, onbekende bestemming. Misschien is het een bevestiging dat er een oplossing is voor het lijden, dat we het uiteindelijk zullen begrijpen.

Vlak voor zijn dood zei Beethoven, “In de hemel zal ik horen!” Mijn indruk is dat Beethoven altijd al hoorde. “Ik heb deze muziek rechtstreeks van God!” schreeuwde hij tegen een klagende musicus.

Wij arme, kwetsbare stervelingen zijn degenen die doof lijken te zijn, ons inspannend om het woord van God te horen.

Raymond Beegle heeft als samenwerkend pianist opgetreden in de belangrijkste concertzalen van de Verenigde Staten, Europa en Zuid-Amerika; hij heeft geschreven voor The Opera Quarterly, Classical Voice, Fanfare Magazine, Classic Record Collector (UK en de New York Observer. Beegle was verbonden aan de faculteit van de State University of New York-Stony Brook, The Music Academy of the West en het American Institute of Musical Studies in Graz, Oostenrijk. De afgelopen 28 jaar heeft hij lesgegeven aan de afdeling kamermuziek van The Manhattan School of Music.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (23 november 2020): Truth Tellers: Ludwig van Beethoven, the Triumph Over Suffering

 

Voortbouwen op traditie: ‘De spoel opwinden’

Er is altijd een plaats voor de schoonheid, de zorg en het respect die in traditionele cultuur te vinden zijn. We kunnen ernaar op zoek gaan en een manier vinden om ze naar de toekomst te brengen, zodat de generaties na ons een basis hebben waarop ze kunnen voortbouwen.

De 19e-eeuwse Britse schilder Frederic Leighton inspireerde me tot diep nadenken over traditie met zijn schilderij ‘De spoel opwinden’.

‘De spoel opwinden’

In Leighton’s schilderij ‘De spoel opwinden’ zien we twee figuren die garen tot een bol winden. De linkerfiguur is ouder dan de rechterfiguur en maakt een moederlijke indruk. We zullen de linkerfiguur de moeder noemen en de rechterfiguur haar dochter.

De moeder is gekleed in eenvoudige, witte, klassieke kledij, en zij zit op een bankje. Rechts van haar staat een mand met verschillend kleuren garen. Zij kijkt naar het roodachtige garen tussen haar twee handen, dat zij voor haar dochter houdt.

Haar dochter, gekleed in een wit topje en een roodachtige rok, trekt het garen uit de handen van haar moeder en windt het op tot een bol die ze vasthoudt. Aan haar voeten liggen andere afgewerkte bollen garen, waaruit blijkt dat deze twee al een tijdje aan het werk zijn.

De moeder en dochter werken als een team op een balkon. Rechts van de dochter begint een trapje. Achter hen bevindt zich een bergachtig zeegezicht, onder een bewolkte maar schitterende hemel.

Wat zou dit nu precies kunnen betekenen? Welke betekenis kunnen we hieruit halen voor ons leven van vandaag?

Verder bouwen op traditie met zorg en respect

Als kunstenaar is een van de eerste dingen die me opvalt de toewijding waarmee de moeder naar het garen kijkt dat ze vasthoudt. De blik op haar gezicht getuigt van een zeker respect voor haar bezigheid, wat zich vertaalt in deskundigheid, want ik neem aan dat zij haar dochter dit heeft geleerd of aan het leren is.

Dit doet mij beseffen dat deskundigheid niet mogelijk is zonder diepgaande bekommernis om en respect voor het ambacht, welk ambacht dat ook moge zijn. We kunnen deze houding meenemen naar onze woon- en werkomgeving, zodat ook wij het leven en het werk kunnen benaderen met de zorg en het respect die het verdient.

Dit schilderij doet mij bovendien denken dat niet alleen traditionele ambachten van generatie op generatie worden doorgegeven, maar dat ook die houding of manier van denken kan worden overgedragen, en dat de relatie tussen ambacht en mentaliteit kan vormen wat wij cultuur noemen.  Het is dus cultuur die van generatie op generatie kan worden doorgegeven.

Vertegenwoordigt het garen mogelijk de overdracht van de traditionele cultuur? De moeder, die de traditie vertegenwoordigt in haar klassieke kleding, geeft het garen door aan haar dochter. De dochter windt het garen op tot een bol, die later zal worden gebruikt om textiel van te maken.

Textiel is een vorm van creatie: ze worden gebruikt om kleren, tafellakens, beddengoed, enzovoort te maken. Als de dochter de jongere generatie vertegenwoordigt, is het dan zo dat de moeder, dat wil zeggen de traditie, de bron van de creativiteit van de dochter is?

Interessant genoeg heeft de rok van de dochter de kleur van het garen dat ze oprolt, alsof dat garen op een bepaald moment gebruikt is om de rok te maken die ze nu draagt. Suggereert dit dat de jongere generaties zichzelf en de cultuur die zij erven kunnen verfraaien met de prachtige kunsten en attitudes die in de traditie te vinden zijn?

Zo ja, hoe vindt deze overdracht van schoonheid, zorg en respect plaats? Hoe kan je de jonge generatie de schoonheid, de zorg en het respect van vroeger overbrengen?

De moeder kijkt met zorg en respect naar het garen, dat de cultuur vertegenwoordigt, maar de dochter kijkt aandachtig naar haar moeder. De moeder, niet langer een kind en nu een expert in haar vak, vervult de rol van de cultuurbewaker. In zekere zin is de zorg voor de cultuur de zorg voor haar dochter.

Maar de dochter, die naar haar moeder kijkt, moet de inspanningen van haar moeder erkennen. De dochter moet bereid zijn om van haar moeder te leren, om de wijsheid en de ervaring die zij heeft opgedaan in zich op te nemen. De jongere generaties moeten bereid zijn te leren van de successen en mislukkingen van de vorige generaties; de jongere generatie moet bereid zijn te leren van de traditie.

De twee generaties moeten in harmonie samenwerken. De twee figuren zijn niet alleen in evenwicht met elkaar, maar ook met het bergachtige zeegezicht achter hen. Zelfs het garen dat tussen hen in hangt, is in samenspel met de richel van het balkon, het landoppervlak achter hen en de horizonlijn.

De schoonheid, de zorg en het respect die de traditie met zich meebrengt, verenigt de generaties met elkaar en met de natuur. Het landschap kan dus ook de ruimte zijn waarin de jongere generatie haar erfgoed zal integreren.

Dit betekent niet dat de dochter alleen maar zal doen wat de moeder haar leert; dit betekent niet dat de creativiteit van de jongere generatie zal worden beteugeld door de regels van de tradities. Het fundament van de traditie laat juist verschillende vormen van expressie toe, vandaar de andere kleur en het andere ontwerp van de rok van de dochter.

Traditie kan gebruikt worden om de jongere generatie te verheffen tot iets mooiers, zorgzamer en respectvollers dan de vorige generatie. Is dit waarom de treden achter de dochter staan? Het is alsof de dochter de lessen die ze van haar moeder heeft geleerd kan meenemen en ze zich elk moment kan omdraaien en achter haar de trap oplopen.

Maar achter haar de trap oplopen suggereert dat de dochter zich misschien moet afwenden van haar moeder, dat wil zeggen, zich moet losmaken van de traditie.

Dit betekent niet dat de dochter de traditie in haar algemeenheid ontkent, maar misschien suggereert het wel dat het ook de verantwoordelijkheid van de jongere generatie is om alles wat destructief is achter zich te laten. Dat iets al heel lang wordt gedaan, wil nog niet zeggen dat er geen betere manier is om het te doen.

Ik kan me dus voorstellen dat de dochter alles leert wat er te leren valt over het opwinden van de spoel, totdat ze het zelf onder de knie heeft. Ook zij zal haar ambacht gaan benaderen met de zorg en het respect die het verdient, en door zorg en respect bouwt zij voort op de traditie die aan haar is doorgegeven en helpt zij in de plaats daarvan een nog mooiere cultuur te scheppen.

Zij draait zich om en loopt die treden op naar een ander platform waar zij, als volwassene in haar witte topje en roodachtige rok, op een bankje gaat zitten om haar kinderen een traditie bij te brengen waarop zij hopelijk kunnen voortbouwen.

De traditionele kunsten bevatten vaak spirituele voorstellingen en symbolen waarvan de betekenissen, in ons huidige bestaan, verloren kunnen gaan. In onze serie “ Op zoek naar wat traditionele kunst ons hart te bieden heeft,” interpreteren we beeldende kunst op manieren die ons, vandaag de dag, een moreel inzicht kunnen geven. We gaan er niet van uit dat we absolute antwoorden kunnen geven op vragen waar al generaties lang mee geworsteld wordt. Toch hopen we dat onze vragen zullen inspireren tot een reflectieve reis, op weg naar een voor ons authentiek, compassievol en moediger leven als mens.

 Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (23 mei 2021): Building on Tradition: ‘Winding the Skein’

Beheerders transportketens waarschuwen voor mondiale ‘instorting’

Verschillende industriegroepen hebben wereldleiders gewaarschuwd voor een wereldwijde “instorting” van de transportketen als gevolg van pandemie beperkingen. Hun waarschuwing volgde op de suggestie van Federal Reserve voorzitter Jerome Powell dat de huidige periode van hogere inflatie tot 2022 zal duren.

De International Chamber of Shipping, een coalitie van vrachtwagenchauffeurs, zeevarenden en werknemers in de luchtvaart, heeft in een brief aan staatshoofden die de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bijwonen, gewaarschuwd dat regeringen de bewegingsvrijheid van transportarbeiders moeten herstellen te midden van aanhoudende COVID-19-beperkingen en quarantaines.

Zij waarschuwen voor een “ineenstorting van het mondiale vervoerssysteem” als er niets gebeurt, en suggereren dat “de mondiale transportketens beginnen te wankelen nu de twee jaar lange druk op transportwerknemers zijn tol begint te eisen”, luidens de brief. De brief is ondertekend door de Internationale Luchttransportvereniging (IATA), de Internationale Wegtransportunie (IRU) en de Internationale Transportarbeidersfederatie (ITF), die wereldwijd zo’n 65 miljoen transportwerknemers vertegenwoordigen.

“Alle transportsectoren kampen met een tekort aan werknemers en verwachten dat er nog meer zullen vertrekken als gevolg van de slechte behandeling waarmee miljoenen tijdens de pandemie te maken hebben gehad, waardoor de transportketen nog meer in gevaar komt”, aldus de brief. “We vragen ook dat de WHO en de IAO dit ter sprake brengen in de Algemene Vergadering van de VN en de regeringsleiders oproepen om zinvolle en snelle actie te ondernemen om deze crisis nu op te lossen,” schreven ze.

Ondertussen zei Richard Galanti, Chief Financial Officer van Costco, een detailhandelaar, in een recente conference call dat ze hun eigen containerschepen charteren tussen Azië en Noord-Amerika vanwege problemen met de transportketen wereldwijd.

Costco, zei hij, heeft te maken met “vertragingen in havens, container tekorten, COVID verstoringen, tekorten aan verschillende componenten, grondstoffen en ingrediënten, druk op arbeidskosten” samen met “tekorten aan vrachtwagens en chauffeurs”, meldde Fox News.

Gene Seroka, uitvoerend directeur van de haven van Los Angeles, probeerde wat licht op het probleem te werpen tijdens een recent interview met ABC News, waarbij hij opmerkte dat er een aanzienlijke wachtrij van containerschepen is voor de kust van de belangrijkste havens van binnenkomst.

“We zijn getuige van een door een pandemie veroorzaakte koopgolf door de Amerikaanse consument, zoals we nog nooit hebben gezien,” zei hij op 29 september tegen de zender.

In opmerkingen op 29 september zei Powell dat de huidige inflatiepiek een “gevolg is van aanbodbeperkingen tegenover een zeer sterke vraag,” en zei dat het “samenhangt met de heropening van de economie, wat een proces is dat een begin, een midden en een einde zal hebben.”

“Het is heel moeilijk te zeggen hoe groot de effecten in de tussentijd zullen zijn of hoe lang ze zullen aanhouden”, zei Powell tijdens een forum dat werd georganiseerd door de Europese Centrale Bank. De huidige prijsstijging is volgens hem te wijten aan knelpunten in de transportketen, hoewel hij gelooft dat de prijzen uiteindelijk vanzelf zullen dalen. De stijging zal aanhouden tot 2022 alvorens te dalen, zei Powell.

De Federal Reserve verwacht niet dat de huidige trend “zal leiden tot een nieuw inflatieregime, waarin de inflatie jaar na jaar hoog blijft,” zei Powell.

“De komende jaren zal het een hele uitdaging zijn om dat proces in goede banen te leiden, want onze hypothese is dat de inflatie van voorbijgaande aard zal zijn. We denken dat dat juist is,” zei Powell. “Maar we zijn bezorgd dat de onderliggende inflatieverwachtingen stabiel blijven, zoals tot nu toe het geval was.”

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (29 september 2021): Workers Who Maintain Supply Chains Warn of Worldwide ‘System Collapse’

‘Heimelijk, corrupt en dwingend’: Rapport beschrijft Beijings poging om een nieuwe wereldwijde media-orde te vestigen

Het Chinese regime heeft “heimelijke, corrupte en dwingende” middelen ingezet om de Chinese en westerse media te gebruiken als wapen in een campagne om zijn visie op de actualiteit aan de rest van de wereld op te leggen, zo blijkt uit een recent rapport van een Franse militaire denktank.

Beijings pogingen om zijn verhalen te exporteren duren al tientallen jaren. De eerste door de Chinese Communistische Partij gecontroleerde Engelstalige krant, China Daily, ging in 1981 van start. Maar dergelijke pogingen waren onhandig en leverden trage resultaten op, aldus Reporters zonder Grenzen.

Het jaar 2008 betekende een keerpunt. De Olympische Spelen in Beijing, een evenement dat het regime had willen aangrijpen om zijn economische succes te tonen, gaven aanleiding tot protesten in bijna een dozijn steden over de hele wereld die de fakkelestafettes verstoorden.

De vernedering die Beijing onderging door de negatieve berichtgeving die daarvan het gevolg was, had de autoriteiten gestoken. Om het imago van het regime in de wereld beter onder controle te krijgen, kwam de Chinese Communistische Partij (CCP) al snel met een “10-jarenplan”, aldus het rapport van het Institut de Recherche Stratégique de l’Ecole Militaire (IRSEM), een denktank die wordt gefinancierd door het Ministerie van de Strijdkrachten.

Een politieagent communiceert via zijn radio terwijl hij naast een anti-Chinees spandoek staat tijdens een demonstratie van pro-Tibet activisten en supporters in de buurt van de locatie van de Indonesische etappe van de Olympische fakkelestafette van 2008 in Beijing in Jakarta op 22 april 2008. (Jewel Samad/AFP via Getty Images)

In de 650 pagina’s tellende studie, die gebaseerd is op openbare informatie, onderzoeksrapporten en onafhankelijke interviews, wordt onderzocht hoe Beijing de openheid van het Westen gebruikt om zijn propaganda te versterken, wat een onderdeel vormt van de wijdvertakte invloed van het regime wereldwijd.

De waarden van tolerantie die kenmerkend zijn voor westerse democratieën hebben Beijing “aanzienlijke bewegingsvrijheid” gegeven, waardoor het zijn buitenlandse kantoren heeft kunnen vermenigvuldigen, buitenlandse journalisten heeft kunnen rekruteren om zijn boodschappen aan te passen aan verschillende doelgroepen, de lokale pers heeft kunnen infiltreren met geschenken en andere materiële voordelen, terwijl het miljarden reclamedollars heeft kunnen uitgeven aan westerse media om zijn bereik verder uit te breiden, aldus het rapport.

In China is de pers, in plaats van een waakhond die de regering onder controle moet houden, een instrument geworden om de Partij te dienen, aldus het rapport. Deze visie werd duidelijk gemaakt in een toespraak uit 2016 van de Chinese leider Xi Jinping, waarin hij ongeveer 180 vertegenwoordigers van de staatsmedia vertelde om hun ideologie op één lijn te brengen met die van de topfunctionarissen, “te spreken voor de wil van de Partij … en het gezag van de Partij te beschermen,” volgens een lezing van Xinhua.

Voor sommige Xinhua verslaggevers had het aan de macht komen van Xi het begin van een nieuw tijdperk ingeluid, waarin de Chinese media “zich niet langer hoefden te schamen voor het feit dat ze communistische media zijn,” vertelde een Xinhua verslaggever in 2018 aan één van de auteurs van het rapport.

Invloed kopen

Chinese staatsmedia zijn actief op alle sociale medianetwerken, met een aanzienlijke invloed op Twitter, Facebook, YouTube en Instagram – netwerken die allemaal in China worden geblokkeerd.

Chinese staatsmedia hebben in 2013 Engelse en regionale pagina’s op Facebook opgezet. Acht jaar later staan ze qua volgers aan de wereldtop, met vier grote kanalen – CGTN, China Daily, Xinhua en People’s Daily – die ten tijde van de publicatie van het Franse rapport elk tussen 86 en 116 miljoen volgers hadden, oftewel ongeveer 2,5 tot 3 keer zoveel als die van CNN.

Het logo van CGTN wordt getoond op een computermonitor in Londen, Engeland, op 4 februari 2021. (Leon Neal/Getty Images)

Deze “spectaculaire scores” zijn het resultaat van een doelbewuste poging om de abonneecijfers kunstmatig op te krikken, aldus de auteurs, die wijzen op de “uitzonderlijke groei” en de “extreem lage interactiegraad” die deze accounts krijgen.

Volgens het rapport hadden ongeveer acht grote Chinese staatsmedia in het Engels een gemiddeld groeipercentage van 37,8 procent van de periode 1 jan. 2019 tot 31 maart 2020, of ongeveer 5.000 keer hoger dan dat van Amerikaanse mainstream media, maar hun niveau van betrokkenheid is 68 keer lager.

Uit aanbestedingsdocumenten van 2018 en 2019 blijkt dat door de staat gerunde media honderdduizenden dollars hebben uitgegeven om volgers op Twitter en Facebook te verwerven in wat een campagne leek om zich te vestigen als gezaghebbende nieuwsstemmen.

“Wanneer … je ziet dat tientallen miljoenen mensen volgen, dan heb je het gevoel dat dit behoorlijk geloofwaardig is,” vertelde Sarah Cook, een China-analist bij mensenrechtenwaakhond Freedom House, destijds aan The Epoch Times. Ze beschreef het als een “nieuwe grens”, dat wil zeggen, “een manier om toegang te krijgen tot de basis van de samenleving en het publiek in andere landen”.

Facebook- en Twitter-logo’s zijn te zien op een etalage in Malaga, Spanje, op 4 juni 2018. (Jon Nazca/Reuters)

Het aandeel nepaccounts onder hun Twittervolgers is moeilijk te negeren: Voor een gemiddelde Twitter-gebruiker zijn tussen de 5 en 30 procent van de accounts die hen volgen bots of spam; maar de verhouding nepaccounts voor de vier eerder genoemde media varieert van 34,3 procent tot 38,4 procent. Voor hun Franse versies lopen de cijfers op tot maar liefst 62,8 procent, zo ontdekten de onderzoekers.

Het door de CCP gecontroleerde China Daily geeft tegelijkertijd miljoenen dollars uit om hun inhoud te verspreiden via enkele van de meest invloedrijke publicaties over de hele wereld. Tussen november 2016 en april 2020 betaalde China Daily bijna 19 miljoen aan Amerikaanse kranten om hun gratis supplement genaamd China Watch te publiceren als insert.

De samenwerking heeft een drievoudig voordeel, aldus de auteurs. Niet alleen helpt het de Chinese media om hun doelpubliek te bereiken, het laat hen geloofwaardiger overkomen, en geeft hen financiële invloed op hun partnermedia.

De Britse krant The Telegraph, die tot april vorig jaar ruwweg 750.000 pond (ruwweg 1 miljoen dollar) per jaar had ontvangen om China Watch te verspreiden, droeg tussen 2016 en 2018 ook ten minste 20 ondertekende artikelen van de Chinese ambassadeur in het V.K. – twee keer het aantal dat de Daily Mail, The Guardian en Financial Times samen publiceerden, volgens een studie uit 2019 gepubliceerd op Royal United Services Institute, een Britse denktank voor defensie en veiligheid.

Een nieuwe wereldwijde media-orde

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in totaal 15 in het land gevestigde Chinese staatsbedrijven aangemerkt als buitenlandse missies omdat ze “substantieel eigendom zijn van of effectief worden gecontroleerd door” een buitenlandse regering, vertelde een woordvoerder van het ministerie in september aan The Epoch Times.

Een krantenconsument leest een exemplaar van China’s Afrika-editie voor een kiosk in de Keniaanse hoofdstad op 14 december 2012. (Tony Karumba/AFP via Getty Images)

In het geval van het door de staat gerunde nieuwsagentschap Xinhua, hebben zijn lokale journalisten de “enige taak om eerder door Chinese medewerkers geschreven berichten te vertalen”, aldus het Franse rapport. Een Franse journalist voor Xinhua vertelde een auteur van het rapport in 2018 dat hun Xinhua-berichten voor 80 procent bestaan uit vertalingen uit het Engels en voor 20 procent uit het Chinees. De vertalingen en af en toe een origineel artikel zouden allemaal worden nagelezen door een Chinese journalist die vloeiend Frans spreekt en worden afgestemd op “de verwachtingen en de ‘voorkeursverhalen’ van de partij,” aldus de Xinhua verslaggever.

Voormalige medewerkers van de pro-Beijing Hongkong krant Sing Tao hebben soortgelijke verhalen verteld aan The Epoch Times nadat de publicatie haar vijf Amerikaanse entiteiten als buitenlandse agenten had geregistreerd op bevel van het Ministerie van Justitie in augustus.

David, een voormalige senior redacteur voor het kantoor van Sing Tao in New York, zei dat hij op zijn eerste dag was geïnstrueerd over “twee principes”: geen nieuws melden over Falun Gong, een spirituele groep die door Beijing wordt vervolgd, noch over de onafhankelijkheid van Taiwan. Een andere journalist, die jaren geleden voor het kantoor in San Francisco werkte, zei dat haar was verteld dat ze het woord CCP – acroniem voor de Chinese Communistische Partij – niet mocht gebruiken, noch “Republiek China”, de officiële naam voor het zelfbesturende eiland Taiwan, dat door het regime als het zijne wordt beschouwd. In plaats daarvan zou zij respectievelijk de woorden “China” en “de provincie Taiwan van de Volksrepubliek China” gebruiken, zo vertelde zij The Epoch Times.

Het opkopen van buitenlandse media, het opleiden van journalisten, het schenken van giften en apparatuur, het uitoefenen van diplomatieke druk, het gebruik van visumchantage en het uiten van dreigementen via telefoongesprekken zijn enkele andere tactieken die Beijing toepast om het medialandschap in het buitenland naar zijn hand te zetten, aldus het rapport.

In Zuid-Afrika werd de wekelijkse column van journalist Azad Essa geschrapt bij Independent Media, de op één na grootste mediagroep van het land, uren na de publicatie van zijn verhaal in september 2018 waarin hij de vervolging van Oeigoeren in de Chinese regio Xinjiang veroordeelde. De mediagroep is voor 20 procent in handen van twee Chinese entiteiten die worden gesteund of gecontroleerd door Beijing.

Beschadigde computers en bouwafval op de vloer van de drukpers van The Epoch Times Hongkong editie in Hongkong, op 12 april 2021. (Adrian Yu/The Epoch Times)

De Hongkongse editie van The Epoch Times is sinds haar oprichting het doelwit geweest van een reeks vernielingen, in wat volgens critici de kenmerken draagt van de intimidatietactieken van het regime om onafhankelijke verslaggeving het zwijgen op te leggen.

Uit vrees voor represailles hebben groepen Chineestalige media in Australië ervoor gekozen zichzelf actief te censureren, zo blijkt uit een studie van het in Sydney gevestigde Lowy Institute in september.

“Politiek gevoelige onderwerpen of kritiek op de Chinese regering zouden onze medewerkers of hun gezinnen in gevaar brengen. We willen niet dat zij of hun gezinnen in China worden vastgehouden,” vertelde een media-eigenaar aan de denktank.

Eva Fu is een in New York woonachtige schrijfster voor The Epoch Times die zich richt op de relatie tussen de VS en China, godsdienstvrijheid en mensenrechten.

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (03 oktober 2021): ‘Covert, Corrupt, and Coercive’: Report Details Beijing’s Bid to Establish New Global Media Order

Het gras is niet altijd groener aan de overkant: ‘Het zwaard van Damocles’

Het “Zwaard van Damocles” is een morele vertelling die afkomstig is van de Romeinse geleerde Cicero. Damocles was een dienaar van de vierde- en vijfde-eeuwse koning genaamd Dionysius II.

Dionysius II was een miserabele koning die zijn rijk met een koud hart regeerde en daarbij veel vijanden maakte. Hij was altijd bang om vermoord te worden en daarom omringde hij zijn verblijf met een gracht. Hij ging zelfs zo ver dat alleen zijn dochters zijn baard mochten knippen.

Op een dag irriteerde een hofbediende en vleier genaamd Damocles de koning met zijn complimenten. Damocles vertelde de koning dat hij één van de meest geweldige en plezierige levens moest hebben. Gefrustreerd door Damocles’ naïviteit, antwoordde Dionysius II: “Aangezien dit leven u verrukt, zou u het dan zelf willen proeven en mijn geluk op de proef stellen?”

Damocles was natuurlijk verbaasd over het antwoord van de koning en ging onmiddellijk op zijn voorstel in. In het begin zette Dionysius II Damocles op een gouden bank en liet bedienden op hem wachten alsof hij koning was. Damocles werd getrakteerd op het beste eten, drinken en de geneugten van een koningsleven.

Zodra Damocles echter van zijn nieuwe leven van luxe begon te genieten, zag hij dat hij werd bedreigd door een zwaard dat aan het plafond hing. Boven Damocles’ hoofd had Dionysius II aan een enkele lok paardenhaar een uiterst scherp zwaard opgehangen.

Met het zwaard in het oog, kon Damocles niet langer genieten van de luxe om hem heen. Het duurde niet lang of hij vroeg of de koning hem wilde excuseren van zijn nieuw verworven fortuin.

‘Het Zwaard van Damocles’ door Richard Westall

Richard Westall, de 18e- en 19e-eeuwse Engelse schilder en tekenmeester van koningin Victoria, schilderde een groot tafereel dat het hoogtepunt van het verhaal uitbeeldt.

Centraal op het schilderij staat koning Dionysius II, gekleed in een rood gewaad, in het midden van de afbeelding. Een van zijn handen rust op wat een scepter lijkt te zijn en de andere hand gebaart naar het hangende zwaard linksboven in de afbeelding.

Het zwaard leidt onze blik naar Damocles, die door Dionysius II wordt gadegeslagen. Damocles is gekleed in kleding van een koning, zit op een gouden troon en reikt naar een glas wijn dat hem door een dienstmaagd wordt aangereikt. Hij heeft net het zwaard opgemerkt dat boven zijn hoofd hangt terwijl hij naar het glas reikt.

Op de voorgrond liggen een bloemenkrans en een scepter. Het lijkt erop dat Damocles aanvankelijk de bloemenkrans droeg en de scepter vasthield, maar waarschijnlijk zijn beide gevallen toen hij opkeek naar het zwaard.

Damocles is omgeven door luxe. Om hem heen staan prachtige borden, gouden meubels en sierlijke kunstwerken. Er ligt fruit op de tafel naast hem en andere dienstmaagden wachten om hem een gerecht te brengen. Vrouwen op de achtergrond aan de linkerkant van de compositie houden muziekinstrumenten vast en we kunnen aannemen dat ze voor Damocles speelden. Rechts op de achtergrond kijken een oudere man en een soldaat toe hoe het tafereel zich ontvouwt.

Een detail uit “Het zwaard van Damocles,” 1812, door Richard Westall. Olieverf op doek, 130 x 102. Ackland Art Museum, North Carolina. (PD-US)

Het gras is niet altijd groener aan de overkant

Westall schildert Damocles op het moment dat hij zich realiseert dat het gras niet altijd groener is aan de overkant. Damocles dacht dat het leven van de koning aangenamer was dan het zijne. Pas toen hij de moeilijkheden van het leven van de koning ondervond, begon hij het leven van zichzelf te waarderen, dat zijn eigen comfort met zich meebracht.

Ik denk dat Dionysius II naar het zwaard gebaart, niet alleen om aan te tonen dat koningschap niet zo plezierig is als Damocles denkt, maar ook om begrepen te worden. Hoewel Dionysius II een koudhartige koning is, geeft hij Damocles een lesje in mededogen: Zelfs een koning als Dionysius II wil dat iemand hem begrijpt en rekening houdt met zijn moeilijkheden.

Soms zien we mensen die schijnbaar het goede leven leiden en die alle dingen hebben die wij willen. Wij willen ook een dergelijk leven. Maar we denken misschien niet echt na over wat zij hebben moeten doorstaan om dat leven te bereiken; we begrijpen misschien hun lijden niet.

Als menselijke wezens lijden we allemaal en niemand staat boven het ontvangen van mededogen; de rijken, de machtigen, de beroemden en de koninklijken willen allemaal begrepen worden.

Met dat gezegd, biedt het schilderij nog een stukje wijsheid: Alle dingen die we denken nodig te hebben om ons leven aangenamer te maken, zijn vergankelijk.

Damocles beseft dat zijn pas verworven genoegens waardeloos zijn als zijn mogelijke dood boven zijn hoofd hangt. Hij kan niet eens kijken naar de wijn waar zijn hand naar reikt en hij heeft niet door dat de bloemenkrans van zijn hoofd is gevallen of dat de muziek is gestopt. Alle geneugten om hem heen zijn onbelangrijk vergeleken met dat hangende zwaard.

We kunnen geen materiële bezittingen, pleziertjes, roem of macht met ons meenemen als we sterven. Misschien is het wijs om deze dingen in ons dagelijks leven wat luchtiger op te vatten. Damocles had de confrontatie met zijn mogelijke dood nodig om zijn leven te waarderen en niet langer te denken dat het gras elders groener is. Hopelijk hebben wij niet zulke extreme maatregelen nodig om diepe dankbaarheid voor ons eigen leven te voelen.

De traditionele kunsten bevatten vaak spirituele voorstellingen en symbolen waarvan de betekenis door onze moderne geest verloren kan gaan. In onze serie “Op zoek naar wat traditionele kunst ons te bieden heeft”, interpreteren we beeldende kunst op een manier die voor ons vandaag moreel inzichtelijk kan zijn. We gaan er niet van uit dat we absolute antwoorden kunnen geven op vragen waar generaties mee geworsteld hebben, maar hopen dat onze vragen zullen inspireren tot een reflectieve reis op weg naar meer authentieke, mededogende en moedige menselijke wezens.

Eric Bess is praktiserend beeldend kunstenaar en doctoraal kandidaat aan het Institute for Doctoral Studies in the Visual Arts (IDSVA).

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (26 september 2021): The Grass Is Not Always Greener: ‘The Sword of Damocles’

Waarheid vertellers: Franz Schubert, wat hij ons naliet

Kleine Schubert! Hij was nog geen één meter vijftig lang, hij was gezet, hij was gewoontjes en werd slechts 31 jaar. De weinige brieven die hij ons naliet onthullen een zachtaardige, hartstochtelijke ziel, die geen rancune of listigheid kende. Hij was de muzikale boodschapper van oneindige schoonheid en genegenheid. In een tijdsbestek van 18 jaar produceerde hij een ongeëvenaarde hoeveelheid symfonieën, sonates, kamermuziek en liederen. Zijn vrienden noemden hem “Schwammerl” (“Kleine Paddenstoel”) en zeiden dat hij sliep met zijn bril op, zodat hij gelijk kon beginnen met componeren wanneer hij wakker werd.

Schubert (1797-1828) was in zijn tijd niet zo bekend als Beethoven, die slechts een paar straten verderop woonde. Desondanks had hij een vooraanstaande vriendenkring, waartoe bekende musici, dichters en schilders uit Wenen behoorden.

Deze groep vrienden was gefocust op hun eigen zaken, schijnbaar onbewust van de tumultueuze historische gebeurtenissen die om hen heen plaatsvonden. De bezetting van de stad door de troepen van Napoleon, het daaropvolgende Congres van Wenen en de repressieve regering van Metternich, leken hen weinig te interesseren of uit te maken. Zij waren alleen bezig met hun  schilderijen, poëzie en muziek. Het doet je twijfelen aan het belang van grote gebeurtenissen. Weinig mensen weten iets over de Napoleontische oorlogen, het Congres van Wenen, of Klemens von Metternich, maar de meeste mensen kennen wel het “Ave Maria” van Schubert!

We weten weinig over het leven van de componist, maar zijn ruim 700 liederen op basis van teksten van de groten en de minder groten der aarde, vertellen ons duidelijker dan welke biografie ook, wat er in zijn hart huisde. Het zuivere, het stralende, het mooie, namen er zeker hun intrek, evenals vriendelijkheid en een verlangen naar hogere waarden. “O, Mozart! Hoeveel sporen van een fijnere, betere wereld heb je in onze zielen achtergelaten!” schreef hij in zijn dagboek.

“Franz Schubert,” 1875, door Wilhelm August Rieder (1796-1880). Olieverf naar aquarel, 1825, Historisch Museum van de stad Wenen. (Publiek Domein)

Schuberts thema’s

Vier onderwerpen zijn prominent aanwezig in Schuberts “lieder”, onderwerpen die zijn gedachten voortdurend lijken te hebben beziggehouden zijn: het lot van de mens, de aard van het menselijk hart, de kracht van schoonheid, en tenslotte, de relatie van de ziel tot God. De tegenwoordigheid van God is echter in al zijn liederen aanwezig.

Schubert was van zijn 19de tot zijn 24ste bezig met het lot van de mens, zoals blijkt uit zijn werken aan en het bewerken van de compositie van het grote gedicht van Goethe “Gezang van de Geesten Over de Wateren”. Schubert geloofde dat zijn ziel uit de hemel kwam en daarheen zou terugkeren. Dat zijn lot op aarde even onvoorspelbaar en veranderlijk was als de wind. “De ziel van de mens, lijkt op water, uit de hemel komt zij, naar de hemel keert zij terug,” schrijft Goethe. “Het lot van de mens, is als de wind!”

Toen Schubert nog een tiener was, schreef hij over de liefde, de passies die ermee gepaard gaan en het gemak waarmee ze ons naar grote hoogten en diepe dalen brengt. In “Gretchen aan het spinnewiel,” uit “Faust” van Goethe, zingt Gretchen, die verlaten is door de galante jonge Faust: “Ik heb mijn rust verloren en zal die nooit meer vinden. Hoe mijn hart naar hem verlangt! Kon ik hem maar vasthouden en kussen wat ik zo graag wil!” De mannier waarop Schubert de woorden van de dichter weet te interpreteren is indrukwekkend en we kunnen ons afvragen aan wie deze gepassioneerde adolescent dacht.

De meeste liederen van Schubert, vaak op basis van de woorden van minder belangrijke dichters, eren dat mysterieuze, ondefinieerbare fenomeen dat we schoonheid noemen. Ze zijn mooi op zichzelf, ze prijzen de schoonheid van de natuur, maar ook de creaties van mensenhanden die we kunst noemen. “Geliefde kunst, in zovele donkere tijden heb je mijn hart verwarmd en me naar een betere wereld geleid!” zingt de dichter in zijn vers ” Aan Muziek.”

De beschouwing van de natuur leidt tot de beschouwing van haar Schepper. “De Almachtige”, misschien wel Schuberts grootste lied, is een prachtig portret van Schuberts ziel, de breedte en diepte ervan. Het is een lied van verwondering, spontaan geloof en grenzeloze liefde voor zijn Maker: “Groot is Jehova de Heer! De hemel en de aarde verkondigen zijn macht! Je hoort het in het onweer, ziet het in de sterrenhemel, voelt het in het kloppen van je hart!”

Het lied “The Infinite One” spreekt God rechtstreeks aan. “Hoe verheven is mijn hart als het aan U denkt, o Oneindige! De wind raast door het bos, een donderslag weerklinkt in de hemel – het is God die u prijst!”

Grote vertolkers van Schubert

Schuberts opmerkelijke oprechtheid, dat wil zeggen zijn waarachtigheid, vereist dat de zanger dezelfde eigenschap bezit. Als de waarachtigheid ontbreekt, is het gezang een vervalsing: mooi misschien, tot in het kleinste detail waarheidsgetrouw, maar even levenloos als een wassen beeld van Madame Tussauds. De grote Amerikaanse romanschrijfster Willa Cather schreef dat “kunst de verfijning van waarachtigheid is. Alleen mensen die geen flauw idee hebben, denken dat waarheidsgetrouw zijn gemakkelijk is; alleen de grote kunstenaar weet hoe moeilijk het is.”

Je kunt niet over de natuur zingen als je er geen persoonlijke relatie mee hebt. Je kunt niet over het menselijk hart zingen als je niet diep hebt geleden, of door vreugde overmand bent geweest. Je kunt niet over God zingen als je niet naar Hem hebt gezocht en Hem liefhebt.

Op dit moment is de beste vertolker van Schuberts liederen de Nederlandse tenor Peter Gijsbertsen. Ik ken hem van zijn recente opname “Nacht und Träume” (Nacht en dromen), een recital van de liederen van Schubert. Gijsbertsen deelt, met musici van het eerste uur, een intiem begrip van de tekst en een verbondenheid met het sentiment.

Tenor Peter Gijsbertsen recente opname “Nacht und Träume.”

In het werk van Gijsbertsen is er een gevoel van spontaniteit en directheid, van plezier in het zingen en de indruk dat hij het lied echt heeft leren kennen. Hij heeft het omarmd en het is hem eigen geworden. Zijn stem is opmerkelijk mooi en het timbre is oprecht en onbevangen. Het lijkt erop dat elk lied dat hij zingt zijn meest dierbare lied is en alsof hij de kracht en schoonheid ervan voor de eerste keer ervaart.

Daarmee sluit Gijsbertsen zich aan bij de hieronder genoemde grote kunstenaars. Stuk voor stuk oprechte waarheidssprekers, die ons de woorden uit het hierboven geciteerde dagboek van de componist doen veranderen, zodat er komt te staan: “O Schubert! Hoeveel sporen van een fijnere, betere wereld hebt gij in onze ziel achtergelaten”.

Lotte Lehmann (1888–1976) “Im Abendroth” (“In the Glow of the Evening”)
Elisabeth Rethberg (1894–1976) “Wiegenlied” (“Cradle Song”)
Heinrich Rehkemper (1894–1949) “Der Lindenbaum” (“The Linden Tree”)
Hans Hotter (1909–2003) “An die Musik” (“To Music”)
Birgit Nilsson (1918–2005) “Dem Unendlichen” (“To the Infinite One”)
Christa Ludwig (b. 1928) “Die Allmacht” (“The Almighty”)
Peter Gijsbertsen (b. 1983) “Lied eines Schiffers an die Dioskuren” (“Song of the Sailor to the Dioskuren,” “Frühlingsglaube” (Faith in Spring”)
Munich Radio Choir “Gesang der Geister über den Wassern” (“Song of the Spirits Over the Waters”)

Origineel gepubliceerd door The Epoch Times (19 januari 2021): Truth Tellers: Franz Schubert Bequeathed to Us Hints of a Finer World